Groei, crisis en NewDeal in de VS

GROEI, CRISIS EN NEWDEAL 
IN DE VS
1 / 54
next
Slide 1: Slide
geschiedenisSecundair onderwijs

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

GROEI, CRISIS EN NEWDEAL 
IN DE VS

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Je bespreekt de kenmerken van de Roaring 20s
Je vergelijkt een vrije markteconomie met een planeconomie en geeft relevante voorbeelden
Je verklaart de 3 oorzaken van de crisis van 1929
Je verklaart de gevolgen van de crisis (regionaal en mondiaal)
Je vergelijkt de aanpak van de crisis door Hoover (republikein) en Roosevelt (democraat) en bespreekt dit binnen de ideologie van de partij.
Je bespreekt de aanpak van de New Deal
Je kadert het belang van propaganda voor zowel republikeinen als democraten en analyseert dit in bronnen
Je beschrijft de kenmerken van de crisis van de jaren ‘30
Je bespreekt en vergelijkt relevante bronnen aan de hand van de leerstof
Je plaatst volgende historische begrippen in tijd, ruimte en verklaart de betekenis in context van de crisis van de jaren 30: isolationisme, Monroedoctrine, vrije markteconomie, planeconomie, roaring 20s, drooglegging, Dawesplan, Beurskrach, Grote Depressie, New Deal, Hoovervilles
Je plaatst volgende personen in tijd en ruimte en bespreekt hun belang in de context van crisis in de jaren ’30: Keynes, Hoover, Roosevelt


Slide 4 - Slide

Isolationisme
Vanaf het begin werd de Amerikaanse buitenlandse politiek gekenmerkt door het streven naar afzijdigheid in Europese aangelegenheden. 

Dit beleid werd in 1823 in de Monroedoctrine uitgewerkt

Na WOI trok de VS zich terug in deze politiek.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Roaring twenties

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De "Roaring 20s"
Grote economische groei, meer welvaart
Massaproductie en massaconsumptie

Luxegoederen (auto, radio, stofzuiger, ijskast,...) voor gewone mensen

Cultuur:                            en Age of Jazz

Maar...voorspoed was (deels) schijn: overproductie en overconsumptie door
 'live now, pay later'
the charleston is een dans die ontstond in de VS na WOI
Flapper girls
Meer info vind je hier

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

1920: DROOGLEGGING
Reden: ouderen vinden de levenswijze van jongeren niet oké

  • Alle productie van consumptie van alcohol is verboden in de Verenigde Staten.
  • De wet werd een grote flop: veel illegale brouwerijen/schenkerijen.
  • Toename criminaliteit, gangsters handelen in alcohol.



Slide 11 - Slide

Al Capone

Slide 12 - Slide

Vrijemarkteconomie
  • Ondernemers mogen zelf bepalen wat en hoe ze hun geld willen verdienen. 
  • Wet van vraag en aanbod bepaalde wat er geproduceerd werd.
  • Er zijn weinig overheidsregels (zeker in de VS).
  • Consumptiemaatschappij

Wereldkapitalisme

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hulp voor Duitsland

het Dawesplan


  • Door Dawesplan ging het weer beter met Duitsland.

  • Door opbloeiende welvaart weer politiek vertrouwen tot 1929.



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Oorzaken economische crisis VS
1. Boeren, bedrijven en burgers kopen alles op afbetaling
  1. Boeren lenen om hun productie te verhogen (mechanisatie)
  2. Bedrijven lenen om te kunnen uitbreiden (schaalvergroting) 
  3. Consumenten lenen om (luxe)producten te kopen
  4. Aandeelhouders lenen om (meer) aandelen te kopen
    bv: 'Voor elke $ die is verdiend, geven Amerikanen 5$ uit'
 


Slide 22 - Slide

2. Overproductie in de landbouwsector
- mechanisatie (machines kopen met geleend geld) 
- ontstaan van overschotten (hervatting landbouw in EU)

3. Financiële risico's banken
Banken gaan akkoord met speculeren met aandelen / geleend geld. Geloven dat de economie alleen maar kan groeien.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wat weet jij eigenlijk
van de crash van Wallstreet?

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Video

DE BEURSCRASH
Op 24 oktober 1929 bestormden massa's beleggers de beurs van New York (Crash van Wallstreet) en eisten contant geld in ruil voor de aangekochte aandelen. Er was immers wantrouwen gegroeid over de betrouwbaarheid van de aangeboden waardepapieren. De banken zaten ineens met een tekort aan cash en konden niet meer uitbetalen. De aandelenkoersen stortten ineen toen de beleggers probeerden hun waardeloze papieren te dumpen. Banken en bedrijven gingen over kop. 
Niet enkel de grote beleggers verloren fortuinen, miljoenen Amerikaanse gezinnen zagen hun spaargeld in rook opgaan of zaten plots diep in de schulden.
De crisis verspreidde zich bliksemsnel over de hele westerse wereld ( VSA en Europa). 
 
De wereldcrisis leidde tot een dalende koopkracht. Deze maakte de overproductiecrisis nog erger wat leidde tot een massale werkloosheid door de vele faillissementen . 
De regeringen gingen over tot een drastische bezuinigingspolitiek, wat de economie en de werkgelegenheid niet ten goede kwam.  

Slide 27 - Slide

DE BEURSCRASH: 24 oktober 1929 of zwarte donderdag
Economische crisis in Amerika:

- Veel bedrijven gaan failliet of moeten mensen ontslaan.
- Landbouwcrisis: overproductie
- Bankwezen stortte in
- Werkloosheid in Amerika is enorm 

-> Grote depressie

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Armoede door crisis
1932:   
  • Het inkomen van de Amerikanen
     50% lager dan in 1929.
  • Waarde aandelen gedaald met
     88%!
  • 15.000.000 Amerikanen werkloos

In Europa: Vooral Engeland en Duitsland getroffen door de crisis.

Slide 30 - Slide

GROTE DEPRESSIE
- Amerika kan niets meer kopen uit Europa. 
- Europese bedrijven gaan ook failliet. 
- Werkloosheid België: 
(werkloosheidsgraad  = procentueel  aantal volledig  
werkloze  industriearbeiders  t.o.v.  de  totale  arbeidskracht  in  die  groep)
1929: 1 ,7%                                            1934: 20,5 %                                  
1930: 4,3 %                                           1935: 18,8%
1931: 12,4 %                                          1936: 12,9 %
1932: 20,2 %
1933: 18,8%       

Bron cijfers: https://www.journalbelgianhistory.be/en/system/files/article_pdf/BTNG-RBHC%2C%2020%2C%201989%2C%201-2%2C%20pp%20001-106.pdf

          


Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Vanaf 1929 raakten de Verenigde Staten in een zware depressie (Great Depression), waardoor veel mensen werkloos werden. In sommige staten was er tussen 1934 en 1936 ook nog een extreem droge periode. Hierdoor ontstonden enorme stofstormen waardoor de oogsten van de boeren mislukten. Om verder te kunnen leven, vetrokken duizenden mensen uit deze Dust Bowl naar andere staten, zoals Californië, waar ze hoopten werk te vinden.
De vrouw in de foto is Florence Owens Thompson. Zij was met haar kinderen gevlucht uit Oklahoma, omdat zij daar vanwege de grote droogte niet meer voor voldoende eten kon zorgen. Op de foto is zij 32 jaar en moeder van 7 kinderen. Later zou ze nog 3 kinderen krijgen.
Na de Tweede Wereldoorlog ging het een stuk beter met haar: ze trouwde opnieuw, waardoor het financieel ook beter ging. Ze stierf in 1983 op 80-jarige leeftijd.
De officiële titel van de foto is: "Destitute pea pickers in California. Mother of seven children. Age thirty-two. Nipomo, California.". Pea-pickers ('Erwtenplukkers'), is de bijnaam voor de migranten die in Californië ongeschoold werk, zoals oogsten, deden.
Volgens Florence had de fotografe beloofd de foto's niet publiceren. Dat gebeurde echter wel: de foto's werden al snel gebruikt bij een artikel dat ging over de hongersnood van de duizenden vluchtelingen.
Hoewel de foto wereldberoemd werd met de titel Migrant Mother, was de identiteit van Florence bijna 40 jaar onbekend. Pas in de jaren 70 werd duidelijk wie de vrouw in de foto was. Florence heeft overigens, behalve bekendheid, niets aan de foto overgehouden.
Om een herhaling van de Dust Bowl te voorkomen, liet de Amerikaanse president Roosevelt honderdduizenden bomen planten, zodat de erosie van de bodem kon worden tegengegaan.

Slide 35 - Slide

Mensen verloren hun werk, hun huis en al hun geld. Ze kwamen terecht in Hoovervilles, vernoemd naar de president Herbert Hoover (Seattle, 1934)

Slide 36 - Slide

0

Slide 37 - Video

0

Slide 38 - Video

Hoe reageerde de overheid eerst op de crisis?
Niet ingrijpen
Welk nieuw communicatiemiddel werd door Roosevelt ingezet om het vertrouwen terug te winnen?
Radio
Welke maatregelen werden genomen voor de landbouw
Prijzen van de landbouwproducten waren te laag.
Landbouwers subsidiëren om minder te produceren
Doel: prijs landbouwproducten te laten stijgen
Welke maatregelen werden er genomen om de werkloosheid terug te dringen?
Grote openbare werken creëren 8 miljoen arbeidsplaatsen

Welke maatregelen werden genomen om de infrastructuur te verbeteren
Stuwdammen aanleggen, bomen aanplanten, wegen en bruggen aanleggen (voordeel: goedkopere elektriciteit, ecologisch evenwicht)
De New Deal was gebaseerd op de ideeën van Keynes. Wat hielden deze in?
De staat investeert om de koopkracht van de bevolking te verhogen in tijden van crisis. Koopkracht stijgt waardoor er meer geconsumeerd wordt er komt economische groei waardoor er minder werkloosheid is waardoor er meer inkomsten zijn voor de staat (belastingen)
Verklaar: de welvaartstaat werd geboren uit de crisis
Door de Grote Depressie groeide het besef dat in het consumptie kapitalisme de staat meer moet investeren in de welvaart van de hele bevolking zodat iedereen kan blijven consumeren
Is de New Deal gebaseerd op het liberalisme zoals we dat kennen uit de lessen van vorig jaar (bv Adam Smith)
Neen, het liberalisme vindt net dat de staat zo weinig mogelijk moet tussenkomen opdat de onzichtbare hand haar werk kan blijven doen.
Woe was er tegen de maatregelen van Roosevelt en waarom?
- socialisten: Roosevelt doet te weinig voor de arbeiders
- rijken: hoge taksen, staat bemoeit zich teveel met de economie (Roosevelt is volgens hen een socialist)

Slide 39 - Slide

Hoover (Republikein)
  • Veel mensen zijn dakloos, geen 
     werkloosheidsuitkering
  • Ontstaan sloppenwijken, deze worden 
      spottend 'hoovervilles' genoemd

  • Opvatting Republikeinse president Hoover:   optimistisch, wachten tot de economie zich
     vanzelf hersteld, geen overheidsingrijpen.
  • Ondanks de crisis: optimistisch!
  • 1932: niet herkozen, de Democraat
      Franklin D. Roosevelt wordt gekozen

Slide 40 - Slide

Roosevelt (democraat): Keynes in de praktijk
Keynes
Nieuwe economische theorie:
Heropleving door inmengingspolitiek staat
Doel: 
koopkracht bevolking verzekeren
Meer consumptie waardoor economie beter zou draaien
Hoe?
Werkloosheid terugdringen
Sociale zekerheid met uitkeringen

