7.1 Materialen toepassen K3

§ 7.1 Materialen toepassen
§ 7.2 Van grondstof tot product
§ 7.3 Afvalverwerking
§ 7.4 Dichtheid

1 / 18
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§ 7.1 Materialen toepassen
§ 7.2 Van grondstof tot product
§ 7.3 Afvalverwerking
§ 7.4 Dichtheid

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
  1. Huiswerk controle
  2. Voorkennis/Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk
  7. Nabespreking

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Huiswerkbespreken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

7.1 Leerdoelen
  1. Je kunt drie eigenschappen noemen die belangrijk zijn voor een constructiemateriaal.
  2. Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met ‘verspanen’ en ‘verspanende bewerkingen’.
  3. Je kunt de keuze van materialen voor verschillende toepassingen toelichten.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Materiaal
Materiaal:
  • Stof die je gebruikt om een    voorwerp of product te            maken.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Materiaaleigenschappen
  • Kleur
  • Gewicht
  • Hardheid
  • Brandbaarheid
  • Fase (vloeibaar, vast of gas)
  • Elektrische weerstand

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hout is verspaanbaar

  • Materiaaleigenschap die aangeeft of je van een materiaal gemakkelijk stukjes kunt weghalen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verspanen
enkele voorbeelden van verspanen zijn:

> zagen
> beitelen
> vijlen
> frezen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Verbindingen
  • Lassen
  • Solderen
  • Spijkeren
  • Klinken
  • Lijmen 
  • Schroeven
  • Nieten
  • Verbinden: aan elkaar vastmaken van twee stukken materiaal.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Glas
Glas was vroeger een populair verpakkingsmateriaal.
De voordelen van glas:
  • Glas houdt zowel vloeistoffen als gassen tegen. 
  • Wat in een fles zit, kan niet naar buiten, en wat buiten de fles is, kan niet        naar binnen. 
  • Verder geeft glas geen stoffen af aan de vloeistof in de fles en glas wordt    niet aangetast door de zuren die in veel dranken zitten.
één belangrijk nadeel: 
  • glas is breekbaar. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Polyetheen
Er zijn verschillende soorten PE, waarvan:
  • LDPE (lagedichtheid-polyetheen) en HDPE (hogedichtheid-polyetheen)   de belangrijkste zijn (figuur 4). 
  • LDPE heeft een dichtheid van ongeveer 0,92 g/cm3.
  • LDPE is taai en buigzaam.
  • HDPE van ongeveer 0,95 g/cm3.
  • HDPE is veel stijver dan LDPE.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

PE (polyetheen)
                                       PE kun je indelen in: 
- LDPE (low density PE):                           - HDPE (high density PE): 
minder sterk PE                                           sterk PE
denk aan bv zakjes                                     denk aan bv speelgoed. 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Composieten
Composieten bestaan uit verschillende materialen die elkaar verbeteren. Zo ook carbon fiber.

Carbon fiber bestaat uit: 
Kunststof en koolstofvezels

Slide 14 - Slide

Carbonfiber (meestal carbon genoemd) bestaat uit een kunststof die is versterkt met koolstofvezels ==> Composiet.
Carbonfiber heeft een kleine dichtheid en is extreem sterk.
Zijn sterkte dankt het aan de vezels in het materiaal.
Deze vezels kunnen grote trekkrachten opvangen.
De combinatie van kleine dichtheid en grote sterkte is erg belangrijk in de sport
Composiet
  • Vaak zijn het kunststoffen die versterkt zijn met vezels. 
  • De vezels versterken de kunststof

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Composieten
Composiet:
  • Carbonfiber heeft een kleine dichtheid en is extreem sterk. 
  • Zijn sterkte dankt het aan de vezels in het materiaal. 
  • Deze vezels kunnen grote trekkrachten opvangen.
  • De combinatie van kleine dichtheid en grote sterkte is erg belangrijk in   de sport.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 7.1
1 t/m 12


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting: we weten.................
  1. Je kunt drie eigenschappen noemen die belangrijk zijn voor een constructiemateriaal.
  2. Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met ‘verspanen’ en ‘verspanende bewerkingen’.
  3. Je kunt de keuze van materialen voor verschillende toepassingen toelichten.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions