Herhalingsvragen Regeling

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Herhalingsvragen Regeling

Welk nummer is geen deel van het centrale zenuwstelsel?
(klik op afbeelding om hem groter te maken)

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat hoort niet bij het zenuwstelsel?

1. hersenen
2. zenuwen
3. ruggenmerg
4. zintuigen

Invloeden uit de omgeving noem je...

1. Seintjes
2. Prikkels
3. Impulsen
4. Zintuigen

Wat is gedrag?

1. Alles wat een mens of dier doet
2. lopen, iets pakken, lachen
3. spieren die werken
4. planten die water opnemen

Is geluid een prikkel?

1. Juist
2. Onjuist

Wat vangt de prikkels op?

1. zenuwen
2. zintuigen

Zintuigen geven impulsen af

1. Waar
2. Niet waar

Impuls

Hersenen

Zintuig

Prikkel

ZET IN DE GOEDE VOLGORDE:
1. Impulsen gaan via de zenuw naar de hersenen.
2. Zintuigen nemen prikkels waar.
3. Zintuigen zetten de prikkels om in impulsen.
4. Je hersenen bepalen hoe je op de prikkel reageert.
5. Je wordt je bewust van wat je waarneemt.
6. Impulsen gaan via de zenuw naar de spieren.

1. 1 - 5 - 3 - 2 - 4 - 6
2. 2 - 1 - 3 - 5 - 4 - 6
3. 2 - 3 - 1 - 5 - 6 - 4
4. 2 - 3 - 1 - 5 - 4 - 6

Impulsen die in de hersenen verwerkt worden, kunnen zorgen voor nieuwe impulsen naar de spieren.

1. Waar
2. Niet waar

De grote hersenen regelen de bewustwording.

1. Juist
2. Onjuist

De grote hersenen regelen de coördinatie van bewegingen.

1. Juist
2. Onjuist

... geleiden impulsen van zenuwcellen naar zenuwcellen

1. Gevoelszenuwcellen
2. Schakelzenuwcellen
3. Bewegingszenuwcellen

In de tekst hiernaast is spraken van uitlopers van zenuwcellen. Hoe heten die zenuwcellen?

1. Bewegingszenuwcellen
2. Gevoelszenuwcellen
3. Schakelcellen

In het lichaam liggen drie typen zenuwcellen. Bij één van deze drie typen zenuwcellen horen de volgende kenmerken:

– deze zenuwcellen geleiden de impulsen van de ene zenuwcel naar de
ander. 

– uitlopers van deze cellen zijn verbonden met andere zenuwcellen.

Bij welk type zenuwcellen horen de kenmerken?

1. bij bewegingszenuwcellen
2. bij gevoelszenuwcellen
3. bij schakelzenuwcellen

Het ruggenmerg verbindt veel zenuwen met de hersenen. Hoe wordt het ruggenmerg beschermd?

1. door je schedel
2. door je wervels

Een reactie op een prikkel heet een respons.

Is dit een prikkel of een respons?

Prikkel

Respons

De buurman roept zijn hond, omdat die wegrent.

De zon schijnt in je ogen.

Iemand roept je naam.

Je steekt je hand op naar iemand die je naam roept.

Je stopt voor het rode licht.

Ruggenmerg

In afbeelding hiernaast zie je een doorsnede van het ruggenmerg.

Bij welk punt komt een impuls aan die ontstaat in de rechterbiceps in het ruggenmerg?

1. Bij punt 1
2. Bij punt 2
3. Bij punt 3
4. Bij punt 4

Ruggenmerg

In afbeelding hiernaast zie je een doorsnede van het ruggenmerg.

Wat is de buizijde?

1. Bij punt 1 en 2
2. Bij punt 3 en 4

Ruggenmerg

In afbeelding hiernaast zie je een doorsnede van het ruggenmerg.

Hoe heten de onderdelen 1 en 2 en wat ligt erin?

1. Zenuwen en zenuwuitlopers
2. Zenuwen en cellichamen
3. Zenuwknopen en cellichamen
4. Zenuwuitlopers en cellichamen

Ruggenmerg

In afbeelding hiernaast zie je een doorsnede van het ruggenmerg.

