Mini zelfzorg quiz huid

                                    Mini quiz 
Zelfzorg huid
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

                                    Mini quiz 
Zelfzorg huid

Slide 1 - Slide

door welk virus ontstaat een koortslip?
A
HPV1
B
HPV2
C
P-virus
D
coronavirus

Slide 2 - Quiz

als de koortslip een korstje is geworden is dat....
A
stadium 1
B
stadium 2
C
stadium 3
D
stadium 4

Slide 3 - Quiz

(koortslip)
ik moet naar de dokter als.....
A
er blaasjes ontstaan
B
er ook blaasjes bij mijn oog ontstaan
C
er ook blaasjes bij mijn neus ontstaan
D
het na 8 dagen nog niet over is

Slide 4 - Quiz

Welke medicatie kan ervoor zorgen dat je eerder koortslip krijgt?
timer
1:00
A
NSAID's
B
Aciclovir
C
Corticosteroïden
D
Zinkoxide

Slide 5 - Quiz

welk anti schimmel middel geeft een interactie met acenocoumarol?
A
aciclovir
B
clotrimazol
C
miconazol
D
terbenafine

Slide 6 - Quiz

mag een kind onder de 12 jaar het middel clotrimazol gebruiken tegen voetschimmel?
A
ja
B
nee
C
alleen de creme

Slide 7 - Quiz

wanneer moet de patiënt naar de huisarts verwezen worden bij klachten van voetschimmel?
A
als de klachten na 3 dagen nog niet over zijn na gebruik van een ZZ middel
B
als de voetschimmel na 1 maand weer terug is
C
als het rood is en jeukt tussen de tenen
D
als er pus uit de blaren komt

Slide 8 - Quiz

Wat is de oorzaak van acne
A
bacteriële infectie
B
verhoogde talgproductie
C
verlaagde talgproductie
D
slechte hygiëne

Slide 9 - Quiz

Wat is acne?
A
Ontsteking van de epidermis.
B
Ontsteking van de dermis.
C
Ontsteking van de talgklieren.
D
Ontsteking van de haarzakjes.

Slide 10 - Quiz

Wat is het 1ste keus middel voor acne?
A
cetomacrogol
B
salicylzuur
C
fusidinezuur
D
benzoylperoxide

Slide 11 - Quiz

Welk niet medicamenteus advies bij wratten is onjuist
A
doe altijd een pleister op de wrat om te beschermen
B
niet krabben of peuteren om verspreiding te voorkomen
C
gebruik handdoeken niet gezamelijk
D
draag bij een voetwrat wollen of katoenen sokken

Slide 12 - Quiz

Femke Jansen komt in de apotheek en wil iets tegen wratten , heeft al 2 weken iets gebruikt maar doet niet voldoende. Ze heeft iets gehaald bij de drogist. applicatievloeistof met een kwastje.
Mw is 26 jaar, tweede trimester en heeft wrat op haar hand. welk advies geef je ?
A
geef nu een zalf mee
B
gebruikt al langer dan 2 weken dus HA
C
Geef salicylzuur mee met juiste advies
D
geef advies, duurt even voordat het werkt

Slide 13 - Quiz

Parelwitte , bolronde bultjes met vocht en parelmoerachtige glans zijn:
A
waterwratjes
B
voetwratjes
C
gewone wratjes
D
dit zijn blaasjes dus doorverwijzen

Slide 14 - Quiz

Zijn wratten besmettelijk?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Bij welke duur van de zelfbehandeling met salicylzuur bij wratten, zonder het gewenste effect moet je verwijzen naar de huisarts?
A
4 weken
B
6 weken
C
8 weken
D
12 weken

Slide 16 - Quiz

Wat is de oorzaak van een wrat?
A
bacterie
B
schimmel
C
virus
D
gist

Slide 17 - Quiz

Zinksulfaat creme/gel is 1e keus bij koortslip.
Hoe breng je deze aan?
A
3 x daags de lippen goed insmeren
B
zo vaak mogelijk een dikke klodder aanbrengen op blaas, niet smeren.
C
De mondhoeken en blazen licht inmasseren
D
5 x per dag dun aanbrengen op lippen en huid rond de mond.

Slide 18 - Quiz

Hoe werkt dimeticon bij hoofdluis?
A
Het legt een beschermlaagje op de hoofdhuid
B
Het vergiftigt de luis.
C
Het verstikt de luis
D
Het lost de luis op.

Slide 19 - Quiz

Acne is grotendeels te wijten aan erfelijkheid
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Welke van de volgende stellingen is een feit over acne?
A
Acne wordt erger door bepaald voedsel, zoals varkensvlees of chocolade.
B
Stress kan acne veroorzaken.
C
Bijna iedereen krijgt in de puberteit puistjes. De één heeft er alleen meer last van dan de ander.
D
Zonlicht kan acne verminderen.

Slide 21 - Quiz