Distributiekanaal

Distributiekanaal
periode 3
1 / 13
next
Slide 1: Slide
MarketingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Distributiekanaal
periode 3

Slide 1 - Slide

Wat is een bedrijfskolom?
A
Alle productiefactoren
B
Alle bedrijven die produceren en consumenten die afnemen.
C
Alle productiekosten
D
Alle bedrijven die meewerken aan een product.

Slide 2 - Quiz

Een bedrijf kiest ervoor om een tussenhandel in te schakelen.

Van welke beweging is hier sprake?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 3 - Quiz

De autodealer besluit de autowerkplaats af te stoten
A
parallellisatie
B
specialisatie
C
integratie
D
voorwaartse integratie

Slide 4 - Quiz

De sapfabriek koopt zijn sinaasappels niet meer rechtstreeks bij de fruitteler maar via een opkoper
A
Differentiatie
B
Voorwaartse integratie
C
Achterwaartse integratie
D
Geen idee?

Slide 5 - Quiz

De fabriek levert de goederen direct aan A4sport in plaats van aan de groothandel
A
Differentiatie
B
Voorwaartse integratie
C
Achterwaartse integratie
D
Geen idee?

Slide 6 - Quiz

De bioscoop besluit om ook lasergamen aan te gaan bieden
A
parallellisatie
B
specialisatie
C
integratie
D
differentiatie

Slide 7 - Quiz

Hoe heet het als de bedrijfskolom langer wordt?
A
differentiatie
B
integratie
C
parallellisatie
D
specialisatie

Slide 8 - Quiz

Van welke beweging is er sprake als: HEMA verzekeringen gaat verkopen?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 9 - Quiz

Bedrijven die vergelijkbare werkzaamheden verrichten op dezelfde hoogte in een bedrijfskolom:
A
Branche
B
Bedrijfstak
C
Sector
D
Divisie

Slide 10 - Quiz

Bedrijfskolom
Chocoladefabriek
Supermarkt
Importeur
Cacaoplantage
Groothandel

Slide 11 - Drag question

Collecterende handel heeft (1) ........... leveranciers en (2) .......... afnemers.
A
1 = veel 2 = veel
B
1= veel 2 = weinig
C
1= weinig 2 = veel
D
1 = weinig 2 = weinig

Slide 12 - Quiz

Een groothandel in koffie koopt kleine hoeveelheden koffiebonen in en verkoopt deze aan een paar koffiefabrikanten. Van welke handel is hier sprake?
A
collecterende handel
B
distribuerende handel

Slide 13 - Quiz