deel 2: Motiverende gespreksvoering

Deel 2: Zorg bij eetstoornissen en motiverende gespreksvoering
1 / 42
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Deel 2: Zorg bij eetstoornissen en motiverende gespreksvoering

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de deelopdracht kun je:
  • De uitgangspunten van motiverende gespreksvoering toepassen in (hoog)complexe situaties bij zorgvragers met een psychiatrisch ziektebeeld.

Aan het einde van deze les kun je motiverende gespreksvoering toepassen in de zorg voor patiënten met een eetstoornis.

Slide 2 - Slide

Deelopdracht: lesopbouw
Psycho-educatie, voorlichting en motiverende gespreksvoering:

Deel 1: Anorexia Nervosa, Boulimia Nervosa & Binge Eating Disorder --> opdracht:  infographic verpleegkundig proces
Deel 2: Complexe zorg bij eetstoornissen en motiverende gespreksvoering 
Deel 3: Psychose, Schizofrenie, Leefstijlinterventies, psycho-educatie & Ethiek 
Deel 4: Slaapstoornissen & Zorgplanning 


Slide 3 - Slide

Lesinhoud
Uitleg motiverende gespreksvoering
Opdracht 

Slide 4 - Slide


Soms kom je een zorgvrager tegen die meer kan dan dat hij doet of wil doen. 
 
Jij, als verpleegkundige, kunt een belangrijke rol spelen bij een gedragsverandering bij je zorgvrager. 


Maar hoe?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Wat is belangrijk als je een gedragsverandering teweeg wilt brengen?

Slide 8 - Open question

Vorige les
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van eetstoornissen?
Waar loop je als verpleegkundige tegenaan?

Slide 9 - Slide

Motivatie
Motiverende gespreksvorming gaat over motivatie.
Je wilt dat je cliënt gemotiveerd raakt om actie te ondernemen, om een resultaat te bereiken.

Slide 10 - Slide

2 soorten motivatie
  • Intrinsieke motivatie: Motivatie die uit jezelf komt; je doet iets omdat je het zelf graag wilt.

  • Extrinsieke motivatie: Motivatie die ontstaat door een prikkel van buitenaf. Je doet iets omdat het moet of omdat je ervoor beloond wordt of om iets vervelends te voorkomen.

Slide 11 - Slide

Schrijf voor jezelf op: ben je intrinsiek of extrinsiek gemotiveerd om deze opleiding te volgen?
Leg uit waarom?
timer
3:00

Slide 12 - Slide

Welke vorm van motivatie is vaak effectiever/duurzamer denk je?
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie

Slide 13 - Quiz


Drie dingen zijn belangrijk als het gaat om motivatie:

  1. Willen: Je ziet de noodzaak of voordelen ervan in

  2. Kunnen: Je vertrouwt erop dat je je gedrag kunt veranderen

  3. Er klaar voor zijn: Je wilt je gedrag echt veranderen en bent bereid ervoor te gaan

Slide 14 - Slide

Motiverende gespreksvoering
Motiverende gespreksvoering is een methode die je toepast om ervoor te zorgen dat je cliënt intrinsiek gemotiveerd raakt om zelf zijn gedrag te veranderen.

Het is belangrijk dat de cliënt zelf gaat inzien welk gedrag hij kan veranderen en wat maakt dat deze verandering goed voor hem is.

Slide 15 - Slide

2

Slide 16 - Video

00:27
Is deze aanpak motiverend?
Ja
Nee

Slide 17 - Poll

00:43
Is deze aanpak motiverend?
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

Belangrijke gesprekstechnieken
Open vragen
Reflectief luisteren
Bevestigen
Samenvatten
Verandertaal uitlokken


Slide 19 - Slide

Motiverende gespreksvoering bestaat uit 2 fases

Slide 20 - Slide

Fase 1
  • De motivatie om te veranderen staat centraal
  • Je probeert erachter te komen hoe de cliënt denkt over de verandering
  • Vaak willen mensen aan de ene kant wel veranderen maar aan de andere kant niet. Dit noem je Ambivalentie

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide


Jouw uitdaging als verpleegkundige is om behoudtaal zoveel mogelijk te verminderen en verandertaal uit te lokken.

