Grammatica: taalkundig ontleden 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Grammatica:
taalkundig ontleden

• Lidwoord (lw)
• Bijvoeglijk naamwoord (bn)
• Zelfstandig naamwoord (zn)
• Hulpwerkwoord (hww)
• Zelfstandig werkwoord (zww)
• Persoonlijk voornaamwoord (psvnw)
• Bezittelijk voornaamwoord (bzvnw)

Kies de juiste woordsoort.

Roos wast haar haar met shampoo.

1. Zelfstandig naamwoord (zn)
2. Voorzetsel (vz)
3. Bijvoeglijk naamwoord (bn)
4. Bijwoord (bw)

Lady Gaga heeft een nieuwe plaat uitgebracht.

Hoeveel zelfstandig naamwoorden tel je?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel lidwoorden tel je?

Dat meisje had van haar oma één snoepje gekregen voor de leuke tekening en het mooie gedicht.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Kies de juiste woordsoort.

Mijn kater is vorige week gecastreerd.

1. Zelfstandig werkwoord (zww)
2. Hulpwerkwoord (hww)

Kies de juiste woordsoort.

Morgen ga ik samen met mijn vriend zwemmen in de zee.

1. Zelfstandig werkwoord (zww)
2. Hulpwerkwoord (hww)

Kies de juiste woordsoort.

De waterkoker moet regelmatig worden ontkalkt met azijn.

1. Zelfstandig werkwoord (zww)
2. Hulpwerkwoord (hww)

Kies de juiste woordsoort.

Vader kan heel goed
pannenkoeken bakken.

1. Zelfstandig werkwoord (zww)
2. Hulpwerkwoord (hww)

Kies de juiste woordsoort.

De leerlingen hebben goed geleerd voor hun moeilijke toets.

1. Zelfstandig naamwoord (zn)
2. Voorzetsel (vz)
3. Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Noteer de bezittelijke voornaamwoorden.
Mijn zoons zijn heel sportief en hun voetbalteams winnen bij iedere wedstrijd.

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden.
Heeft u misschien ergens mijn telefoon gezien? Ik ben hem namelijk kwijt.

Kies de juiste woordsoort.

Gelukkig mag ik straks weer naar huis.  

1. Zelfstandig werkwoord (zww)
2. Zelfstandig naamwoord (zn)
3. Bijvoeglijk naamwoord (bn)
4. Voorzetsel (vz)

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden (bn) tel je?
De rode auto heeft een grote, diepe deuk in het beschadigde portier.

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) tel je?
Mijn beste vriend Vincent en ik gaan twee keer per maand uit eten in Goes.

Kies de juiste woordsoort.

De les Nederlands valt vandaag uit, want de leraar is ziek.

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Hulpwerkwoord (hww)
3. Zelfstandig werkwoord (zww)
4. Zelfstandig naamwoord

Hoeveel voorzetsels staan er in onderstaande zin?
Na de gymles op school kleden de leerlingen zich altijd snel om.

Kies de juiste woordsoort.

Deze kok heeft loempia’s met verschillende Aziatische smaken bedacht. 

1. Zelfstandig werkwoord (zww)
2. Hulpwerkwoord (hww)

Kies de juiste woordsoort.

Deze kok heeft

 loempia’s met verschillende Aziatische smaken bedacht. 

1. Zelfstandig werkwoord (zww)
2. Hulpwerkwoord (hww)

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden.
Van oude boterhammen kun
je heerlijke tosti's maken.

Kies de juiste woordsoort.

Archeologen hebben

 een bijzondere vondst gedaan 

 in het Italiaanse Pompeï

1. Zelfstandig werkwoord (zww)
2. Hulpwerkwoord (hww)
3. Zelfstandig naamwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord

Kies de juiste woordsoort.

Archeologen hebben

 een bijzondere vondst gedaan 

 in het Italiaanse Pompeï

1. Zelfstandig werkwoord (zww)
2. Hulpwerkwoord (hww)
3. Zelfstandig naamwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord

Kies de juiste woordsoort.

Volgens mij word jij beïnvloed door jouw vrienden.

1. Pers. voornaamwoord
2. Bez. voornaamwoord

Kies de juiste woordsoort.

Archeologen hebben

 een bijzondere vondst gedaan 

 in het Italiaanse Pompeï

1. Zelfstandig werkwoord (zww)
2. Hulpwerkwoord (hww)
3. Zelfstandig naamwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord

Kies de juiste woordsoort.

Volgens mij word jij beïnvloed door jouw vrienden

1. Pers. voornaamwoord
2. Bez. voornaamwoord

Kies de juiste woordsoort.

Volgens mij word jij beïnvloed door jouw vrienden

1. Pers. voornaamwoord
2. Bez. voornaamwoord