Zo werken verkiezingen

Zo werken verkiezingen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zo werken verkiezingen

Slide 1 - Slide

Planning
  • Verkiezingen
  • De Tweede Kamer
  • Eerste Kamer 
  • De regering en het kabinet
  • Quiz
Als we iets willen vragen, steken we onze hand op

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Slide 3 - Slide

Verkiezingen
  • Om de vier jaar zijn er verkiezingen.
  • We kiezen mensen om ons te vertegenwoordigen.
  • In NL stemmen burgers voor het Europees Parlement, de Tweede Kamer, de Provinciale Staten, de gemeenteraden en de waterschappen.

Slide 4 - Slide

De Tweede Kamer
  • De Tweede Kamer controleert de regering. Ook mag het wetsvoorstellen indienen, goedkeuren en afkeuren.
  • De Kamer heeft 150 leden die rechtstreeks door Nederlanders ouder dan 18 jaar worden gekozen.
  • Kiesdeler: minimale hoeveelheid stemmen voor een zetel.

Slide 5 - Slide

Eerste Kamer
  • Leden van de Eerste Kamer worden indirect gekozen.
  • Burgers kiezen leden van de Provinciale Staten.
  • Leden van de provinciale staten kiezen de Eerste Kamerleden.
  • De Eerste Kamer heeft 75 leden.
  • Zij keuren een wetsvoorstel goed of af.

Slide 6 - Slide

De regering en het kabinet
  • De regering is het centrale bestuur van ons land en bestaat uit de Koning en ministers.
  • Het kabinet bestaat uit de ministers en staatssecretarissen.
  • Rutte leidt voor de vierde keer een kabinet.

Slide 7 - Slide

In Nederland stemmen we om de vier jaar bij verkiezingen. Welke verkiezing is daarop de uitzondering?
A
Europees Parlement
B
Gemeenteraad
C
De waterschappen
D
De Eerste Kamer

Slide 8 - Quiz

Wat is geen taak van de Tweede Kamer?
A
De Tweede Kamer controleert de Eerste Kamer.
B
De Tweede Kamer dient wetsvoorstellen goed of af.
C
De Tweede Kamer controleert de regering.
D
De Tweede Kamer beslist of er vertrouwen is in het kabinet.

Slide 9 - Quiz

Zelf aan de slag
  • Op Itslearning staat een opdracht.
  • Lees de opdracht goed door.
  • Jullie hebben tot vijf minuten voor het einde van de les.

Slide 10 - Slide