Keuzedeel pabo WO - les 5 - geschiedenis

Keuzedeel pabo - GS - les 5
Woensdag 10-03-2021 - 14.15 - 15.45 uur






Tijdvak 3. Tijd van Monniken en ridders. Deel 1. 



1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Keuzedeel pabo - GS - les 5
Woensdag 10-03-2021 - 14.15 - 15.45 uur






Tijdvak 3. Tijd van Monniken en ridders. Deel 1. 



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Over welke periode gaat dit tijdvak?
A
3000 v. Chr.- 500 na Chr
B
500 - 1000
C
1000 - 1500
D
1500 - 1600

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Over welke traditionele periode gaat dit tijdvak?
A
Prehistorie
B
Oudheid
C
Vroege middeleeuwen
D
Late middeleeuwen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

De Middeleeuwen
  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500 - 1000
  • Late Middeleeuwen: 1000 - 1500

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De witte tekening is:
Op de achtergrond zie je:

Slide 5 - Mind map

De witte tekening is: een helm van een ridder uit cv 1000
Op de achtergrond zie je: zuilen of pilaren in een klooster of kerk)
Wat weet je al van de monniken en ridders?

monniken:
ridders:

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Programma les 5
14.15 - 15.45
  • Startopdracht (oriëntatie) 
  • Herhaling
  • Theorie 3.1
  • Opdrachten werkboek 
  • Pauze 
  • Theorie 3.2
  • Opdrachten werkboek
  • Afronding

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Doelen tijdvak 3: De Middeleeuwen


De aspirant-student kan: 
  • beschrijven hoe het christendom zich verspreidde in Europa (les 6)
  • het ontstaan van de islam beschrijven (les 6)
  • beschrijven hoe de islam zich verspreidde (les 6)
  • hofstelsel, leenstelsel en horigheid uitleggen (les 5)


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je ingevuld in je schema (tijdvak 2)?

Deel foto / belangrijke begrippen

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige week
  • Keizer Constantijn - Christendom - eenheid in het rijk
  • Romeinse rijk viel door invallen buitenaf (Hunnen)
  • -> volksverhuizingen. 
  • Germaanse stammen op de vlucht voor de Hunnen verwoesten Rome. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Opfrisvraag 1. Romeinen en Bataven

De Bataven waren een volksstam die in het deel van ons land woonde dat in de eerste eeuw door de Romeinen veroverd werd.

Hoe reageerden de Bataven op de aanwezigheid van de Romeinen?
A
De Bataven bleven zich tegen de Romeinen verzetten en hielden zich zoveel mogelijk vast aan hun eigen autonomie
B
De Bataven pasten zich aan de komst van de Romeinen aan en leverden hulptroepen voor het Romeinse leger
C
De Bataven trokken weg uit hun woongebied en vestigden zich in het deel van het huidige Nederland dat buiten de Romeinse invloedssfeer lag

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Opfrisvraag 2. Contact met de Romeinen

Hieronder zie je drie Romeinse fibula's die op verschillende plaatsen in ons lang zijn gevonden.

Welk van onderstaande vondsten duidt waarschijnlijk op contacten tussen de Romeinen en de autochtone bevolking?


A
Vindplaats: Friesland
B
Vindplaats: Noord-Brabant
C
Vindplaats: Zuid-Holland
D
Vindplaats: Friesland

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Opfrisvraag 3. Romeinse tijd in Nederland

Buste van Gaius Julius Caesar
Julius Caesar veroverde tijdens zijn leven grote delen van West-Europa, waarbij ook een
deel van ons land bij het Romeinse rijk gevoegd werd. Hij schreef in zijn boek De Bello
Gallico de eerste geschreven berichten over deze gebieden.

In ons land eindigde hiermee de prehistorie. In welke tijd gebeurde dit?
A
rond het jaar 200 v.C.
B
rond het jaar 50 v.C
C
rond het jaar 200
D
rond het jaar 350

Slide 15 - Quiz

De boeren van de Swifterbandcultuur behoorden, samen met de boeren van de Vlaardingencultuur tot de "natte" boeren.
Net als bij de bosjagers kun je ook bij de boeren in Nederland spreken van “droge boeren” en “natte boeren”. De “droge boeren” leefden op de hoge zandgronden en de “natte boeren” in de moerassen van west- en midden Nederland.
Samen met de Vlaardingencultuur (3400 – 2500 v. Chr.) behoren de boeren van de Swifterbandcultuur tot de “natte boeren”.
Het waren geen echte boeren. Het waren bosjagers die voornamelijk van de visvangst en de jacht leefden. Maar vanaf 4500 v. Chr. had het idee van de landbouw ook deze bosjagers bereikt. Zij hielden koeien en varkens op hoger gelegen plekken in het moeras. Maar vissen en jagen bleven hun voornaamste voedselbronnen.
Zij kenden wel granen en peulvruchten. Maar die verbouwden zij niet zelf. Daarvoor was de grond in het moeras veel te nat. Zij verkregen de granen en peulvruchten door ruilhandel met de “droge boeren” uit Oost-Nederland. Met name met de boeren van de Trechterbekercultuur.
Tussen 3700 en 3500 v. Chr. hebben de Swifterbandmensen hun woongebied in Flevoland verlaten. Waarschijnlijk als gevolg van wateroverlast. Het werd te nat om er nog langer te wonen.
3.1 Leven van het land: tv 2 -> tv 3
  • Rond 500: veiligheid verdwijnt door het verdwijnen van de Romeinen 
  • Geen centraal bestuur
  • Afhankelijk van landbouw - zelfvoorzienend
  • Horigen konden worden beschermd door landheren ->
  • Standensamenleving


hofstelsel
Een middeleeuws stelsel van agrarische zelfvoorziening. Veel boeren werden horigen in ruil voor bescherming door hun landheer. Ze moesten op het land (domein) van hun heer blijven wonen en mochten zonder toestemming niet verhuizen.

