What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Verwijzen (met antecedent)
VERWIJZEN
GRAMMATICA H3 - BLZ. 92
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
VERWIJZEN
GRAMMATICA H3 - BLZ. 92
Slide 1 - Slide
Het en zijn verwijzen naar
A
mannelijke woorden
B
vrouwelijke woorden
C
onzijdige woorden
D
tweezijdige woorden
Slide 2 - Quiz
'Die' en 'deze' verwijzen naar;
A
onzijdige woorden
B
verkleinwoorden
C
mannelijke en vrouwelijke woorden
D
alleen mannelijke woorden
Slide 3 - Quiz
De woorden 'met wie', 'aan wie' en 'door wie' verwijzen naar...
A
dingen
B
personen
Slide 4 - Quiz
Verwijswoorden verwijzen...
A
naar iets wat eerder in de tekst genoemd is
B
naar iets wat later in de tekst genoemd wordt
Slide 5 - Quiz
Een verwijswoord kan verwijzen naar:
A
één woord
B
een paar woorden
C
antwoord A, B en D zijn goed
D
een hele zin
Slide 6 - Quiz
'Deze' en 'die' verwijzen naar...
A
De-woorden
B
Het-woorden
Slide 7 - Quiz
'Dit' en 'dat' verwijzen naar...
A
De-woorden
B
Het-woorden
Slide 8 - Quiz
Deze en dit verwijzen naar iets
A
wat veraf is
B
wat dichtbij is
Slide 9 - Quiz
Die en dat verwijzen naar iets wat
A
veraf is
B
dichtbij is
Slide 10 - Quiz
De verwijswoorden: "zij/ze, hun"
verwijzen naar....
A
1 persoon of ding
B
meerdere personen of dingen
Slide 11 - Quiz
De volgende vragen:
Geef aan of het gegeven woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is.
Slide 12 - Slide
beleid
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 13 - Quiz
bok
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 14 - Quiz
feest
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 15 - Quiz
hypotheek
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 16 - Quiz
koe
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 17 - Quiz
muziek
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 18 - Quiz
prestatie
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 19 - Quiz
steward
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 20 - Quiz
studente
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 21 - Quiz
team
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 22 - Quiz
beleid
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 23 - Quiz
beleid
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 24 - Quiz
beleid
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 25 - Quiz
beleid
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 26 - Quiz
De volgende vragen:
Vul de juiste verwijswoorden in.
Kies uit: hij, hem, zij, ze, haar, het, zijn
Slide 27 - Slide
Omdat de bibliotheek gaat verbouwen, stuurt ... al ... leden een brief.
A
ze, zijn
B
hij, zijn
C
hij, haar
D
ze, haar
Slide 28 - Quiz
Volgend jaar mag de bevolking ... stem uitbrengen voor een nieuw parlement.
A
haar
B
zijn
C
hem
D
het
Slide 29 - Quiz
Marc laat ... brommer ieder jaar nakijken om ... in topconditie te houden.
A
zijn, haar
B
zijn, hem
C
hem, haar
D
zij, hem
Slide 30 - Quiz
Toen dit bedrijf winst ging maken, gaf ... een flinke bonus aan ... werknemers.
A
hij, haar
B
zij, haar
C
het, zijn
D
hij, zijn
Slide 31 - Quiz
Als de politie meer vertrouwen wil, moet ... allochtone dienders aannemen.
A
ze
B
hij
C
zijn
D
haar
Slide 32 - Quiz
More lessons like this
Samentrekking
September 2024
- Lesson with
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Opdr. fouten met verwijswoorden blz 97
December 2023
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatica zinsdelen H3
February 2021
- Lesson with
52 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
verwijswoorden havo 3
March 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Formuleren verwijzen VWO 3
January 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3: grammatica en formuleren over verwijswoorden
February 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Verwijswoorden (en beknopte bijzin)
February 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Havo 3 Verwijswoorden (en beknopte bijzin)
January 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3