§ 2.2 Grenzen en identiteit

2 soorten grenzen
  1. natuurlijke   --> zeeen, gebergten, rivieren
  2. kunstmatig --> bepaald door mensen: provincie, gemeenten

Territoriale wateren --> 

een zeestrook, grenzend aan het landgebied van een kuststaat, waarover de soevereiniteit van deze staat zich uitstrekt (met inbegrip van het luchtruim, de bodem en de ondergrond).

1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2 soorten grenzen
  1. natuurlijke   --> zeeen, gebergten, rivieren
  2. kunstmatig --> bepaald door mensen: provincie, gemeenten

Territoriale wateren --> 

een zeestrook, grenzend aan het landgebied van een kuststaat, waarover de soevereiniteit van deze staat zich uitstrekt (met inbegrip van het luchtruim, de bodem en de ondergrond).

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Kunstmatige grens
  • wie heeft het er voor het zeggen ?
  • rechten en plichten inwoners


--> toch samenwerking: EUREGIO


Slide 3 - Slide

Open en gesloten grenzen
  • open--> doorrijden zonder controle aan grens
                  Schengenlanden= vrij verkeer van
                                               personen/goederen/informatie
  • gesloten--> controle en bewaking aan grens
                          hekken/muren/grenswachten

Slide 4 - Slide

Regionale identiteit
  • gebieden onderscheiden zich van elkaar door andere cultuur
      elementen
  • gebruik van symbolen: vlag, kleur ( Oranje!), (familie)wapen
  • identiteit valt niet altijd samen met bestuurlijke grenzen: 
  • --> Twente ligt in Overijssel; Veluwe ligt in Gelderland

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

(persoonlijke) identiteit
bepaald door:
  • woonplaats
  • familie/vrienden
  • keuzes --> religie;kleding-/muziekstijl
  • --> meerdere identiteiten: Lokaal: Edenaar, Regionaal:
          Gelderlander; Nationaal: Nederlander;
           Mondiaal:Europeaan/Westerse cultuur

Slide 7 - Slide

Etniciteit
  • onderdeel van identiteit
  • etnische groep= bepaalde culturele elementen+ gedragingen (worden overgedragen op volgende generatie)
  • etnische groep= volk
     - Nederlanders, Turken, Marokkanen, Somaliers

Slide 8 - Slide

Etnische groepen
  • Een Gelderlander behoort niet tot een etnische groep
  • Een Gelderlander voelt zich Nederlander en geen Duitser
  • moeilijk om mensen met verschillende etnische achtergronden in te delen (ben Turk of Nederlander?)

Slide 9 - Slide

Natie en Staat
  • 19e eeuw: veel etnische groepen leefden naast elkaar in
     een land --> bijv Oostenrijk-Hongarije: Duitsers,
     Hongaren, Tsjechen, Roemenen, 
  • Nationalisme= politieke stroming die de verschillende
     etnische groepen wilde laten samensmelten tot 1 volk
     Hoe: 1 standaardtaal + 1 religie + 1 gemeenschappelijke
             geschiedenis onderwijzen --> Natie

Slide 10 - Slide

Natie en Staat
Natie= een groep mensen in een gebied die zich verbonden
               voelt door gemeenschappelijke kenmerken ( taal, religie,
               geschiedenis)
Staat = een gebied met - officiele- landsgrenzen en eigen
                bestuur
Staat en natie vallen (niet altijd) samen !!

Slide 11 - Slide

Opbouw natie en staat
  • samenvallen natie en grondgebied staat is lastig
  • er is (bijna) altijd een dominante groep (bijv Protestanten
     tegenover de Katholieken)
  • China: HAN Chinezen leggen onder dwang hun cultuur op aan de Oeigoeren (Turks sprekend/ Islamitisch)

Slide 12 - Slide

opdracht
  • Maak alle opdrachten van deze paragraaf

Slide 13 - Slide

(Extra) Opdracht
  • Zoek zelf mbv de atlas gebieden in de wereld waar sprake is
     van "oplegging" dominante cultuur aan etnische
     minderheden in een land

Slide 14 - Slide

(Extra) opdracht: staat en kalifaat
Bekijk het korte NOS-fragment over ISIS

http://nos.nl/artikel/668264-isis-kalifaat-van-irak-tot-syrie.html
2

Maak daarna de volgende opdracht  --> papieren versie bij mko halen

Slide 15 - Slide