Slide 41 - Slide

NEW DEAL
Was verkiezingsbelofte van Roosevelt
National Recovery Administration
Doel: Amerikaanse economie uit het slop
Visie: overheid moet bevolking bijstaan in moeilijke tijden
Pakket van hervormingsmaatregelen
Landbouw: hypotheeklasen verlaagd + voorschotten + regulering productie
Gevolg: boeren koopkrachtiger
Banken: staatssteun + herstel vertrouwen. Maar ook strengere controle
Industrie: werkduur beperken + hoger loon
Hogere koopkracht
Lagere werkloosheid (door kortere arbeidsduur)
Industriëlen die hieraan meewerkten: label ‘Blauwe Arend’
Veel reclame
Openbare werken: zware investeringen (wegen, stuwdammen,…)
Stimulans economische ontwikkeling in achtergestelde gebeieden
Werkgelegenheid
Sociale toestand: sociale zekerheid + verbod kinderarbeid (jonger dan 16) en toestaan vakbonden

Was verkiezingsbelofte van Roosevelt
National Recovery Administration
Doel: Amerikaanse economie uit het slop
Visie: overheid moet bevolking bijstaan in moeilijke tijden
Pakket van hervormingsmaatregelen
  • Landbouw: hypotheeklasen verlaagd + voorschotten + regulering productie
     Gevolg: boeren koopkrachtiger
  • Banken: staatssteun + herstel vertrouwen. Maar ook strengere controle
  • Industrie: werkduur beperken + hoger loon
      -Hogere koopkracht
      -Lagere werkloosheid (door kortere arbeidsduur)
      -Industriëlen die hieraan meewerkten: label ‘Blauwe Arend’
      -Veel reclame
  • Openbare werken: zware investeringen (wegen, stuwdammen,…)
    -Stimulans economische ontwikkeling in achtergestelde gebieden
    -Werkgelegenheid
  • Sociale toestand: sociale zekerheid + verbod kinderarbeid (jonger dan 16) en toestaan vakbonden

De "New Deal" (1932)

Slide 42 - Slide

Sleep de begrippen naar de juiste president!
Hoover
Roosevelt
Banken redden met staatsleningen
Bezuinigen
Steun voor werklozen
Klassiek Liberalisme
Werkloosheidsprojecten
Krottenwijken
Hulp voor huizenbezitters

Slide 43 - Drag question

FDR
FDR staat voor Franklin Delano Roosevelt, de democratische Amerikaanse president.
Lekkende kraan
Deze lekkende kraan staat voor de New Deal.
Taxpayer
De man staat voor de Amerikaanse belastingbetaler, die het geld voor de New Deal moet opbrengen.
$16 bilion spent
Er is al $16 miljard besteed aan de New Deal.

Slide 44 - Slide

De tekenaar is een voor/tegenstander van de New Deal, want...

Slide 45 - Open question

Gebruik de bron. Hoover en andere Amerikaanse conservatieven deelden de kritiek die in deze bron op de politiek van Roosevelt gegeven werd. Geef aan wat hun kritiek inhield.

Slide 46 - Open question

Leg uit dat de fotografe een subjectieve weergave geeft van de gebeurtenis die zij heeft gefotografeerd.

Slide 47 - Open question

Propaganda

Slide 48 - Slide

GROTE DEPRESSIE Duitsland
- Amerika gaat de leningen aan Duitsland van het Dawesplan terug vragen. 

- Duitsland kan op dat moment helemaal nog niet zonder die leningen. 

Slide 49 - Slide

GROTE DEPRESSIE Duitsland
  • Grote depressie raakt Duitsland erg hard. 
  • Door inflatie is Duits geld niet meer waard.
  • Hoge werkloosheid
  • De Duitsers zijn ontevreden over de economische crisis. 
  • Duitsers geven de Weimar republiek de schuld.
  • Roep om een sterke leider die de boel gaat redden.

Slide 50 - Slide

Begrippen uit deze les
  • isolationisme
  • roaring twenties
  • drooglegging
  • beurscrash
  • grote depressie
  • Zwarte Donderdag
  • New Deal
  • Hoovervilles

Slide 51 - Slide

Personen uit deze les
  • Keynes
  • Hoover
  • Roosevelt

Slide 52 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 53 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 54 - Open question