Slide 24 - Slide

Verandertaal
  • Het hardop uitspreken van je wensen en behoeften maakt het makkelijker om te veranderen.
  • Hoe vaker je zegt dat je iets wilt veranderen, hoe groter je intrinsieke motivatie is om het daadwerkelijk te doen.
  • Tijdens motiverende gespreksvoering leg je vooral de nadruk om de uitspraken die pleiten vóór de verandering. Dat is verandertaal

Slide 25 - Slide

Verandertaal uitlokken in fase 1
  • 'Wat wil je bereiken?' 
  • 'Hoe ziet dat eruit?'
  • 'Wat is daarbij voor jou belangrijk?'
  • 'Wat levert het je op?'

Slide 26 - Slide

Fase 2
  • De zorgvrager heeft genoeg motivatie.
  • In deze fase richt je je op de betrokkenheid van de cliënt bij de gedragsverandering en het plan om deze te bereiken.
  • Je stelt vragen over hoe hij zijn doel wil bereiken en laat merken dat je hem graag wilt helpen.
  • Je stelt vooral vragen: 'Hoe ga je ervoor zorgen dat het lukt?' en 'Wat heb je van mij nodig?'

Slide 27 - Slide

Verandertaal uitlokken in fase 2
  • 'Welke stappen moeten er gezet worden?' 
  • 'Waar ben je goed in en hoe kun je dat gebruiken?'
  • 'Wanneer heb je eerder met een lastige situatie te maken gehad en hoe heb je dat toen aangepakt?' 
  • 'Wat zou je nu kunnen doen?'

Slide 28 - Slide

'Als ik een goede planning maak geeft mij dat rust' (redenen)

Waar valt dit onder?
A
Verandertaal
B
Behoudtaal

Slide 29 - Quiz

'Maar roken is ook gezellig, en het ontspant me gewoon als ik stress heb'

Waar valt dit onder?
A
Verandertaal
B
Behoudtaal

Slide 30 - Quiz

'Ik baal ervan dat ik hier elke keer tegenaan loop, ik wil er nu echt eens vanaf'

Waar valt dit onder?
A
Verandertaal
B
Behoudtaal

Slide 31 - Quiz

Je doet extra goed je best bij Engels omdat je een reis naar Engeland gaat maken en je de taal dan goed wilt beheersen
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 32 - Quiz

Je doet mee als collectant voor de Hartstichting omdat je oom problemen met z'n hart heeft.
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 33 - Quiz

Je neemt altijd je boek mee naar de les omdat je er anders uitgestuurd wordt
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 34 - Quiz

Wat is ambivalent?
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd
C
Je twijfelt aan je gewoonte. Zal ik wel of niet aanpakken.
D
niemand kan je tegenhouden je doel te bereiken.

Slide 35 - Quiz

In fase 1 van motiverende gespreksvoering is de cliënt altijd intrinsiek gemotiveerd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

In fase 2 van motiverende gespreksvoering betrek je vooral de cliënt bij de verandering en het plan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Wat is geen uitgangspunt bij motiverende gespreksvoering?
A
Ontlokken
B
Acceptatie
C
Overtuigen
D
Partnerschap

Slide 38 - Quiz

Aan de slag
Werk in drietallen 1 casus van de vorige les uit: Lisa, Emma of Mark.
Pas zo goed mogelijk MG toe; open vragen, reflectief luisteren, uitlokken verandertaal etc.
Oefen vervolgens met het gesprek; 1 verpleegkundige, 1 zorgvrager en 1 observator.

Na het oefenen klassikaal uitvoeren.

  • Zijn er voldoende open vragen gesteld?
  • Is er reflectief geluisterd?
  • Is er verandertaal uitgelokt?
  • Zijn er geen directe adviezen gegeven?
  • Zijn er kleine haalbare stappen aangeboden?


Slide 39 - Slide

Lesdoel
De uitgangspunten van motiverende gespreksvoering toepassen in (hoog)complexe situaties bij zorgvragers met een psychiatrisch ziektebeeld.

Aan het einde van deze les kun je motiverende gespreksvoering toepassen in de zorg voor patiënten met een eetstoornis.

Slide 40 - Slide

Deelopdracht: lesopbouw
Psycho-educatie, voorlichting en motiverende gespreksvoering:

Deel 1: Anorexia Nervosa, Boulimia Nervosa & Binge Eating Disorder --> opdracht:  infographic verpleegkundig proces
Deel 2: Complexe zorg bij eetstoornissen en motiverende gespreksvoering 
Deel 3: Psychose, Schizofrenie, Leefstijlinterventies , psycho-educatie & Ethiek 
Deel 4: Slaapstoornissen & Zorgplanning 


Slide 41 - Slide

Bedankt voor jullie aandacht!
Ik vond deze les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll