Na deze paragraaf kan je:
*Uitleggen uit welke drie onderdelen het zenuwstelsel bestaat
*Uitleggen uit welke onderdelen het centrale zenuwstelsel bestaat
*Uitleggen uit welke dirie onderdelen de hersenen bestaan
*Aangeven waar de grote hersenen zich bevinden én wat hun fucntie is
*Aangeven waar de kleine hersenen zich bevinden én wat hun functie is
*Aangeven waar de hersenstam zich bevindt én wat hun functie is
*Beschrijven welke weg een prikkel aflegt
*Aangeven welke drie type zenuwcellen er zijn
*Aangeven welke zenuwcel wordt bedoeld