herhaling elektriciteit

Elektriciteit
 hoofdstuk 4
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Elektriciteit
 hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

Welke vraag heb je nu nog over elektriciteit?

Slide 2 - Open question

geleiders en isolatoren
geleiders
geleiders zijn stoffen die de stroom wel doorlaten
isolatoren
Isolatoren zijn stoffen die geen stroom doorlaten
geleiders
Alle metalen, koolstof
isolatoren
bijna alle stoffen die geen metaal zijn

Slide 3 - Slide

stroomkringen
3 dingen nodig

Slide 4 - Slide

Dynamo

Slide 5 - Slide

stroom meten 
eenheid
Ampère
meten met een
stroommeter, ampèremeter

Slide 6 - Slide

spanning meten
eenheid
volt
meten met een
spanningsmeter, voltmeter

Slide 7 - Slide

vermogen
Wat is het?
elektrische energie per seconde
eenheid
Watt
formule
vermogen=spanning x stroomsterkte

Slide 8 - Slide

spanning
hoe vol zitten de tankauto's
stroomsterkte
hoeveel tankauto's komen er per uur langs
vermogen
hoeveel benzine komt er per uur langs

Slide 9 - Slide

omrekenen!

Slide 10 - Slide

vermogen
vermogen=spanning x stroomsterkte


hoeveelheid benzine per uur = hoe vol zit de auto x aantal auto's

Slide 11 - Slide

rekenen
een lampje heeft een spanning van 6V en een stroomsterkte van 0,4 A. Wat is het vermogen?
spanning = 6 V
stroomstertke = 0,4 A
vermogen = spanning x stroomsterkte
vermogen = 6 x 0,4
vermogen = 2,4 W

Slide 12 - Slide

schakelingen tekenen

Slide 13 - Slide

Serieschakeling
alle lampjes achter elkaar
geen aftakkingen
stroomsterkte is overal gelijk

Parallelschakeling 
lampjes niet achter elkaar
wel aftakkingen
stroomsterkte wordt verdeeld

Slide 14 - Slide

Heb je nog vragen?

Slide 15 - Open question

op een lampje staat 5V en 3A. Hoeveel vermogen heeft dit lampje?

Slide 16 - Open question

op een oplader staat 5 V en 7 A. Wat is het vermogen?

Slide 17 - Open question

Een lampje heeft een stroomsterkte van 300 mA en een spanning van 5 V. Wat is het vermogen?

Slide 18 - Open question

een lampje heeft een vermogen van 35 W en is aangesloten op een batterij van 1,5 V. Wat is de stroomsterkte?

Slide 19 - Open question