les 9-5-2022

Herzlich Willkommen!

- je mobieltje is in de telefoontas!
- je zit op je vaste plekje en je bent stil!
- je hebt je werkboek op tafel liggen!
- je tas ligt netjes op de grond
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herzlich Willkommen!

- je mobieltje is in de telefoontas!
- je zit op je vaste plekje en je bent stil!
- je hebt je werkboek op tafel liggen!
- je tas ligt netjes op de grond

Slide 1 - Slide



Was machen wir heute:

- korte herhaling
- Voorzetsels met de 4de naamval
- oefeningen



Slide 2 - Slide

Het voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

Wat is de hoofdregel van het voltooid deelwoord?
A
stam + t
B
ge + stam + d
C
stam + d
D
ge + stam + t

Slide 4 - Quiz

De regel wanneer de stam op een -d/-t eindigt, is dus...

ge + stam + ...
A
t
B
d
C
et
D
ed

Slide 5 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van wohnen?
A
gewohnd
B
gewohnt
C
gewohnen
D
gewohnet

Slide 6 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van baden?
A
gebadet
B
gebaden
C
gebaded
D
gebadedt

Slide 7 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van suchen?
A
sucht
B
gesuchen
C
gesucht
D
gesuchet

Slide 8 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van chatten?
A
chattet
B
chatted
C
gechattet
D
gechatted

Slide 9 - Quiz

Voorzetsels met de 4de naamval

Slide 10 - Slide

Deze pers vnw. heb je al geleerd...
ik
ich
jij
du
hij
er
zij
sie
het
es
wij
wir
jullie
ihr
zij 
sie 
u
Sie
Deze persoonlijke voornaamwoorden staan in de eerste naamval 


Slide 11 - Slide

Dit is nieuw...
mij
mich
jou
dich
hem
ihn
haar
sie
het
es
ons
uns
jullie
euch
hen
sie
u
Sie
Deze persoonlijke voornaamwoorden staan in de vierde naamval 



Slide 12 - Slide

De voorzetsels van de vierde naamval
durch
door
für
(bestemd) voor, ergens vóór zijn
ohne
zonder
um
om
gegen
tegen
Na deze voorzetsels volgt de 4de naamval  

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Voorbeelden
Peter spielt gegen dich.
Wir essen ohne euch.
Machst du dir Sorgen um mich?
Die  Cola ist für ihn.

Slide 15 - Slide

Vertaal: om
A
ohne
B
um
C
für
D
durch

Slide 16 - Quiz

Vertaal: zonder
A
tegen
B
ohne
C
om
D
met

Slide 17 - Quiz

Vertaal: door
A
ohne
B
um
C
für
D
durch

Slide 18 - Quiz

Vertaal: tegen
A
gegen
B
ohne
C
für
D
mit

Slide 19 - Quiz

Vertaal: voor
A
für
B
ohne
C
um
D
mit

Slide 20 - Quiz

voor mij
zonder hem
door jullie
om je 
um dich
ohne ihn
für mich
durch euch

Slide 21 - Drag question

werkboek oefeningen:

- pagina 69/70 opdracht 8 / 9 / 10 / 11 maken
- vanaf pagina 71 opdracht 1 / 2 / 3 maken

Slide 22 - Slide

Bis Donnerstag! Tschüss!

Slide 23 - Slide

Hoe heb jij vandaag gewerkt?
Geef jezelf een cijfer. (1=slecht en 5=heel goed)
1
2
3
4
5

Slide 24 - Poll