Slide 16 - Slide

In ruil voor bescherming geven de boeren - horigen genoemd, hun grond aan de heer en moesten zij de heer dienen.  

Zie hof -> met akkers en wijngaarden voor de heer. Horigen hadden het minder luxe. Mochten stukje v/h land gebruiken. Moesten pacht betalen (belasting) - deel v/d oogst afstaan en herendiensten verrichten

als je bij een heer (machtige boer) aanklopte voor plek gaf je wel al je vrijheden op. Er waren ook boeren die dit niet deden en zij bleven gewoon vrije boeren. Afhankelijk van de plaats waar je woonden en de mate van veiligheid bepaalde of je deze keuze maakte.

Wat zou jij doen als boer?
Zou jij je aansluiten bij zo'n landheer of als 'vrije' boer leven en waarom?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Opdrachten 3.1. werkboek (en 5 min pauze)
  • Lees 3.1 (nog eens goed door) - Leven van het land
  • Maak de vragen van 3.1 uit het werkboek. Klaar? Ga vast verder.
  • Samenwerken mag :)



timer
15:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Het komende werkmomentje
Werk ik graag alleen
Werk ik graag samen in een break-out room

Slide 20 - Poll

This item has no instructions

Wat valt je op als je deze afbeelding ziet?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

3.2 Frankische Rijk
  • 482 - Clovis - leider Germaanse Franken
  • Veroveren vroegere Romeinse Rijk (volksverz)
  • 768: Karel de Grote - koning Frankische Rijk
  • Verplaatste zich met zijn hof
  • 800: door paus tot keizer gekroond

Slide 23 - Slide

771 volgde Karel de Grote zijn vader op en werd koning van het Frankische Rijk. Het Frankische Rijk was een deel van het huidige Frankrijk, België, Zwitserland en Duitsland. Karel werd als (Christelijke) koning gedwongen om veel oorlog te voeren. Zijn rijk had namelijk last van veel invallen, door onder andere Islamieten uit het oosten en vanuit het noorden kwamen Denen en Saksen. Oorlog voeren deed Karel de Grote zo goed, dat zijn rijk al snel enorm groot werd. Een rijk dat zo groot is, is moeilijk alleen te besturen. Daarom stelde Karel "vazallen" of "leenmannen aan.

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Leenstelsel (feodale stelsel)
  • Karel deelde zijn rijk op in 3 delen 
  • Edelen & bisschoppen bestuurden dit namens hem 
  • Bestuurders kregen gebied in 'leen'
  • Keizer = leenheer
  • Bestuurders = leenmannen/ vazallen
  • Edelmannen legden een eed van trouw af

Slide 25 - Slide

Karel de Grote had soldaten nodig om dat grote rijk te beschermen en het Frankische rijk uit te breiden. Daardoor. bedacht hij het leenstelsel. Hij is de leenheer en gaf zijn gebied te leen (vazal) in ruil voor militaire dienst en adviezen.
 
Welk probleem ontstaat er door het leenstelsel als iedereen steeds maar land gaat uitlenen?

Slide 26 - Open question

Versnipperingsprobleem: leenmannen gaan gebieden ook uitlenen en doorgeven van vader op zoon, dit is natuurlijk niet de bedoeling en zo versnipperd het hele land in allemaal kleine machthebbers.  er werd wel een oplossing op bedacht, namelijk geestelijkheden neerzetten, want die kregen toch geen kinderen. Maar hier ontstaat wel het probleem dat geloof en wereldlijke macht in elkaars vaarwater gaan zitten.

Uiteenvallen v/h rijk
  • Leenmannen - hun bezit
  • Leenmannen gedroegen zich als leenheren - versnippering
  • Conflicten
  • Rovers, Vikingen (Noormannen) en bendes hadden vrij spel -> politieke structuur viel uit elkaar 

Slide 27 - Slide

Versnipperingsprobleem: leenmannen gaan gebieden ook uitlenen en doorgeven van vader op zoon, dit is natuurlijk niet de bedoeling en zo versnippert het hele land in allemaal kleine machthebbers.  er werd wel een oplossing op bedacht, namelijk geestelijkheden neerzetten, want die kregen toch geen kinderen. Maar hier ontstaat wel het probleem dat geloof en wereldlijke macht in elkaars vaarwater gaan zitten.

Leenstelsel werkt goed zo lang de leenmannen zich als leenmannen gedragen en niet als onafhankelijke vorsten.
Toen hij overleef viel het systeem uit elkaar. Het bleef wel bestaan maar was niet meer zo strak geregeld. 
Opdrachten 3.2 werkboek
  • Lees 3.2 (nog eens goed door) - Het Frankische Rijk
  • Maak de vragen van 3.2 uit het werkboek. Klaar? Ga vast verder.
  • Samenwerken mag :)


timer
30:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Het komende werkmomentje
Werk ik graag alleen
Werk ik graag samen in een break-out room

Slide 29 - Poll

This item has no instructions

1. Tot waar ben je gekomen en hoe ging het deze les?
2. Welke begrippen blijven je bij?
3. Over welke begrippen/onderdelen wil je nog meer weten?
Ruimte voor feedback!

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Afronding & les 6
Huiswerk
  • H3 lezen verder lezen
  • Schema H3 starten
  • Filmpje na deze les bekijken


Volgende week - les 6 - deel 2 - Tijdvak 3
  • 3.3 en 3.4

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions