11.2 Bevruchting

1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Even herhalen 
Wat weet je nog van paragraaf 1? 

Slide 3 - Slide

In welk onderdeel worden de zaadcellen geproduceerd?
A
Teelbal
B
Zaadblaasje
C
Prostaat
D
Bijbal

Slide 4 - Quiz

Rijpen nieuwe eicel
Eisprong
Eicel sterft
Rijpen nieuwe eicel
Menstruatie
Baarmoederslijmvlies wordt dikker
Menstruatie

Slide 5 - Drag question

Wat is een zwellichaam?
A
hierin ontwikkelen eicellen zich
B
hierin worden zaadcellen gemaakt
C
middel datzwangerschap tegengaat.
D
deze vullen zich met bloed zodat de man een erectie krijgt

Slide 6 - Quiz


eierstok is?
A
nummer 1
B
nummer 3
C
nummer 8
D
nummer 10

Slide 7 - Quiz

In de                        zitten de onrijpe                 in de                 .
Wanneer de eicel rijp is vindt er een                   plaats.
De rijpe eicel komt na de ovulatie in de                .
De eileider vervoert de            naar de                           . 
Tijdens de                         wordt het baarmoederslijmvlies dikker.
eicelrijping
eicel
eisprong
eierstokken
baarmoeder
eileider
follikels
eicellen

Slide 8 - Drag question

timer
1:30
eierstok
baarmoeder
baarmoedermond
eileider
vagina

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zet in de juiste volgorde:
Innesteling
Bevruchte eicel deelt zich
Bevruchting
Ovulatie
Bolletje cellen

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Innesteling

Slide 15 - Slide

Wat is innesteling?
A
Als de eicel en zaadcel samenkomen
B
Als de zaadcellen in de baarmoeder komen
C
Als de bevruchte eicel in de baarmoeder vast gaat zitten
D
Als de bevruchte eicel in de eileider gaat zitten

Slide 16 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
Innesteling
Bevruchte eicel deelt zich
Bevruchting
Ovulatie
Bolletje cellen

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Slide

Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Hormoonstaafje
B
Prikpil
C
Spiraaltje
D
Sterilisatie

Slide 19 - Quiz

Koppel de voorbehoedsmiddelen aan de juiste uitspraak
Voorkomt innestelen bevruchte eicel
voorkomt een rijpe eicel
voorkomt dat een zaadcel bij een eicel kan komen

Slide 20 - Drag question

Wat is de naam van dit voorbehoedsmiddel?
A
De pil
B
Anticonceptiestaafje
C
Spiraaltje

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide