11.1 Een moderne wereld

Leerdoelen
  • uitleggen wat wordt bedoeld met een massasamenleving
  • uitleggen door welke ontwikkelingen in West-Europa en de Verenigde Staten massasamenlevingen ontstonden
  • beredeneren waarom het ontstaan van een massasamenleving bij sommigen tot cultuurpessimisme leidde
  • beredeneren hoe overheden reageerden op de negatieve aspecten van het ontstaan van massasamenlevingen

1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leerdoelen
  • uitleggen wat wordt bedoeld met een massasamenleving
  • uitleggen door welke ontwikkelingen in West-Europa en de Verenigde Staten massasamenlevingen ontstonden
  • beredeneren waarom het ontstaan van een massasamenleving bij sommigen tot cultuurpessimisme leidde
  • beredeneren hoe overheden reageerden op de negatieve aspecten van het ontstaan van massasamenlevingen

Slide 1 - Slide

Kenmerkend aspect
 De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

Slide 2 - Slide

Wereldtentoonstelling Parijs 1900
  • In 1900 werd in Parijs de wereldtentoonstelling geopend.
  • Elektrische apparaten, auto's, moderne wapens, film en andere uitvindingen werden getoond
  • De eerste ondergrondse lijn van de metro aangelegd. Binnen een aantal jaren lag er een uitgebreid metronet in de stad
  • 50 miljoen mensen hadden in 7 maanden een bezoek aan de wereldtentoonstelling gebracht.

Slide 3 - Slide

De wereld rond 1900
 Er gebeurde van alles in de wereld rond 1900, maar drie ontwikkelingen vielen erg op:
  1. Stijging aantal inwoners met name in steden/industriegebieden. Dit was onder andere te danken aan nieuwe inzichten in de bestrijding van ziekten. Zo was er vaker stromend water, een riool voor afvalwater en begonnen artsen steriel te opereren.
  2. Meer mobiliteit. Door nieuwe vervoermiddelen als de auto, metro, tram en later ook het vliegtuig werd de wereld als het ware kleiner. 
  3. Nieuwe communicatiemiddelen cultuur, kennis en informatie op een snellere manier konden overbrengen op een groot publiek (radio, bioscoop, telefoon)

Slide 4 - Slide

Tweede industriële revolutie (voordelen)
  • De tweede industriële revolutie onderscheidde zich van de eerste door het gebruik van elektriciteit, staal (in plaats van smeed- en gietijzer) en verbrandingsmotoren op diesel of benzine (in plaats van stoommachines).  
  • Er ontstonden zelfs geheel nieuwe industrieën, zoals de chemische en de elektrotechnische industrie. Door deze nieuwe fase in de industrialisatie was het mogelijk sneller en goedkoper te produceren.
  • De nieuwe technieken hadden grote invloed op het dagelijks leven van de mensen in West-Europa en de Verenigde Staten. Er kwamen handige en interessante nieuwe producten in het huishouden
  • mensen ontdekken de 'wereld': dankzij snellere vervoermiddelen zagen gewone mensen meer van de wereld dan alleen hun eigen dorp of stad.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Nadelen
  • de vooruitgang bleek ook een keerzijde te hebben. De radio en de bioscoop waren ook interessant voor politieke partijen en regeringen. Ze maakten via de radio politieke reclame voor hun ideeën en hoopten op die manier miljoenen mensen tegelijk te overtuigen van hun gelijk. 
  • In de 20e eeuw zou blijken dat de nieuwe mogelijkheden ook konden worden misbruikt voor het ophitsen van de massa, voor misleiding en voor andere vormen van propaganda.
  • Ook de nieuwe technieken in de industrie hadden een keerzijde. Ze leidden tot rivaliteit tussen landen en tot de ontwikkeling van nieuwe wapens.
  • Onder sommigen heerste cultuurpessimisme: Zij vreesden dat de verfijnde westerse cultuur ten onder zou gaan in de barbarij van de massa.

Slide 7 - Slide

Nederland: meer overheidsbemoeienis
Een groot deel van de bevolking leefde in armoede en onder slechte omstandigheden. De overheid moest een actievere rol gaan spelen:
  • Door de groeiende bevolking moesten er nieuwe woonwijken worden aangelegd
  • de Nederlandse Woningwet van 1901 stelde harde eisen aan de woonomstandigheden (geen bewoning van krotten en kelders meer)
  • Gezondheidszorg: instanties werden opgericht om toezicht te houden en regeringen te adviseren
  • Onderwijs: in Nederland verplichtte de Leerplichtwet uit 1900 kinderen van 6 tot 12 jaar tot het volgen van onderwijs.

Slide 8 - Slide

Medische vooruitgang 
(niet leren - ter verduidelijking)
  • 1895 - Wilhelm Conrad Röntgen:  straling waarbij interne structuren zichtbaar worden gemaakt zonder chirurgie
  • 1899 - Aspirine: Duitse firma Bayer bracht deze pijnstiller en koortsverlager op de markt
  • Rond 1900: Louis Pasteur: vond allerlei vaccins uit tegen infectieziekten (b.v: hondsdolheid)
  •  1901 - Karl Landsteiner: ontdekking van bloedgroepen maakte bloedtransfusies veiliger
  • 1907 - Charles Mantoux: TBC test om tuberculose vroeg te kunnen behandelen.

Slide 9 - Slide

Kernvragen
  1. De samenlevingen die rond 1900 in het Westen ontstonden, noemen we wel ‘massasamenlevingen’. Noem 3 ontwikkelingen die bij het ontstaan hiervan een rol speelden. Waar speelde zich dit voornamelijk af?
  2. Leg uit waardoor de bevolking in de periode 1850-1900 harder ging groeien.
  3. Leg uit wat wordt bedoeld met de tweede industriële revolutie.
  4. De vooruitgang bleek ook een keerzijde te hebben. Noem 3 voorbeelden.
  5. Op welke 3 gebieden gingen overheden zich meer bemoeien rond 1900?


Slide 10 - Slide

Begrippen
  • tweede industriële revolutie: periode vanaf het einde van de 19e eeuw, waarin staal, elektriciteit en de verbrandingsmotor werden toegepast in de industrie.
  • propaganda: politieke reclame om mensen te overtuigen van en te laten gehoorzamen aan de ideeën van een bepaalde persoon of partij.
  • communicatiemiddel: een medium om op afstand informatie over te brengen aan (grote groepen) mensen zoals radio, film en telefoon.
  • cultuurpessimisme: De overtuiging dat de (westerse) beschaving op korte termijn ten onder zal gaan.


Slide 11 - Slide