Welke uitlopers komen of gaan via plaats 3 en 4?

1. Uitlopers van gevoelszenuwcellen en ze komen naar het ruggenmerg toe.
2. Uitlopers van gevoelszenuwcellen en ze gaan van het ruggenmerg af.
3. Uitlopers van bewegingszenuwcellen en ze komen naar het ruggenmerg toe
4. Uitlopers van bewegingszenuwcellen en ze gaan van het ruggenmerg af.

De afbeelding is een
doorsnede van
de ruggenmerg.
De ruggenmerg hoort
bij het...

1. Centrale zenuwstelsel
2. De hersenen
3. De zenuwen

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

1. schakel - en bewegingszenuwcellen
2. schakelzenuwcellen
3. schakel- en gevoelszenuwencellen

De hersenen horen bij....

1. Centrale zenuwstelsel
2. Zenuwen
3. De zintuigen

De impulsen geven de hersenen informatie. Je hersenen verwerken de informatie en reageren hier weer op. Wat doen je hersenen.

1. Ze doen niks. Hier wordt alleen de informatie opgeslagen.
2. De hersenen zijn een orgaan.
3. Ze verwerken impulsen en maken impulsen om je spieren aan te sturen.
4. Ze ontvangen impulsen vanuit je zenuwen.

Wat doen de kleine hersenen?

1. Zorgen ervoor dat je spieren werken en je in evenwicht blijft
2. Zorgen ervoor dat je dingen in je omgeving waarneemt, zoals licht
3. Sturen bliksemsnelle reacties naar je lijf (reflex)
4. Verdelen de impulsen die binnenkomen vanuit je romp en ledematen naar de rest van je hersenen

Wat is een reflex?

1. Een bewuste reactie vanuit de hersenen
2. Een snelle, onbewuste reactie op een prikkel
3. De weg die impulsen van de zintuigen naar de hersenen afleggen
4. De weg die impulsen bij een reflex afleggen

Wat is een reflexboog?

1. wanneer je uit reflex een boog maakt
2. de weg die impulsen bij een bewuste reactie afleggen
3. de weg die impulsen bij een reflex afleggen
4. de weg die zenuwen bij een reflex afleggen

Het hormoonstelsel produceert:

1. Impulsen
2. Zenuwen
3. Hormonen
4. Bloed

Thomas doet aan krachttraining waarbij hij intensief 30 minuten de spieren traint. Zijn lichaam maakt meer testosteron aan.

Welk orgaanstelsel regelt de productie van testosteron?

1. Het hormoonstelsel
2. Het nierstelsel
3. Het hersenstelsel

Wat wordt er NIET door het hormoonstelsel geregeld?

1. Voortplanting
2. Stofwisseling
3. Pijn
4. Groei

De werking van het hormoonstelsel is

1. Langzaam en lang
2. Snel en kort
3. Snel en lang
4. Langzaam en kort

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. 1 waar 2 niet waar
4. 1 nietwaar 2 waar

Schakelcel

Bewegingszenuwcel

Gevoelszenuwcel

sleep de juiste namen naar de zenuwcellen

Wat is de functie van hormonen?

1. Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
2. Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
3. Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
4. Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

De reflexboog van je ooglidreflex gaat via.....

1. het ruggenmerg
2. de hersenstam
3. de kleine hersenen
4. de grote hersenen

De reflexboog van je knie reflex gaat via ....

1. het ruggenmerg
2. de hersenstam
3. de kleine hersenen
4. de grote hersenen

Het bijzondere van een reflexboog is dat de impulsen...

1. niet eerst langs de hersenen hoeven
2. Direct worden doorgeschakeld naar bewegingszenuwcellen
3. Door de hersenstam of ruggenmerg lopen

Hoe verloopt deze reflexboog?

1. Blauw - Geel - Groen
2. Groen - Geel - Blauw
3. Kan beide kanten op

Ella wordt geknepen door haar zusje, ze trekt haar arm terug.

Zet de woorden in de juiste volgorde.

Ruggenmerg

Spieren

Bewustwording

Zintuigcel

Hersenen

Impulsen in zenuwcellen

Prikkel

Impulsen in zenuwcellen