M&M | Les 17: Het leven in de Middeleeuwen

Mens & Maatschappij
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Mens & Maatschappij

Slide 1 - Slide

De Middeleeuwen
  • Lage levensverwachting 
  • Het hiernamaals is belangrijk
  • God staat centraal
  • De gewone mensen konden niet lezen en schrijven

Slide 2 - Slide

De hulp van God

  • Het leven van de mensen in de vroege Middeleeuwen was zwaar.
  • Veel van de dingen om hen heen begrepen ze niet.
  • Bij ziektes, natuurrampen of hongersnoden vroegen ze God om hulp.
  • De mensen van de kerk, de geestelijken, hielpen hen hierbij.
  • Hiervoor moesten de boeren wél belasting betalen...

Slide 3 - Slide

Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
  • Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster
  • Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
  • Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.

Slide 4 - Slide

Steeds meer handel
  • Verbeteringen in de landbouw leverden meer oogst op.
  • Overschotten werden verkocht of geruild op markten.
  • Geld werd weer gebruikt als (handig) ruilmiddel.
  • Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
  • Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.

Slide 5 - Slide

De Middeleeuwen
  • Lage levensverwachting 
  • Het hiernamaals is belangrijk
  • God staat centraal
  • De gewone mensen konden niet lezen en schrijven

Slide 6 - Slide

De hulp van God

  • Het leven van de mensen in de vroege Middeleeuwen was zwaar.
  • Veel van de dingen om hen heen begrepen ze niet.

  • Bij ziektes, natuurrampen of hongersnoden vroegen ze God om hulp.
  • De mensen van de kerk, de geestelijken, hielpen hen hierbij.
  • Hiervoor moesten de boeren wél belasting betalen...

Slide 7 - Slide

Hoger, beter, mooier

  • Om God te eren en om te laten zien hoe rijk de mensen waren, bouwden ze hoge kerken.
  • Het geld voor de bouw kwam van onder andere van de handel in aflaten.
  • Met een aflaat kon je je zonden afkopen om tóch in de hemel te komen

Slide 8 - Slide

Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
  • Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster
  • Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
  • Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.

Slide 9 - Slide

Steeds meer handel
  • Verbeteringen in de landbouw leverden meer oogst op.
  • Overschotten werden verkocht of geruild op markten.
  • Geld werd weer gebruikt als (handig) ruilmiddel.
  • Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
  • Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.

Slide 10 - Slide

Opdracht les 16:  
Je gaat nu samen met je buddy aan de slag met de plattegrond van jullie eigen middeleeuwse stad. Bij het zien van de plattegrond moeten de antwoorden van de onderstaande vragen duidelijk worden. Vergeet de legenda niet!

  • Hoe heet de stad?
  • Hoe werden de mensen beschermd?
  • Wat voor werk deden de mensen?
  • Wie waren de baas en waar woonden de bazen?
  • Hoe kwamen de mensen aan hun eten?
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Middeleeuwen
  • 500 na Christus - 1500 na Christus.
  • Romeinen.
  • In Romeinse tijd -> steden en scholen, na de val was dit weg! 
  • Niet lezen en schrijven.
  • 2 Tijdvakken in de Middeleeuwen.
  • Monniken en Ridders
  • Steden en staten

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide


Het Frankische Rijk
751-870



  • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk

Slide 19 - Slide


Het leenstelsel

  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  • Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten

  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme

Slide 20 - Slide