H5.4 BVB, Bijstelling

Pak je leesboek
Leg Talent + schrift op tafel

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pak je leesboek
Leg Talent + schrift op tafel

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Redekundig ontleden
bijvoeglijke bepaling
en bijstelling

Slide 3 - Slide



- Je kan een zin in zinsdelen verdelen
- Je kunt de zinsdelen benoemen van
   het wg  t/m de bwb's.


- Je kunt binnen de zinsdelen de 
   bijvoeglijke bepalingen (bvb) en de     bijstelling vinden en noteren.



Wat je al weet en wat je al kunt
Leerdoelen H5.4

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Een bijvoeglijke bepaling is GEEN APART ZINSDEEL, maar een deel van een ander zinsdeel.
Zoals van
  • het onderwerp, 
  • het lijdend voorwerp, 
  • het meewerkend voorwerp en/of 
  • de bijwoordelijke bepaling(en) … 

Slide 6 - Slide

Wat is het verschil tussen zin 1, 2 en 3?
1. In die zaal | heeft | dat meisje | een schilderij | bekeken.
2. In die nieuwe zaal | heeft | dat leuke meisje | een prachtig schilderij | bekeken.
3. In die nieuwe zaal van het museum | heeft | dat leuke meisje uit mijn klas | een prachtig schilderij van Frans Hals | bekeken.

Slide 7 - Slide

  • Door in zin 1 woorden bij te voegen hebben we zin 2 en 3 gekregen. 

  • Die woorden zeggen iets extra's over zaal, over meisje, over schilderij: dus over een ZN.

  • Dat extra's kan vóór en achter het ZN (kernwoord) staan. Wanneer het achter een ZN staat begint het met een voorzetsel (van, in, op etc.)

Slide 8 - Slide

In die nieuwe zaal van het museum heeft dat leuke meisje uit mijn klas een prachtig schilderij van Frans Hals bekeken. 


  • nieuwe > bvb bij zaal 
  • van het museum  > bvb bij zaal
  • leuke > bvb bij meisje 
  • uit mijn klas > bvb bij meisje
  • prachtig > bvb bij schilderij 
  • van Frans Hals > bvb bij schilderij


Slide 9 - Slide

Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb 
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd. 
1) Verdeel de zin in zinsdelen.
2) Onderstreep de kernwoorden.
3) Noteer de bijvoeglijke bepaling(en)

Mijn kleine broertje van acht jaar mocht afgelopen zaterdag aan een belangrijke voetbalwedstrijd meedoen. 

Slide 10 - Slide

Maak zinsdelen, onderstreep de kernen en omcirkel de bvb 
Mijn kleine broertje van drie jaar mocht afgelopen zaterdag meedoen aan een belangrijke voetbalwedstrijd. 
Mijn kleine broertje van acht jaar /mocht/ afgelopen zaterdag/ aan een belangrijke voetbalwedstrijd / meedoen. 
  • kleine > bvb bij broertje 
  • van acht jaar > bvb bij broertje
  • afgelopen > bvb bij zaterdag
  • belangrijke > bij voetbalwedstrijd 

Slide 11 - Slide

meer bijvoeglijke bepaling oefenen?
klik hier
nog meer bijvoeglijke oefenen?
klik hier

Slide 12 - Slide

Bijstelling
  • Ook een bijstelling is geen zinsdeel, maar wel een onderdeel van een zinsdeel. 
  • Een bijstelling staat altijd tussen komma's of na een komma. 
  • Een bijstelling herhaalt een zaak of persoon, maar met andere woorden. 


Slide 13 - Slide

 Verschil bvb en de bijstelling
Het verschil met een bijvoeglijke bepaling is dat:

- een bijstelling direct achter het zelfstandig naamwoord staat,
- een bijstelling nooit een werkwoordsvorm bevat,
- en daarbij staat een bijstelling vrijwel altijd tussen komma's.

Slide 14 - Slide

Voorbeelden van bijstellingen
  1. Amsterdam, de hoofdstad van Nederland, is erg mooi.
  2. Het onderzoek werd geleid door de heer Pietersen, een deskundige op het gebied van belastingfraude.
  3. De heer Lubbers, de toenmalige minister-president, kon zich van dat voorval niets herinneren.

Slide 15 - Slide

Bijstellingen noteren:
  1. Amsterdam, de hoofdstad van Nederland, is erg mooi.               de hoofdstad van Nederland = bijstelling
  2. Het onderzoek werd geleid door de heer Pietersen, een deskundige op het gebied van belastingfraude.                        een deskundige op het gebied van belastingsfraude = bijstelling

Slide 16 - Slide

Bijstellingen noteren:
3.  De heer Lubbers, de toenmalige minister-president, kon zich        van dat voorval niets herinneren.

     de toenmalige minister-president = bijstelling

Slide 17 - Slide

Opdrachten H5.4

Opdracht 1, 2, 6, 7, 10 en 11

Slide 18 - Slide