Oefenen

Oefenen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefenen

Slide 1 - Slide

Welke 3 gesprekstechnieken
zijn er?

Slide 2 - Mind map

Gesprekstechnieken
LSD- luisteren samenvatten doorvragen
ANNA- altijd navragen, nooit aannemen
OMA- opvattingen, meningen en aannames
NIVEA- niet invullen voor een ander
Dik- denk ik kwaliteiten
Oen- open eerlijk en nieuwsgierig

Slide 3 - Slide

Welke begeleidingsmethodieken
kennen jullie?

Slide 4 - Mind map

Begeleidingsmethodiek
Triple C-
verstandelijke beperking en problematisch gedrag.
De C staat voor competentie, zorgvrager (cliënt) en coach. Als verpleegkundige ondersteun je de zorgvrager onvoorwaardelijk. 
Oplossingsgericht werken-
iedere doelgroep
Je richt je met deze methodiek op de sterke kanten, de mogelijkheden van de zorgvrager zelf en welke hulpbronnen, zoals zijn naasten, hij heeft. Het doel is om zijn autonomie te vergroten. De wens van de zorgvrager, hoe hij het wil, is het uitgangspunt.
Reminiscentie -
Dementerende zorgvragers
Als verpleegkundige haal je samen met de zorgvrager bewust herinneringen op aan het verleden. 
Door over zijn leven te vertellen wordt de zorgvrager zich weer bewust wie hij is en hoe hij geleefd heeft.

Slide 5 - Slide

Welke 3 soorten
conflicten zijn er?

Slide 6 - Mind map

Soorten conflicten
Inhoudelijk conflict
Inhoud staat centraal
Belangen conflict
Botsende persoonlijke belangen staan centraal
Sociaal-emotioneel conflict
De gevoelens en emoties staan centraal

Slide 7 - Slide

Hoe ga je om met een conflict?

Slide 8 - Open question

Omgaan met conflicten
Houding is belangrijk! 
Conflicthantering stijl 
Samenwerken en oplossen, onderhandelen en compromissen zoeken
Niet effectieve conflicthantering stijl
- forceren en vechten, ontlopen en vermijden, aanpassen en toegeven.

Slide 9 - Slide

Hoe kun je een conflict voorkomen?

Slide 10 - Open question

Conflict voorkomen
Omgaan met weerstand en motivatie vergroten
Geef de zorgvrager keuzes binnen de kaders die je schetst
Geef de zorgvrager een gevoel van keuzevrijheid
Laat de zorgvrager zelf antwoord geven op vragen
Grenzen bewaken en aangeven
Fysieke grenzen, mentale grenzen en emotionele grenzen
Luisteren naar je lichaam, hierdoor kun je je grenzen ontdekken/ervaren
Assertief, subassertief en agressief reageren.

Slide 11 - Slide

Benoem wat assertief, sub-assertief en agressief reageren inhoudt

Slide 12 - Open question

Manieren van grenzen aangeven
Assertief
'Ik begrijp dat je met kerst vrij wil, maar ik wil ook graag mijn ouders bezoeken. Zal ik eerste kerstdag de dagdienst doen en jij op tweede kerstdag?’
Sub assertief
'Ik begrijp dat je met kerst vrij wilt. Ik zou eigenlijk op eerste kerstdag bij mijn ouders eten, maar dan neem ik met oud en nieuw wel vrij.’
Agressief
'Nee, hoor eens, jij kunt met kerst geen vrij nemen. Ik ga naar mijn ouders, dus jij moet de dagdienst werken.'

Slide 13 - Slide

Wat is seksuele intimidatie

Slide 14 - Open question

Ongewenste intimiteit

Slide 15 - Slide

Seksuele intimidatie
Intimiteit en seksualiteit worden ontrecht vaak samen genoemd. Bij seksualiteit zijn er seksuele verlangens en behoeften die bij intimiteit niet spelen. 
Omgaan met: 
Situatie beoordelen
Weerbaar en assertief zijn
Glijdende schaal -> dus reageer gelijk

Slide 16 - Slide

Seksuele intimidatie
Alle seksueel getinte uitlatingen en handtastelijkheden.
Voorbeelden daarvan zijn: schunnige en bedreigende opmerkingen, in de billen knijpen, zogenaamd per ongeluk de borsten aanraken en iemand met je lichaam bedreigend benaderen.
Ook seksistische opmerkingen horen hierbij

Slide 17 - Slide

Psychose

Slide 18 - Mind map

Psychose
Een psychose is een toestand waarin je je omgeving anders waarneemt dan anderen. Hierbij hoor je bijvoorbeeld stemmen of zie je dingen die er niet zijn. Ook kun je overtuigd zijn van zaken die niet kloppen. 

Iemand met een psychose heeft het idee dat zowel de buitenwereld als zijn of haar eigen gedachten en ervaringen vol zitten met persoonlijke en dreigende signalen. Mensen in een psychose zijn vaak angstig, voelen zich opgejaagd en moeten daarom geruststellend en met een luisterend oor worden benaderd. 

Slide 19 - Slide

Agressie
Beoordelen situatie
Vergroot de afstand
Toon begrip voor de agressie
Geef duidelijk aan wat je wil
Ga niet in discussie
Benoem het gedrag van de andere
Bied de zorgvrager een andere manier aan om zijn agressie kwijt te raken.

Slide 20 - Slide

Delier

Slide 21 - Mind map

Delier
Een delier is een plotseling optredende verwardheid door een onderliggende lichamelijke oorzaak, zoals uitdroging, pijn, een ontsteking, urineretentie of obstipatie. 
Symptomen: 
- Desoriëntatie, wanen, hallucinaties, gedragsveranderingen

Slide 22 - Slide

Dementie
Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen (een syndroom), waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken.
Symptomen:
Vergeetachtigheid, problemen met dagelijkse handelingen, vergissing in tijd en plaats, taalproblemen, kwijtraken van spullen, verandering in gedrag en karakter, onrust

Slide 23 - Slide

Verschil delier en dementie
Een belangrijk verschil is dat een delirium vaak snel, binnen enkele uren of dagen, ontstaat. Dementie ontstaat langzaam, over maanden of jaren. Mensen met een delirium zijn vaak afwisselend helder van geest en suf. Mensen met dementie hebben vaak geen last van sufheid. Ook kunnen de verschijnselen van een delirium gedurende dag erg wisselen, terwijl dit bij dementie vaak veel geleidelijker gaat.

Slide 24 - Slide

Delier herkenen bij dementie
Door een delier kan iemand met dementie versneld achteruitgaan. Het kan lastig zijn om een delier te herkennen bij een persoon met dementie. Zeker als er sprake is van vergevorderde dementie is het lastig te onderscheiden.
- Let op of er oorzaken van een delier aanwezig zijn



Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Het is belangrijk om te weten wat de oorzaak is van het delier. Afhankelijk van de oorzaak kan de passende behandeling gezocht worden. Denk bijvoorbeeld aan: 
- Bij pijn krijgt iemand pijnstillers. 
- Bij een ontsteking krijgt iemand antibiotica. 
- Bij nieuwe medicatie krijgt iemand andere medicatie, of moet iemand stoppen met de medicatie. 
- Bij een delier kan antipsychotica voorgeschreven worden, als iemand heel erg in de war of angstig is.

Slide 27 - Slide