H7 politiek BB

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3,4

Het parlement 

Wie zitten er in het kabinet?

1. Koning en ministers
2. Ministers en het parlement
3. Eerste en Tweede Kamer
4. Ministers en staatssecretarissen

Noem 2 taken van het kabinet

Na deze les kan ik 

• taken en rechten van het parlement beschrijven, noemen, herkennen en toepassen 
• het verschil tussen coalitie en oppositie partijen uitleggen  

Eerste Kamer

• 75 zetels 
• indirect gekozen 
• volk --> provinciale staten --> Eerste Kamer 

Parlement: Eerste en Tweede Kamer 

Tweede Kamer

• 150 zetels 
• gekozen door het volk 

uitleg

Elke politieke partij wordt een fractie genoemd in het parlement. Elke fractie heeft een fractievoorzitter.

Coalitie partijen 

Deze partijen werken samen in het kabinet 

compromissen:

Oppositiepartijen

Deze partijen zitten niet in het kabinet maar wel in het parlement 

uitleg

Eerste Kamer

 

Tweede Kamer

Parlement

Eerste en Tweede Kamer hebben 2 taken 

• (mede)wetgevende taak: wetten schrijven, aanpassen en goed- of afkeuren 
• controlerende taak: controleren of het kabinet de wetten goed uitvoert. 

uitleg

(mede)wetgevende taak

Minister en Tweede Kamerleden mogen wetsvoorstellen schrijven. 

Tweede Kamerleden mogen wetsvoorstellen aanpassen. 

Eerste en Tweede Kamerleden mogen wetten goed- of afkeuren. 

Controlerende taak 

Controleren of staatssecretarissen en ministers goed hun werk doen. 

Ministers hebben informatieplicht ze moeten alle informatie aan het parlement geven en vragen op tijd en volledig beantwoorden. 

Ook hebben ze verantwoordingsplicht ook wel ministeriële verantwoordelijkheid: ministers zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van beleid.

Met een motie geeft de Kamer haar mening over over iets of vraagt een minister iets te doen. 
Met een motie van wantrouwen vragen ze een minister om af te treden. 

Welke taak van het parlement zie je in het filmpje?

Dagelijks bestuur Nederland
Volksvertegenwoordigers

Kabinet

Parlement

1. Wetten maken 

2. Wetten uitvoeren

1. Wetten maken 

2. Controleren