This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
2.3 Spieren
Slide 1 - Slide
Doelen
Hoe werkt een spier
waardoor beweeg je
hoe buig en strek je je arm
Slide 2 - Slide
Terugblik 2.2
Welke 3 soorten gewrichten kennen wij?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Op welke 4 manieren kunnen botten aan elkaar zitten?
Slide 5 - Slide
Hoe zitten botten aan elkaar vast
Slide 6 - Slide
Gewricht
Gewrichtsband
Gewrichten die zwaar werk verrichten, zoals bijvoorbeeld je heup gewricht, hebben gewrichtsbanden. Deze zorgen voor een extra laag stevigheid.
Gewrichts kom
een gewrichtsknobbel ligt in een gewrichtskom. De knobbel is bol en de kom hol.
Gewrichtsknobbel
een gewrichtsknobbel ligt in een gewrichtskom. De knobbel is bol en de kom hol.
Kraakbeen
Op de uiteinden van de botten zit kraakbeen, dit zorgt voor dat de gemakkelijkheid waarin de twee botten langs elkaar bewegen en dat de botten niet slijten.
Gewrichtssmeer
Het gewrichtskapsel maakt gewrichtssmeer, door dit smeer kan het gewricht soepel bewegen.
Gewrichtskapsel
Het gewrichtskapsel is een taai vlies wat helemaal om het gewricht zit. Deze zorgt ervoor dat dat de gewrichten bijvoorbeeld niet uit de kom schieten. Dit is wel echt iets anders dan de gewrichtsbanden!
Slide 7 - Slide
Bron 2
Alle spieren vormen samen het spierstelsel
Bron 3
De bouw van een spier
2.3 Spieren
Slide 8 - Slide
Hoe werken je spieren?
alle spieren (600!!!) samen vormt je spierstelsel
Het aanspannen van spieren noem je samentrekken
Spieren zitten vast aan je botten vast met pezen
Slide 9 - Slide
Hoe buig je je arm?
Je armbuigspier zorgt ervoor dat je je arm kunt buigen
Je armbuigspier zit aan de bovenkant van je arm
Je pezen in je armbuigspier trekken je onderarm naar je bovenarm
Slide 10 - Slide
Hoe strek je je arm?
Je armstrekspier zorgt dat je je arm kan strekken
Je armstrekspier zit aan de onderkant van je arm
Je pezen in de armstreksspier trekt de arm naar beneneden
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Spieren
Spieren bestaan uit cellen.
Cellen in een spier noem je spiervezels.
Een groepje spiervezels samen noem je spierbundel.
Vliezen die om een spierbundel zitten zijn samengegroeid tot pezen. (aan het einde)