Verbe prendre

  • Voca
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Voca

Slide 1 - Slide

Dans ce cours...
  • Verbe prendre
  • In de présent en passé composé

Slide 2 - Slide

Prendre = nemen

Présent
je prends
tu prends
il/elle/on prend
nous prenons
vous prenez
ils/elles prennent
Passé composé
hulpwerkwoord = avoir
voltooid deelwoord = pris
j'ai pris
tu as pris
il/elle/on a pris
nous avons pris
vous avez pris
ils/elles ont pris

Slide 3 - Slide

Vervoeg prendre in de présent.
Vous ...

Slide 4 - Open question

Vervoeg prendre in de présent.
Tu ...

Slide 5 - Open question

Vervoeg prendre in de présent.
Le garçon ...

Slide 6 - Open question

Vervoeg prendre in de présent.
Manon et Pierre ...

Slide 7 - Open question

Vervoeg prendre in de présent.
Je ...

Slide 8 - Open question

Vertaal: zij nemen

Slide 9 - Open question

Vertaal: wij nemen

Slide 10 - Open question

Vervoeg prendre in de passé composé.
Nous ...

Slide 11 - Open question

Vervoeg prendre in de passé composé.
Mon père ...

Slide 12 - Open question

Vervoeg prendre in de passé composé.
Tu ...

Slide 13 - Open question

Vervoeg prendre in de passé composé.
Vous ...

Slide 14 - Open question

Vertaal: ik heb genomen

Slide 15 - Open question

Vertaal: u heeft genomen

Slide 16 - Open question

Vertaal: zij hebben genomen

Slide 17 - Open question

Verbuga
Op de volgende dia staat een link naar de website www.verbuga.eu. Oefen daar met het werkwoord prendre in de présent en passé composé.

  1. In de kolom links vink je présent en passé composé aan.
  2. In de kolom in het midden vink je het werkwoord prendre aan.
  3. Klik op confirmer.
  4. Je krijgt dan te zien in welke tijd en in welke persoon je het werkwoord moet vervoegen. Vul het juiste werkwoord in.
  5. Klik op suivant om naar de volgende vraag te gaan.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link