This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Rente en wisselkoers
Rente in eurozone stijgt --> trekt buitenlandse beleggers aan --> vraag naar euro stijgt --> wisselkoers euro stijgt.
Rente in eurozone stijgt --> beleggingen uit eurozone in buitenland daalt --> aanbod van euro's op de valutamarkt daalt --> wisselkoers euro stijgt.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Economie en wisselkoers
Economie in eurozone stijgt --> afzetverwachtingen stijgen -> trekt buitenlandse investeerders aan --> vraag naar euro stijgt --> wisselkoers euro stijgt.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
flexibele wisselkoers
Slide 16 - Slide
De wisselkoers was € 1 = $ 2, nu is de wisselkoers € 1 = $ 1. Daardoor kan de EU nu .... importeren.
A
Meer
B
Minder
Slide 17 - Quiz
Als de wisselkoers van de euro stijgt:
A
verbetert onze concurrentiepositie
B
verslechtert onze concurrentiepositie
C
blijft onze concurrentiepositie gelijk
Slide 18 - Quiz
Juist of onjuist? De handelsbalans is hetzelfde als de goederenbalans.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
Als de wisselkoers van de euro stijgt:
A
verbetert de concurrentiepositie van Europa (EMU)
B
verslechtert de concurrentiepositie van EMU
Slide 20 - Quiz
De rente van een land stijgt, wat gebeurt er?
A
De vraag naar de munt stijgt en de wisselkoers stijgt
B
De vraag naar de munt daalt en de wisselkoers stijgt
C
Het aanbod van de munt stijgt en de wisselkoers stijgt
D
De vraag naar de munt stijgt en de wisselkoers daalt
Slide 21 - Quiz
Economische gaat het goed in een land, de vraag naar de munt neemt toe doordat
A
Er meer geïmporteerd wordt
B
Beleggers aandelen op kopen in het land
C
Er minder geïmporteerd wordt
D
Investeerders uit het buitenland kopen bedrijven op