Opfrissing bewegingsapparaat VZ4A19

Opfrissing
Bewegingsapparaat 
VZ4A19
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Opfrissing
Bewegingsapparaat 
VZ4A19

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud
- ken je deze nog?
skelet en skeletspieren
onderdelen bewegingsapparaat
soorten fracturen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ken je deze (nog)?
Lordose = 
Bursa = 
Musculus = 
M. pectoralis major = 
Os tibia = 
Os clavicula = 
Vertebrae thoracales = 

Slide 3 - Slide

lordose= holle kromming van de wervelkolom
Ken je deze (nog)?
Lordose = kromming van de wervelkolom, hol
Bursa = slijmbeurs
Musculus = spier
M. pectoralis major = grote borstspier
Os tibia = scheenbeen
Os clavicula = sleutelbeen
Vertebrae thoracales = borstwervels

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel % van het zorgpersoneel heeft last van klachten aan het houdings- of bewegingsapparaat?
A
10%
B
20%
C
30%
D
40%

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1. mimische spieren
2. monnikskapspier
3. deltaspier
4. grote borstspier
5. biceps     
6. triceps
7. brede rugspier
8. rechte buikspier
9. schuine buikspier
10. vierhoofdige dijbeenspier
11. hamstrings
12. driehoofdige kuitspier

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bewegingsapparaat
Bestaat uit: 
  • Botten
  • Beenverbindingen (bv gewrichten)
  • Spieren





Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Botten en beenderen
Functies van het skelet
  • Ondersteunen van het lichaam
  • Aanhechting spieren
  • Beweging mogelijk maken
  • Bescherming kwetsbare organen
  • Vorming van bloedcellen
  • Opslag mineralen





Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Botten en beenderen
Soorten botten:
  • Pijpbeenderen (dijbeen)
  • Platte beenderen(ribben)
  • Korte beenderen (kootjes)
  • Onregelmatige beenderen
        (wervels)




Botverbindingen:
  • Bindweefselverbinding
  • Kraakbeenverbinding
  • Gewricht

Slide 11 - Slide

Botverbindingen:

Bindweefselverbinding: bv naden van de schedelbeenderen ( collageen verbindingen)

kraakbeenverbinding: dan zit er kraakbeen tussen de botten (hyalien weefsel is soepel) bv tussen de ribben en het borstbeen

vezelig is niet zo soepel: bv schaambeenderen

Gewrichten:
maakt grote beweeglijkheid tussen de verschillende botten mogelijk. Bij veel gewrichten is het ene gewrichtsvlak bol(kop) en de holle kant (kom) bv. heup
Spieren
Spierbuik is opgebouwd uit spierbundels.
Spierbundels 
bestaan 
uit spiervezels.

Slide 12 - Slide

spiervezels zijn gevuld met in de lengterichting lopende spierfibrillen (myofibrillen)

Deze spierfibrillen zorgen voor dat de spier contractiel kan zijn, nl samentrekking
Spieren
Samentrekken van spieren: contractie (door de fibrillen)
Aansturing gaat via de motorische zenuwbaan

Hersenen --> verlengde merg (kruising) --> ruggenmerg -->
ruggenmergzenuw --> perifere zenuw --> spiervezel

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Gewrichten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Gewrichten
Onderdelen:
  • Gewrichtssmeer
  • Gewrichtskraakbeen
  • Synoviaal vlies
  • Gewrichtsbanden
  • Meniscus
  • Slijmbeurs







Soorten:
  • Kogelgewricht (bv heup)
  • Eigewricht (pols)
  • Zadelgewricht (bv duim/handpalm)
  • Rolgewricht (atlas/draaier)
  • Scharnier (elleboog)
  • Vlakgewricht (handwortelbeentjes)
  • Straf gewricht (sacro-iliacale gewricht (SI-gewricht))

Slide 15 - Slide

Meniscus: schijfje van kraakbeen in de vorm van een halve maan.

In elke knie zitten er 2 tussen bovenbeen en onderbeen.
De schijfjes zijn belangrijk om de knie soepel te kunnen bewegen.

Ze vangen ook schokken op

Synoviaal vlies:
FRACTUREN

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Fractuur - botbreuk
Gesloten fractuur: huid is intact
Open fractuur = gecompliceerde fractuur: wond aanwezig en/of bot steekt uit de huid


 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Fractuur - botbreuk
4 soorten:
Kruislingse fractuur: fractuur staat loodrecht op lengte as bot
Verbrijzeling: fractuur met 3 of meer botstukken
Greenstick fractuur: buigen maar niet / beetje breken (twijgje)
Groeischijfbreuk: beschadiging van de groeischijf



 

Slide 18 - Slide

Groeischijfbreuk: In het gedeelte van de groeischijf is een breuk waardoor mogelijk een onderbreking in de groei komt
Soorten fracturen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Fractuur - botbreuk
Oorzaken:
  • Plotseling druk of rek (val, etc)
  • Zwakte van bot (tumor, cyste)
  • Zware overbelasting (stress fractuur)



 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Fractuur - botbreuk
Symptomen:
  • Knappen, krakend geluid
  • Pijn en zwelling
  • Afwijkende stand, functiebeperking
  • Naar buiten steken van bot




 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Stressfractuur middenvoets-beentje

Fractuur door botcyste in bovenarm

Slide 22 - Slide

botcyste: kan uitgroeien tot een kwaanaardige tumor 
Fractuur
onderbeen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Collum fractuur
Total hip, Gamma nail

Slide 24 - Slide

Collumfractuur: gebroken heup

Totale heupoperatie: total hip (LI)

Gamma nail:  (RE) een grote schoef in de hals van het dijbeen, die vast zit aan een pen die in het dijbeen w geplaatst
Fractuur - botbreuk
Conservatief: gips, spalk, brace, verband

Voordelen: geen operatie, geen risico op infectie
Nadelen: meerdere gewrichten in gips en dat geeft stijfheid en minder spiermassa, niet direct belasten






 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Fractuur - botbreuk
Operatief: platen, schroeven, pennen, draden

Voordelen: geen of kortdurend gips, breuk naadloos op elkaar, sneller belasten
Nadelen: kans op botinfectie, 2e operatie nodig om platen en pennen te verwijderen




 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben we geleerd vandaag?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions