1.4 Grote getallen en Procenten

Welkom 
Spullen op tafel
Mobiele telefoons zijn uit het zicht

Learning something new!!
1 / 30
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 
Spullen op tafel
Mobiele telefoons zijn uit het zicht

Learning something new!!

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
-je kan grote getallen om-schrijven
-je kan procenten berekenen met grote getallen
-je kan berekenen met een verhoudingstabel

Slide 2 - Slide

Lesplanning
  • Huiswerk controle 

  • Afronden terugblik procenten gevraagd 
  • Oefenvragen 
  • Uitleg: grote getallen

  • Zelfstandig werken
2 min
15 min
5 min




10 min
10 min

Slide 3 - Slide

Oefenvragen 

Slide 4 - Slide

Absolute toename is....

Slide 5 - Open question

Relatieve toename is ....

Slide 6 - Open question

Bij een stijging zet je het laagste / hoogste getal onder de 100%

Slide 7 - Open question

Bij een daling zet je het laagste / hoogste getal onder de 100%

Slide 8 - Open question

Prijsstijging van 5%
Waar reken je naar toe?
A
5%
B
105%
C
95%

Slide 9 - Quiz

Prijsdaling van 2,6%
Waar reken je naar toe?
A
2,6%
B
102,6%
C
87,4%

Slide 10 - Quiz

In een aquarium zitten 12 vissen, er zijn 5 rode vissen. Hoeveel procent van de vissen is rood? 

1
X
5
12
100
41,7
Procent
Aantal

Slide 11 - Drag question

De benzineprijs is gestegen van €1,40 naar €1,50. 
Hoeveel procent is dat? 

1
X
0,10
1,40
100
7,1
Bedrag
Procent
107,1
1,50

Slide 12 - Drag question

Een voetbal vereniging had in 2019 175 leden. Een jaar erop is het gedaald naar 150 leden. Met hoeveel procent is het gedaald.

1
X
25
150
100
16,7
Aantal
Procent
175
116,7
85,7
14,3

Slide 13 - Drag question

Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel moet ze betalen? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
16,95
100
6,95
1
X
59
Bedrag
Procent
41
10,00

Slide 14 - Drag question

Absolute toename (het verschil!)

III - II = 760 - 738 = 22 mm 

Slide 15 - Slide

52b: Vul de procententabel verder in
738
100
22
1
X
3,0
Aantal
Procent
10,00

Slide 16 - Drag question

Relatieve toename (procenten!) 

3% toename

Slide 17 - Slide

Vraag 54
Absolute toename (a):
0,51 - 0,33 = 0,18 
Het is een toename dus het komt bij het kleinste getal
(daarom 0,33 onder de 100%)

Relatieve prijsverhoging (c): 54,5%

Slide 18 - Slide

55: laagste onder 100

Slide 19 - Slide

56: hoogste onder 100

Slide 20 - Slide

Uitleg : Grote getallen
1 000 =
10 000 =
100 000 =
1 000 000 =
1 000 000 000 =

GG
1 duizend= 1 000 (3 nullen)
1 miljoen = 1.000.000 (6 nullen)
1 miljard  = 1.000.000.000 (9 nullen)
1 biljoen  = 1.000.000.000.000 (12 nullen)

Slide 21 - Slide

GROTE GETALLEN

Slide 22 - Slide

Schrijf voluit

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Schrijf 1 890 145 met het woord miljoen en rond af op één decimaal

Slide 25 - Open question

Schrijf 231 790 105 met het woord miljard en rond af op één decimaal

Slide 26 - Open question

Bereken de procenten

-gebruik altijd een verhoudingstabel.
-Vul de verhoudingstabel in op dezelfde manier.
-kijk of je makkelijk kan rekenen (haal bv extra nullen weg)


Slide 27 - Slide

Samen oefenen!
Gebruik een verhoudingstabel !!
procent
100
getal
696000

Slide 28 - Slide

Aan het werk


Opdracht: 61 t/m 65


timer
15:00
timer
5:00

Slide 29 - Slide

Lesdoelen bereikt?
-je kan het percentage berekenen
-je weet het verschil tussen absoluut en relatief
-je kan berekenen met een verhoudingstabel

Slide 30 - Slide