Les 6 Rekenen aan reacties

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

DEZE LES

Molariteit = aantal mol per liter

• Eenheden:

     1) [..] = 20 mol L-1

    2) [..] = 20 M

REKENEN MET EENHEDEN

• vast en vloeibaar: x 10³ kg m^-3 of kg/m³ = g/cm³
• gas = kg m^-3 of kg/m³ = g/dm³
• molmassa = g mol^-1 of g/mol (kg/kmol / mg/mmol)

REKENEN AAN REACTIES

Bereken hoeveel gram water ontstaat bij de verbranding van 1,5 m3 methaan.

• Geef eerst de reactievergelijking.
• ... CH4 (g) + ... O2 (g) → ... CO2 (g) + ... H2O (l) 
• ... CH4 (g) + 2 O2 (g) → ... CO2 (g) + 2 H2O (l) 

Bereken hoeveel gram water ontstaat bij de verbranding van 1,5 m3 methaan.

... CH4 (g) + 2 O2 (g) → ... CO2 (g) + 2 H2O (l) 

eerst naar de 'mol' rekenen en dan overstappen

Bereken hoeveel gram water ontstaat bij de verbranding van 1,5 m3 methaan.

... CH4 (g) + 2 O2 (g) → ... CO2 (g) + 2 H2O (l) 

Wegwerpkoffiebekertjes worden gemaakt van polystyreen, dat zijn meerdere styreen, C8H8 moleculen aan elkaar gekoppeld.

• Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van styreen.

• ... C8H8 + ... O2 → ... CO2 + ... H2O

• ... C8H8 + 10 O2 → 8 CO2 + 4 H2O

Bereken hoeveel dm3 koolstofdioxide ontstaat bij de volledige verbranding van 50 wegwerpbekertjes.

Maak gebruik van de volgende gegevens:

C8H8 + 10 O2 → 8 CO2 + 4 H2O

• een wegwerpberektje weegt 2,8 gram
• de molaire massa van styreen = 104,1 g mol-1
• het volume van 1 mol CO2 = 24,5 dm3

• molariteit is mol L-1

• MNaCl = 58,443 g mol-1

• molariteit is mol L-1

• Ik wil van g L-1 naar mol L-1
• Dus ik heb de molaire massa nodig.
• 9,0 : 58,443 = 0,15 mol L-1

• MNaCl = 58,443 g mol-1

• massa = 1,6 mg mL-1 x 150 mL =  240 mg =            240 x 10-3 g
• Mbroomhexine = 14 x 12,01 + 20 x 1,008 +                2 x 79,9 + 2 x 14,01 = 376,12 g mol-1
• aantal mol = 240 x 10-3 : 376,12 = 6,4 x 10-4 mol

aantal mol broomhexine = 6,4 x 10-4 mol

• 150 mL = 0,15 L
• molariteit = 6,4 x 10-4 : 0,15 = 4,3 x 10-3 mol L-1

• mol sorbitol = 0,33 M x 5 x 10-3 L = 1,65 x 10-3 mol
• Msorbitol = 6 x 12,01 + 14 x 1,008 + 6 x 16,0                                      = 182,17 g mol-1
• msorbitol = 165 x 10-3 x 182,17 = 0,3 g

• 400 mL = 0,400 L
• aantal mol = 0,05 x 0,400 = 0,02 mol

m = 1 kg = 1000 g, Mnatriumfosfaat = 163,94 g/mol

aantal mol = 1000 : 163,94 = 6,1 mol

V = 6,1 (mol) : 0,05 (mol/L) = 122 L = 1 x 102 L

• 500 mL = 0,500 L
• mol = 9,0 x 0,500 = 4,50 mmol = 4,5 x 10-3 mol

• 1 mol hemo bevat 4 mol Fe
• aantal mol Fe = 4 x 4,5 x 10-3 = 18 x 10-3 mol

• volume%, we gaan uit van 1 L lucht
• In 1 L lucht zit 20,9/100 = 0,209  L O2.
• 1 mol O2 = 24,5 L, 
• 0,209 L bevat 0,209 : 24,5 = 8,43 x 10-3 mol zuurstof in 1 L lucht, dus 8,43 x 10-3 mol/L

• ingeademd 20,9% en uitgeademd 16,2%
• opgenomen door longen = 20,9 = 16,2 = 4,7%
• 4,7% van 7,5 L = 0,35 L zuurstof
• 1 mol zuurstof = 24,5 L, dus 0,35 L bevat 0,35 : 24,5 = 1,43 x 10-2 mol zuurstof

• MO2 = 2 x 16 = 32 g/mol

• massa zuurstof = 1,43 x 10-2 x 32 = 0,46 g

Tweede manier

• ingeademd 20,9% en uitgeademd 16,2%
• opgenomen door longen = 20,9 = 16,2 = 4,7%
• 4,7% van 7,5 L = 0,35 L zuurstof
• dichtheid zuurstof = 1,31 kg/m3 = 1,31 g/dm3
• 0,35 L = 0,35 dm3
• massa zuurstof = 1,31 x 0,35 = 0,46 g

AFSLUITING