W13 HSS 1BL Thema 4 Stevigheid en beweging bs 1

THEMA 4 
STEVIGHEID
en BEWEGING
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

THEMA 4 
STEVIGHEID
en BEWEGING

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kent de delen van het lichaam.
  • Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.
  • Je kunt de functies van het skelet noemen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Uitwendig skelet
Inwendig skelet

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Het skelet/geraamte
  • Hoeveel botten ????

  • Kleinste bot ???

  • Grootste bot ???


Slide 8 - Slide

STIJGBEUGEL                                           DIJBEEN
    3 - 4 mm                                                  43 cm

Slide 9 - Slide

functies skelet

Slide 10 - Slide

geraamte
  • stevigheid
  • beweging
  • bescherming
  • vorm
geraamte functies

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

ROMP & LEDEMATEN

Slide 13 - Slide

De romp

Slide 14 - Slide

ledematen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

schedel
schedelbeenderen
schedelbeenderen
Bovenkaak
onderkaak

Slide 17 - Slide

De wervelkolom

Slide 18 - Slide

Borstkas

* Ribben


* Borstbeen


* Borstwervels

Slide 19 - Slide

Schoudergordel

* Schouderblad


* Sleutelbeen



Slide 20 - Slide

Bekkengordel

* Heupbeenderen


* Heiligbeen



Slide 21 - Slide

Hoeveel botten heeft een mens ?

Slide 22 - Open question

Wat zou functie van
skelet kunnen zijn?

Slide 23 - Mind map

Uit hoeveel botten bestaat het skelet (van de mens)
A
50
B
150
C
200
D
250

Slide 24 - Quiz

In de afbeelding zie je een schematische tekening van het
skelet van de mens. Een aantal botten is genummerd.

Wat is aangegeven met nummer 18?

A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Heiligbeen
D
Lendewervels

Slide 25 - Quiz

Wat voor soort skelet heeft de mens?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 26 - Quiz

Het skelet van de mens en het skelet van een slang hebben dezelfde functies. Welke functies kan het skelet van een mens beter uitvoeren?
A
Bescherming bieden
B
Beweging mogelijk maken
C
Stevigheid geven
D
Vorm geven aan het lichaam

Slide 27 - Quiz

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Hoe heet nummer 13?
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
sleutelbeen
D
ellepijp

Slide 28 - Quiz

Je ziet een gedeelte van het skelet van de mens.
Wat stellen de nummers 8 en 10 voor?
A
8 = spaakbeen 10 = middenhandsbeentjes
B
8 = spaakbeen 10 = handwortelbeentjes
C
8 = ellepijp 10 = middenhandsbeentjes
D
8 = ellepijp 10 = handwortelbeentjes

Slide 29 - Quiz

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 18.
A
opperarmbeen
B
scheenbeen
C
sleutelbeen
D
dijbeen

Slide 30 - Quiz