This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Wielgeometrie Quiz
Slide 1 - Slide
Welk onderdeel zet de draaiende beweging van het stuurwiel om in het zijwaarts verplaatsen van de spoorstangen?
A
B
C
D
Slide 2 - Quiz
Welke twee soorten wielgeometrie kun je van elkaar onderscheiden?
A
Statisch- en dynamische
B
Stationair- en flexibel
C
Vast- en veranderlijk
D
constant- en bewegelijk
Slide 3 - Quiz
Welke type stuurinrichting is dit?
Slide 4 - Open question
Wat is het voordeel van een directe stuurinrichting ten opzichte van een indirecte stuurinrichting?
A
Zwaarder sturen
B
lichter sturen
C
eenvoudiger
D
ingewikkelder
Slide 5 - Quiz
Hoe wordt een direct stuurhuis doorgaans gesmeerd?
A
Olie
B
Koelvloeistof
C
Vet
D
Antivriesmiddel
Slide 6 - Quiz
Onderdeel 1 is een druktaats. Wat is de functie hiervan?
A
Verhoogt de speling
B
Vermindert de efficiëntie
C
Vergroot de wrijving
D
Elimineert speling
Slide 7 - Quiz
Stel: een auto heeft geen stuurbekrachtiging en een stuurhuis met een constante overbrengingsverhouding. Wat merkt de bestuurder als hij zover mogelijk instuurt?
Slide 8 - Open question
Welke type stuurhuis is hier afgebeeld?
Slide 9 - Open question
Hoe wordt een kogelkringloopstuurhuis (indirecte stuurhuis) gesmeerd?
A
Vet
B
Olie
C
Koelvloeistof
D
Antivriesmiddel
Slide 10 - Quiz
Sleep de juiste benaming naar het juiste afbeelding.
Elektro-hydraulische stuurbekrachtiging
Hydraulische stuurbekrachtiging
Slide 11 - Drag question
Wat voor soort stuurvertraging helpt om een direct gevoel met de auto te behouden?
A
Een grote stuurvertraging.
B
De stuurvertraging is niet van invloed op het gevoel met de auto.