Quiz 1 over Frankrijk - Joum - Tak

Eiffeltoren
1 / 38
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3-6

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Eiffeltoren

Slide 1 - Slide

Quizzzz  over Frankrijk! 

Slide 2 - Slide

Hoe heet dit monument:
A
L'Arc de Triomphe
B
Les champs-Elysées
C
Les Invalides
D
Notre Dame

Slide 3 - Quiz

Hoeveel inwoners heeft Frankrijk (ongeveer)?
A
46 miljoen
B
96 miljoen
C
66 miljoen
D
86 miljoen

Slide 4 - Quiz

Welk eiland hoort bij Frankrijk
A
Tenerife
B
Madeira
C
Corsica
D
Sardinië

Slide 5 - Quiz

Welke rivier stroomt er door Parijs?
A
le Rhône
B
la Seine
C
la Loire
D
la Garonne

Slide 6 - Quiz

Frankrijk wordt bestuurd door een...
A
Koning
B
Prins
C
President
D
Premier

Slide 7 - Quiz

Aan welke landen grenst Frankrijk onder andere? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
België, Luxemburg, Duitsland, Italie
B
Spanje, Zwitserland, Italië, Portugal
C
Spanje, Zwitserland, Italië, België
D
België, Luxemburg, Duitsland, Oostenrijk

Slide 8 - Quiz

Wat is het volkslied van Frankrijk?
A
La Marseillaise
B
La Parisienne
C
Le Chant des Paris
D
La Concorde

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Wat is de naam van de hoogste berg van Frankrijk?
A
le Mont Ventoux
B
le Mont Blanc
C
l'Alpe d'Huez
D
le Tourmalet

Slide 11 - Quiz

Als je vanuit Nederland naar Frankrijk belt is het toegangsnummer...
A
0031
B
0033
C
0044
D
0018

Slide 12 - Quiz

Wat is de naam van dit museum?
A
Het Louvre
B
Paleis van Versailles
C
De Champs-Elysées
D
Het Centre Pompidou

Slide 13 - Quiz

Wat is de naam van dit warenhuis?
A
Centre Pompidou
B
La Printemps
C
Le bon Marché
D
Galeries Lafayette

Slide 14 - Quiz

Hoe heet dit Franse cabaret gebouw?
A
le Moulin des arts
B
le Moulin coquin
C
le Moulin de Paris
D
le Moulin rouge

Slide 15 - Quiz

Op welke dag valt de Nationale feestdag van Frankrijk?
A
14 juillet
B
14 juin
C
14 septembre
D
14 août

Slide 16 - Quiz

Waar is de finish van de Tour de France?
A
Champs-Élysées
B
Normandië
C
Marseille
D
Vogezen

Slide 17 - Quiz

Welke spel wordt hiernaast afgebeeld?
A
jeu de billes
B
Pétanque
C
Jeu de boules
D
jeu de balle

Slide 18 - Quiz

De Romeinse naam voor Paris is....
A
Arelate
B
Augustodonum
C
Lugdunum
D
Lutetia

Slide 19 - Quiz

Het aantal departementen in het moederland Frankrijk is ...
A
76
B
96
C
86
D
66

Slide 20 - Quiz

La Rentrée is....
A
de eerste dag van het nieuwe schooljaar
B
de herverkiezing van een Franse president
C
de terugkeer uit het Vreemdelingenlegioen
D
het begin van de grote uitverkoop in januari en juni

Slide 21 - Quiz

Het vliegveld bij Parijs heet....
A
Horla
B
Lorly
C
Orah
D
Orly

Slide 22 - Quiz

In een droguerie verkoopt men ook ....
A
softdrugs
B
alcohol
C
natuurlijke producten
D
sigaretten

Slide 23 - Quiz

Het plaatje is van de aller bekendste fransman aller tijden. Wie?

Slide 24 - Open question

Hoe heeft zij?

Slide 25 - Open question

"Weetje": Hoeveel brood eten Fransen dagelijks?
A
88 gr
B
120 gr
C
250 gr
D
320 gr

Slide 26 - Quiz

Marie Curie ontving met haar man de Nobelprijs voor de...
A
Vrede
B
Natuurkunde
C
Scheikunde
D
Letterkunde

Slide 27 - Quiz

De Eiffel Toren was bijzonder snel gebouwd. Hoelang precies?
(in jaar, maanden en dagen)
A
1 jaar 11 md en 5 dagen
B
2 jaar 2 md en 5 dagen
C
2 jaar 11 md en 5 dagen
D
3 jaar 2 md en 5 dagen

Slide 28 - Quiz

Hoe groot is de Eiffel Toren tegenwoordig? (incl. antenne)
A
115 m
B
276 m
C
312 m
D
324 m

Slide 29 - Quiz

Ongeveer hoeveel keer groter dan Nederland is Frankrijk?
A
6 keer
B
8 keer
C
11 keer
D
13 keer

Slide 30 - Quiz

De traditionele Franse baret heet officieel een ....
A
béret basque
B
béret bonhomme
C
béret breton
D
béret normand

Slide 31 - Quiz

Welke vorstendom grenst aan Frankrijk?
A
Andorra
B
Liechtenstein
C
Malta
D
San Marino

Slide 32 - Quiz

Hoeveel regio's heeft Frankrijk?
A
13
B
21
C
11
D
27

Slide 33 - Quiz

Men zegt dat de Fransen afstammen van de ....
A
Batavieren
B
Germanen
C
Kelten
D
Romeinen

Slide 34 - Quiz

Een casse-croûte is een ....
A
tandenbreker
B
tosti
C
tussendoortje
D
zuurkoolschotel

Slide 35 - Quiz

In welke volgorde bezoek je de scholen? Begin met het laagste niveau. Gebruik alleen cijfers.
1. L'école primaire / 2. la maternelle
3. le lycée / 4. la garderie
5. le collège

Slide 36 - Open question

Wat is "une pression"?
A
B
C
D

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide