Thema 10 De Eerste Wereldoorlog

Maandag 16 mei
Welkom!
Weektaak 
Thema 10 blok 1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Maandag 16 mei
Welkom!
Weektaak 
Thema 10 blok 1

Slide 1 - Slide

Thema 10 Europa
Hoofdvraag:
Wat betekent een verenigd Europa?

Slide 2 - Slide

Blok 1 Eerste Wereldoorlog en Crisis
Deelvraag:
Welke gevolgen had de Eerste Wereldoorlog voor Europa?

Slide 3 - Slide

Na deze week kun je…
  • Verklaren waren nationalisme een oorzaak was voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
  • Verklaren waarom koloniën een oorzaak waren voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
  • Verklaren waarom bondgenootschappen een oorzaak waren voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
  • Beschrijven wat voor soort oorlog de Eerste Wereldoorlog was.
  • Beschrijven hoe de Eerste Wereldoorlog eindigde.
  • Beschrijven hoe Nederland te maken kreeg met de Eerste Wereldoorlog

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

De kaart voor 1914
Kaart 1922

Slide 7 - Slide

Oorzaken Eerste Wereldoorlog
Rivaliteit Frankrijk - Duitsland
In 1870 eindigde de Frans-Duitse oorlog. Frankrijk verloor en werd gedwongen tot het betalen van forse herstelbetalingen. Ook verloor Frankrijk land aan Duitsland: de provincies Elzas en Lotharingen. 

Bondgenootschappen
Duitsland had een bondgenootschap met Oostenrijk-Hongarije.- Frankrijk voelde zich bedreigd en zocht toenadering tot Rusland. In 1907 sloot ook Engeland zich aan bij Frankrijk en Rusland.

Slide 8 - Slide

Oorzaken Eerste Wereldoorlog
Kolonialisme
Duitsland had weinig koloniën. De Duitse keizer Wilhelm II wilde meedoen in de strijd om de koloniën. Dit was bedreigend voor Frankrijk en Engeland. De strijd om de koloniën versterkte de rivaliteit tussen de landen in Europa.

Wapenwedloop
Duitsland was na 1871 een belangrijke militaire macht. Als reactie daarop gingen andere landen zich beter bewapenen. Er ontstond een wapenwedloop. Landen probeerden om meer en betere wapens te hebben dan de concurrerende landen.



Slide 9 - Slide

Oorzaak Eerste Wereldoorlog
Nationalisme
Nationalisme betekent: Het eigen land (de natie) als het belangrijkste beschouwen. Inwoners zijn heel erg trots op het eigen land. De spanningen in Europa leidden tot toename van nationalisme in veel landen. Nationalisme maakt de kans op oorlog groter.

Aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog
De moord op de kroonprins Franz-Ferdinand en zijn vrouw
Sophie was de aanleiding tot de start van de WOI.
Oostenrijk-Hongarije stelde Servië een ultimatum. 
 

Slide 10 - Slide

Dinsdag 17 mei
Welkom
Weektaak
Aantekeningen






Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Na deze week kun je..
- Verklaren welke gevolgen de economische crisis van 1929 had voor Duitsland.
- Verklaren waardoor Hitler aan de macht kon komen.
- Beschrijven welke ideeën Hitler had.
- Beschrijven wat er in Duitsland veranderde nadat Hitler aan de macht was gekomen.

Slide 13 - Slide

Bondgenootschappen
afspraken tussen
landen dat zij elkaar 
zullen helpen als een
van de landen 
aangevallen wordt.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Loopgravenoorlog

In 1914 brak er echt oorlog uit tussen de Geallieerden en de Centralen. 
Iedereen verwachtte dat Duitsland gemakkelijk zou winnen, maar dat was niet het geval. De strijd liep vast in Frankrijk en België. Beide partijen legden een linie van loopgraven aan. 

Slide 16 - Slide

Amerika doet mee!
In 1915 bracht een Duitse onderzeeër het Engelse passagiersschip Lusitania met Amerikanen tot zinken.  Dit leidde bijna tot een oorlogsverklaring van de Verenigde Staten. Daarnaast waren de VS woedend over het zogenaamde Zimmermann-telegram. In dit telegram werden Mexico en Japan door Duitsland aangemoedigd om de Verenigde Staten aan te vallen. 
Op 6 april 1917 verklaarden de Verenigde Staten de oorlog aan Duitsland. 



Slide 17 - Slide

1917 De Russische Revolutie
De Russen willen niet meer verder vechten in de oorlog. De nederlagen in de oorlog en de manier waarop Rusland wordt bestuurd zorgt ervoor dat de Russen in opstand komen. Tijdens de Oktoberrevolutie wordt de tsaar afgezet en is Rusland omgedoopt tot de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie trekt zich terug uit de oorlog en probeert de burgeroorlog in eigen land te winnen.  De communisten stonden tegenover de anti-communisten

Slide 18 - Slide

Nederland is neutraal
België was ook neutraal, maar omdat Duitsland via België Frankrijk wilde binnenvallen, vluchtten één miljoen Belgen naar Nederland. De Belgen werden opgevangen in kampen.

Slide 19 - Slide

Verdrag van Versailles
1918: Duitsland verliest de oorlog.
- Duitsland is als enige schuldig aan de oorlog
- Duitsland moet herstelbetalingen doen
- Elzas-Lotharingen afstaan aan Frankrijk
- Land afstaan aan Polen, koloniën opgeven
- Duits leger mag niet groter zijn dan 100.000 man
- Het Duitse grensgebied met BE en FR wordt bezet met militaire troepen van de overwinnaars.

Slide 20 - Slide

1929
1929: hele wereld in economische crisis.

In Duitsland was de crisis nog groter. Duitsland moest de oorlogsschade van de Eerste Wereldoorlog terugbetalen aan Frankrijk en Engeland.
Veel Duitsers waren ontevreden.


Slide 21 - Slide

De opkomst van de Nazi's 
- 1920: Adolf Hitler wordt leider van de NSDAP.
- Nazi = aanhanger van het nationaal-socialisme, de politieke leer van Hitler.
- Na de crisis van 1929 beloofde Hitler dat hij voor werk zou zorgen en van Duitsland weer een groot land kon maken.
- De nazi’s wezen de Joden aan als zondebok.
- Rassenleer = theorie die stelt dat het ene ras beter is dan het andere.
- Antisemitisme = haat tegen Joden.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Aan de macht
- 1933: Hitler wordt rijkskanselier van Duitsland.
- Hitler krijgt van het parlement alle macht.
- Dictatuur = politiek systeem waarin één persoon of één partij alle macht heeft.
- De nazi’s namen maatregelen om leven van de Joden moeilijk te maken.
- Er was weinig verzet tegen Hitler.

Slide 24 - Slide

Neurenbergerwetten
- 1935: Scheiding tussen de rassen
- Het uitsluiten van Joden van gebruik van bepaalde voorzieningen
- Het verplichten om in bepaalde gebieden te wonen
- Het uitsluiten van het lidmaatschap van bepaalde organisaties
- Het verbod om bepaalde functies of beroepen uit te oefenen
- Georganiseerd geweld tegen Joodse bezittingen en personen

Slide 25 - Slide

Inleveren
Op dinsdag 24 mei lever je de tijdbalk over WOI in.
Dit is voor een cijfer.

Slide 26 - Slide