Kerst herhaling

Kerst
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kerst

Slide 1 - Slide

Wat is dit?
A
de kerstster
B
de piek
C
de kerstklok
D
de kerstbal

Slide 2 - Quiz

Wat is dit?
A
de kerststal
B
uitpakken
C
het cadeau
D
inpakken

Slide 3 - Quiz

Wat is dit?
A
de slinger
B
de lichtjes
C
de kaars
D
de kerstbal

Slide 4 - Quiz

Wat is dit?
A
de kerstster
B
de kerstboom
C
de kerstkrans
D
de engel

Slide 5 - Quiz

Wat is dit?
A
het hert
B
het paard
C
de slee
D
het rendier

Slide 6 - Quiz

Wat is dit?
A
de elfjes
B
de twaalfjes
C
de pieten
D
de engelen

Slide 7 - Quiz

Wat is dit?
A
de engel
B
de kerstster
C
de piek
D
de kerstbal

Slide 8 - Quiz

Wat is dit?
A
de versiering
B
de kerstballen
C
de hangers
D
de lichtjes

Slide 9 - Quiz

Wat zie je op de foto?

Slide 10 - Mind map

Eerste kerstdag
Tweede kerstdag
Kerstavond
24 december
25 december
26 december

Slide 11 - Drag question

de kerstboom
de kaars
het cadeau
versieren
aansteken
inpakken

Slide 12 - Drag question

Welke zin is goed?

Slide 13 - Slide

Welke zin is goed?
A
Hij hangt de kerstboom in de kerstbal.
B
Hij hangt de kerstbal in de kerstboom.

Slide 14 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Het kerstverhaal gaat over de kerstman.
B
Het kerstverhaal gaat over Jezus.

Slide 15 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Walid steekt de kaars aan.
B
Walid steekt de lichtjes aan.

Slide 16 - Quiz

Welke zin is goed?
A
De elfjes helpen de kerstman.
B
De twaalfjes helpen de kerstman.

Slide 17 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Ik pak de cadeaus in.
B
Ik pak de kerstboom in.

Slide 18 - Quiz