Stijlfiguren deel 1

Stijlfiguren!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Stijlfiguren!

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Ik kan de volgende stijlfiguren herkennen:

Herhaling / Repetitio
Pleonasme
Tautologie

Slide 2 - Slide

Herhaling of repetitio
Bij een herhaling worden sommige woorden herhaald, waardoor deze extra nadruk krijgen.

Altijd november, altijd regen,
Altijd dit lege hart, altijd

J.C. Bloem

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Tautologie
Er worden meerdere synoniemen van één woord genoemd. Hiermee benadruk je wat je wil zeggen. Je zegt dus eigenlijk twee keer hetzelfde.

Ik voel me eenzaam en alleen
Je krijgt het gratis en voor niets
Zij staat in vuur en vlam

Slide 5 - Slide

Pleonasme
Er wordt een vanzelfsprekend kenmerk vermeld.

een ronde cirkel
uitstellen tot later
nat water

Slide 6 - Slide

Bijgaand vindt u ingesloten de foto's van de laatste voorstelling.
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling

Slide 7 - Quiz

Eenzaam en verlaten, dronk hij zijn drankje op het terras.
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling

Slide 8 - Quiz

Ik ga daar nooit, nooit meer heen!
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling

Slide 9 - Quiz

Tijdens het mondeling gesprek kwamen zij nader tot elkaar.
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling

Slide 10 - Quiz

Werken, werken, altijd maar werken
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling

Slide 11 - Quiz

Hij heeft zijn achterstallige schuld nog niet betaald.
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling

Slide 12 - Quiz

De rechercheur onderzocht het dode lijk.
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling

Slide 13 - Quiz

Soms kan het weleens voorkomen dat ik mijn huiswerk niet maak.
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Opdracht / inleveren einde les
Jullie maken zelf de zinnen met stijlfiguren voor de volgende les.
Je levert drie tekstjes in (gedicht, berichtje, reclame, slogan, songtekst)
In één komt een HERHALING voor;
In één komt een TAUTOLOGIE voor;
In één komt een PLEONASME voor.

Slide 16 - Slide