Woorden met een koppelteken

Wat leren we vandaag?
Welke woorden je met een koppelteken schrijft.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat leren we vandaag?
Welke woorden je met een koppelteken schrijft.

Slide 1 - Slide

Woorden met een koppelteken;
Welke ken jij al?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Bij woorden waar een speciale toevoeging voor staat: 
ex-...    adjunct-.....   assistent-....
bijv.:        ex-man,    adjunct-directeur,                                          assistent-manager,   oud- militair
(let op:  'oud' in de betekenis van 'voormalig')

Slide 4 - Slide

Tussen delen van samenstellingen die eindigen en beginnen met dezelfde klinker  (klinkerbotsing bij samenstellingen) 

Bijv. :   na-apen,    mee-eten,  zee-egel, 
en ook als het niet dezelfde klinkers zijn, maar wel botsen:  
Bijv.  radio-uitzending,  re-integratie

Slide 5 - Slide

Samengestelde aardrijkskundige namen 
én hun afleidingen: 

bijv. : Noord-Holland, Noord-Brabant, Zuidoost-Gronings, 
Zuid-Frankrijk,    Centraal-Aziatisch, 

Slide 6 - Slide

In samenstellingen van letters, letterwoorden, cijfers en een zelfstandig naamwoord
bijv.: TT-races,    tbc-patiënt, 
3-0-overwinning, 
€-teken,     tv-scherm

Slide 7 - Slide

Welk woord is goed gespeld?
A
autoongeluk
B
autongeluk
C
auto-ongeluk
D
auto ongeluk

Slide 8 - Quiz

Welke samenstelling moet je met een koppelteken schrijven?
A
leerling timmerman
B
stop teken
C
fiets bel
D
honden riem

Slide 9 - Quiz

Maak een goede samenstelling: De jongen met wie je vroeger verkering had, noem je ook wel je ...................."

Slide 10 - Open question

Maak een goede samenstelling:

Slide 11 - Open question

Maak de les over het koppelteken (doel 120)  
in Snappet - Spelling
Ik geef de vijf dicteewoorden.
Let op:   maak opgave 2 helemaal. 
Minder dan 3 fouten?  ga door met 10 plusopgaven.
3 fouten of meer?  Extra instructie en maak opgave 3 

Slide 12 - Slide

Heb je het doel van deze les gehaald?
"Weten welke woorden je met een koppelteken (verbindingsstreepje) schrijft."

Slide 13 - Open question