Grammatica zinsdelen H6

Programma
Toetsdatum: maandag 8 november a.s.

1) Bespreken  huiswerk
2) LessonUpopdrachten
3) Opdrachten maken/bespreken en huiswerk
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Programma
Toetsdatum: maandag 8 november a.s.

1) Bespreken  huiswerk
2) LessonUpopdrachten
3) Opdrachten maken/bespreken en huiswerk

Slide 1 - Slide

Lesdoel
 Je leert wat de bijwoordelijke bepaling is.
Je kunt zinnen met een pv, ow, wg, lv, mv en bwb helemaal correct ontleden.

Slide 2 - Slide

Bespreken huiswerk
Startopdracht 

Slide 3 - Slide

Theorie Grammatica zinsdelen H6
De bijwoordelijke bepaling (bwb).
Als je een zin in de juiste volgorde goed hebt ontleed tot en met het meewerkend voorwerp, dan kun je zinsdelen overhouden: de restjes van de zin. Dat zinsdeel of die zinsdelen (want het kunnen er meer dan 1 zijn) is/zijn de bijwoordelijke bepaling(en). 

Met andere woorden: een zin hoeft geen bijwoordelijke bepaling te hebben, maar kan er ook meerdere hebben!

Slide 4 - Slide

De bijwoordelijke bepaling
De bijwoordelijke bepaling kan tijd, duur, plaats, reden, oorzaak, manier, afstand enz. aangeven. 
De bijwoordelijke bepaling geeft dan ook antwoord op vragen als: wanneer, hoelang, waar, waarom, waardoor, hoe, hoever enz.

Deze vraagwoorden zijn zelf ook een bijwoordelijke bepaling!

Slide 5 - Slide

Let op:
Niet alle bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op een vraag. Ook woorden als 'niet, misschien, zeker, wel, natuurlijk, absoluut, waarschijnlijk, vermoedelijk' zijn bijwoordelijke bepalingen!

Trucje: Je wel altijd de vraag 'Zoenen?' stellen!!!

Slide 6 - Slide

voor zijn moeder
Onderwerp
werkwoordelijk gezegde
meewerkend voorwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp
bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Drag question

de bos rozen
Onderwerp
werkwoordelijk gezegde
meewerkend voorwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp
bijwoordelijke bepaling

Slide 8 - Drag question

heeft
Onderwerp
werkwoordelijk gezegde
meewerkend voorwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp
bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Drag question

eergisteren
Onderwerp
werkwoordelijk gezegde
meewerkend voorwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp
bijwoordelijke bepaling

Slide 10 - Drag question

Denise
Onderwerp
werkwoordelijk gezegde
meewerkend voorwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp
bijwoordelijke bepaling

Slide 11 - Drag question

is gearriveerd
Onderwerp
werkwoordelijk gezegde
meewerkend voorwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp
bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Drag question

Maken 
opdracht 1: deze opdracht bespreken we nog in de les

Ben je klaar dan kun je beginnen aan opdracht 2. Dit is huiswerk voor donderdag.

Je krijgt deze opdrachten op papier zodat je niet zelf eerst de zinnen hoeft over te schrijven.

Slide 13 - Slide