This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Samenvatting
Hoofdstuk 2 - Statistiek
Slide 1 - Slide
Leerdoelen 2.1:
Ik kan rekenen met een verhoudingstabel.
Slide 2 - Slide
Bereken met een verhoudingstabel:
Het beelddiagram gaat over het aantal honden in het asiel.
A) Hoeveel honden zitten er in totaal in het asiel?
B) Hoeveel procent van de honden zit in asiel 1?
honden
percentage
Slide 3 - Slide
Bereken met een verhoudingstabel:
Het beelddiagram gaat over het aantal honden in het asiel.
A) Hoeveel honden zitten er in totaal in het asiel?
12 x 2 = 24 honden
B) Hoeveel procent van de honden zit in asiel 1? 2 x 3 = 6 honden
Dus dat is 25%
honden
24
1
6
percentage
100
...
25
Op de volgende slides staan de antwoorden!
Slide 4 - Slide
Tips bij het rekenen met verhoudingstabel:
Je hoeft niet altijd via 1 te rekenen. Op de vorige slide kon je in de verhoudingstabel ook boven en onder delen door 4 om van 24 honden naar 6 honden te gaan.
Schrijf de informatie op die je weet. Begin met het uitrekenen van het totaal. Schrijf de berekening die je hierbij maakt ook op bij het maken van de toets. Dit totaal zet je boven de 100% in de tabel.
Zet het percentage onderin de verhoudingstabel.
Zet de 1 als tussenstap altijd in de rij waarin je de meeste informatie hebt. Dus moet je het aantal uitrekenen dan zet je de 1 bij het aantal. Moet je het percentage uitrekenen zet je de 1 bij het percentage.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Leerdoelen 2.2:
Ik weet wat een cirkeldiagram is.
Ik weet hoe ik een cirkeldiagram moet tekenen.
Slide 7 - Slide
Hoe teken je een cirkeldiagram?
Maak een verhoudingstabel met bovenin het aantal & onderin de graden. Het totaal aantal is altijd 360 graden.
Bereken van elk aantal de bijbehorende graden. Check eventueel je antwoord door de sectoren op te tellen. Samen 360.
Teken een cirkel en verdeel de cirkel in de bijbehorende sectoren.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Leerdoelen 2.3:
Ik weet wat frequentietabel is.
Ik weet wat een staafdiagram & een lijndiagram is.
Slide 11 - Slide
Een frequentietabel:
Frequentie = Waarneming (hoe vaak komt het voor)
In een klas zijn de volgende cijfers gehaald bij een proefwerk:
65
7 7
56
6 7
7 8
86
66
Cijfer
5
6
7
8
frequentie
2
6
4
2
Cijfer
Frequentie
5
2
6
6
7
4
8
2
Verticale frequentietabel:
Horizontale frequentietabel:
Slide 12 - Slide
Lijndiagram:
Staafdiagram:
Diagrammen bij een frequentietabel:
Een lijndiagram wordt gebruikt om te laten zien hoe aantallen in de loop van de tijd veranderen.
Slide 13 - Slide
Soorten diagrammen
Beelddiagram
Cirkeldiagram
Staafdiagram
Lijndiagram
Slide 14 - Drag question
Slide 15 - Video
Leerdoelen 2.4:
Ik weet hoe je het gemiddelde berekent bij een frequentietabel.
Ik weet hoe je de modus en de mediaan berekent.
Slide 16 - Slide
In een klas zijn de volgende cijfers gehaald bij een proefwerk:
6 5
7 7
5 6
6 7
7 8
8 6
6 6
Cijfer
5
6
7
8
frequentie
2
6
4
2
Gemiddelde bij een frequentietabel:
1. Bereken het totaal aantal frequenties.
2. Bereken: waarneming x frequentie. Dit is het totaal van de waarnemingen.
3. Deel het totaal van de waarnemingen door het totaal van de frequenties.