Les 5 - Budget

Les 5 - Budget
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Thema AABSMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Les 5 - Budget

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen
week 1: samenwerken
week 2: time management
week 3: organiseren van een evenement
week 4: opdracht evenementen organisatie maken
week 5: budget en begroting
week 6: draaiboek
week 7: projectorganisatie
week 8: Vergaderen 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen

  • Je kunt het verschil tussen een budget en een begroting benoemen en aangeven welke soorten begrotingen er zijn.
  • Je kunt een begroting maken op basis van vaste en variabele kosten.

Slide 3 - Slide

Deze dia introduceert de belangrijkste leerdoelen van de les. Herhaal deze leerdoelen aan het eind van de les om te controleren of de studenten ze hebben begrepen.
Wat weet jij al over
budgetten en begrotingen?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Budget en begroting
Een budget is dus de hoeveelheid geld die je maximaal ter beschikking hebt.
 
Een begroting is een planning in bedragen. Dan kan bijvoorbeeld zijn van inkomsten en uitgaven, maar ook van kosten en opbrengsten. Ook een budget is een begroting.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Schrijf in je eigen woorden op wat een budgettair probleem is

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Wat is een budget?
Een budget is de hoeveelheid geld die je hebt voor een bepaalde periode.

"Mijn budget voor de vakantie is 800 euro" betekent dat ik voor mijn vakantie 800 euro heb (en dus niet meer dan dat kan uitgeven)

Slide 9 - Slide

Introduceer het concept van een budget en leg uit waarom het belangrijk is om er een te hebben.
Een budget is een financieel plan dat specifieke uitgaven en inkomsten voor een bepaalde periode vaststelt. Het wordt vaak gebruikt door mensen en bedrijven om hun uitgaven te plannen en ervoor te zorgen dat ze niet meer geld uitgeven dan ze verdienen. Een budget kan maandelijks, jaarlijks of voor een andere tijdsperiode worden opgesteld en kan specifieke doelen bevatten, zoals besparingen of aflossing van schulden.
Wat is een begroting?
Een begroting is een overzicht van wat je gaat doen met je budget; een overzicht van je inkomsten en uitgaven

Dus als je met vakantie gaat van die 800 euro (inkomsten):
200 euro uitgave aan camping
200 euro uitgave aan reis
250 euro uitgave aan eten en drinken
150 euro uitgave aan extraatjes zoals souvenirs, uitstapjes etc

Slide 10 - Slide

Leg uit wat een begroting is en geef een voorbeeld van een bedrijfsbegroting.

Een begroting is een meer formele financiële planningstool die wordt gebruikt door overheden en organisaties om hun inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode te plannen. Het bevat vaak verschillende onderdelen, zoals operationele uitgaven, investeringen en inkomstenbronnen, en wordt gebruikt om strategische beslissingen te nemen over hoe middelen het best kunnen worden toegewezen. Een begroting kan ook politieke of juridische implicaties hebben, afhankelijk van de instelling waarvoor het wordt opgesteld.
Verschillen budget en begroting?
Een budget en een begroting zijn twee termen die vaak door elkaar worden gebruikt, maar ze hebben wel verschillende betekenissen.

Een begroting is gericht op het in kaart brengen van de te verwachten inkomsten en uitgaven. Een budget maakt inzichtelijk hoeveel geld er voor een specifieke periode beschikbaar is voor een specifieke taak of afdeling van het bedrijf.

Slide 11 - Slide

Leg het belangrijkste verschil uit tussen een budget en een begroting en geef een voorbeeld van hoe ze allebei worden gebruikt in verschillende situaties.

Slide 12 - Link

This item has no instructions

Geschatte vs werkelijke kosten
  • Geschatte kosten zijn de verwachte kosten in de begroting (vooraf). 
  • Werkelijke kosten zijn de daadwerkelijke kosten die zijn gemaakt (achteraf).

Slide 13 - Slide

Bespreek het verschil tussen geschatte en werkelijke kosten. Gebruik voorbeelden om dit duidelijk te maken.
Tekorten en overschotten
Een tekort treedt op wanneer de werkelijke kosten hoger zijn dan de geschatte kosten. Een overschot treedt op wanneer de werkelijke kosten lager zijn dan de geschatte kosten.

Wanneer weet je dit?

Slide 14 - Slide

Leg uit wat tekorten en overschotten zijn en waarom het belangrijk is om ze te begrijpen.
Hoe houd je een kasboek bij?
Een kasboek is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven. Houd het bij door elke transactie (uitgaven of inkomsten) te noteren en ervoor te zorgen dat het klopt met je werkelijke bankafschriften.
Zoek in de appstore of playstore een paar apps waar je je kasboek kan bijhouden? Bespreek voor en nadelen.

Slide 15 - Slide

gekko administratie
Fleur
Financieel
Dyme is bespaar en budget app
Oh mijn geld
easy kas en MOnefy

 Bespreek het belang van nauwkeurigheid en consistentie.
Tips voor het bijhouden van een budget
  • Houd je uitgaven bij in een app
  • Wees realistisch over je inkomsten en uitgaven
  • Maak een begroting en houd je eraan
  • Gebruik contant geld in plaats van een pinpas
  • en/of creditcard 
  • Vermijd impulsieve aankopen

  • Waar zit het grootste probleem denk je?

Slide 16 - Slide

Geef enkele nuttige tips aan studenten om hen te helpen hun budgetten beter bij te houden.

Slide 17 - Link

This item has no instructions

Slide 18 - Link

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Slide 22 - Link

This item has no instructions