1.Leg uit wat de begrippen ‘geweld’ en ‘agressie’ inhouden.
2.Leg uit wat het verschil is tussen lichamelijk en geestelijk geweld.
3.Leg uit wat het verschil tussen geweld in het persoonlijk leven en structureel geweld
4.Wat betekenen de begrippen positieve en negatieve vrede? Leg uit.
5.Met welke denker uit het vorige hoofdstuk kun je het geweldsmonopolie in verband brengen?