Antwoordstructuren

Welkom in de Geschiedenisles!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom in de Geschiedenisles!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen
  • Theorie rondom antwoordstructuren
  • Toepassen
  • Afsluiting  

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Kun je een aantal signaalwoorden uit de Nederlandse taal benoemen.

  • Kun je structureel antwoord geven op open vragen



Slide 3 - Slide

Historische vaardigheden 
  • BAC-methode en antwoordstructuren
  • Soorten bronnen
  • Oorzaak-gevolg relaties
  • Betrouwbaarheid-, representativiteit en bruikbaarheid van bronnen
  • Beeldanalyse
  • Chronologie (volgorde)
  • Continuïteit en verandering 
  • Standplaatsgebondenheid (begrip + eigen standpunt)


Slide 4 - Slide

Antwoordstructuren
  1. Lees de vraag goed door (wat vragen ze van je?)
  2. Herhaal een stuk van de vraag
  3. Signaalwoord + uitleg
  4. Verwijzing naar de bron  (optioneel)

Slide 5 - Slide

Signaalwoorden
  • Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee een bepaald verband wordt aangegeven tussen verschillende alinea’s of zinnen. Door signaalwoorden kun je als lezer ‘signaleren’ dat er in de tekst sprake is van bijvoorbeeld een tegenstelling, een chronologisch verband of een oorzaak en gevolg.

Slide 6 - Slide

Signaalwoorden

Slide 7 - Slide

Examentaal
  1. Verbanden
  2. Verklaringen / invalshoeken (politiek, historisch, cultureel, sociaal)
  3. Motiveer 
  4. Oorzaken en gevolgen 
  5. Leg uit
  6. Gebruik de bron
  7. Begrippen

Slide 8 - Slide

Antwoordstructuren
  1. Lees de vraag goed door (wat vragen ze van je?)
  2. Herhaal een stuk van de vraag
  3. Signaalwoord + uitleg
  4. Verwijzing naar de bron  (optioneel)

Slide 9 - Slide

Toepassen
In welk jaartal werd de landbouw uitgevonden?
  • De landbouw werd uitgevonden in het jaar (10.000 V.Chr. )

Is de volgende bron een geschreven of ongeschreven bron?
  • De bron is een (geschreven bron)

Leg uit waar de jagers-verzamelaars van leefden
  • De jagers-verzamleraas leefden van (jagen en verzamelen)

Slide 10 - Slide

Het wordt moeilijker
Bekijk de bron. Geef twee kenmerken aan hoe je kunt zien dat het hier gaat om jagers en verzamelaars.
  • Twee kenmerken van jagers en verzamelaars uit de bron zijn: (1. antwoord, 2. antwoord. )

Verklaar waarom de jagers en verzamelaars een taakverdeling hadden
  • Een verklaring voor het feit dat de jagers-verzamelaars een taakverdeling hebben is dat (antwoord).


Slide 11 - Slide

Antwoordstructuren
  1. Lees de vraag goed door (wat vragen ze van je?)
  2. Herhaal een stuk van de vraag
  3. Signaalwoord + uitleg
  4. Verwijzing naar de bron  (hoeft niet altijd)

Slide 12 - Slide

Antwoordstructuren
  1. Lees de vraag goed door (wat vragen ze van je?)
  2. Herhaal een stuk van de vraag
  3. Signaalwoord + uitleg
  4. Verwijzing naar de bron  (optioneel)

Slide 13 - Slide

Hoe geef ik antwoord op een open vraag?

Slide 14 - Open question

Noem een aantal signaalwoorden

Slide 15 - Open question

Noem een aantal voorbeelden van examentaal

Slide 16 - Open question

Fijne dag!

Slide 17 - Slide

M3

Slide 18 - Slide

Opdrachten
M3
Ga verder met het geschiedenis PO


Slide 19 - Slide

M4

Slide 20 - Slide

Opdrachten
  • Oefenboek geschiedenis examenstof 2020-2021
  • Europa en de wereld (1945-1989)
  • Blz. 36
  • Opdracht 102 t/m 112
  • Gebruik antwoordstructuren!

Nabespreken


Slide 21 - Slide