Les 23 - 1HN - Maandag 18 Dec.

Les 23 - 1HN
Grammatica - Zinsdelen
Lezen

DOME
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 23 - 1HN
Grammatica - Zinsdelen
Lezen

DOME

Slide 1 - Slide

Planning
1. Lezen
2. Nieuws
3. Herhaling vorige lessen
4. Vragen ophalen
5. Zelfstandig werken
-PAUZE-
6. Samen oefenen
7. Afsluitend spel



Slide 2 - Slide

Wij lezen in stilte
,zodat wij ons boek afkrijgen!
timer
10:00

Slide 3 - Slide

NIEUWS VAN DE DAG


https://jeugdjournaal.nl

Slide 4 - Slide

Ik ben het ... met de stelling van de dag.
A
Eens
B
Oneens

Slide 5 - Quiz

Zinsdelen
Zinnen kun je knippen tot stukjes, zinsdelen, deze hebben namen



Slide 6 - Slide

Welke zinsdelen behandelen wij?
1. Persoonsvorm
2. Onderwerp
3. (Werkwoordelijk) gezegde
4. Lijdend voorwerp

Slide 7 - Slide

Woensdag de toets
1. Persoonsvorm
2. Onderwerp
3. (Werkwoordelijk) gezegde
4. Lijdend voorwerp

Slide 8 - Slide

§2 - Persoonsvorm

-Een van de werkwoorden
1. Tijdproef
>Veranderen = Persoonsvorm
2. Vraagproef
>Vooraan= Persoonsvorm

Slide 9 - Slide

§4 - Onderwerp

-Iemand of iets doet iets
>Hoort bij PV
1. Vind de persoonsvorm
2. Vraag: wie/wat + pv?
3. Antw. = Het OW

Slide 10 - Slide

§6 - Werkwoordelijk gezegde

-Werkwoorden > Doen
-Alles in de zin = WWG
>Wat er gebeurt in de zin
-Een is de PV
-Soms een, soms meer

Slide 11 - Slide

§8 - Lijdend voorwerp
Lijd onder het werkwoordelijk gezegde

wie/wat+wg+ow?
-Ondergaat het werkwoord - actie
-Begint nooit met een voorzetsel
-Niet alleen voorwerpen
-Niet in elke zin 

Slide 12 - Slide

Wat wil jij nog oefenen? Wat is nog moeilijk?

Slide 13 - Open question

Maken
CURSUS 5 - GRAMMATICA 
§2 - Persoonsvorm
§4 - Onderwerp
§6 - Werkwoordelijk gezegde
§8- Lijdend voorwerp
KLAAR?
Maak 'TRAINEN' in Nieuw Nederlands


timer
6:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

1. De hond blaft in de tuin.

2. Mijn broer leest een interessant boek.

3. De leraar legt de lesstof duidelijk uit.

4. Mijn ouders kopen een nieuwe auto.

5. De kinderen spelen vrolijk in de speeltuin.

6. Zij lacht om de grappige opmerking.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Bommetje tik
Voertuigen
Dieren
Kleding
Eten
Pasta
Brood
Groenten
Elektronica:
Telefoon
Computer
Televisie
Koptelefoon
Camera
Sporten:
Voetbal
Basketbal
Zwemmen
Hardlopen
Yoga
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Einde van de les



Woensdag de toets.

Slide 19 - Slide