H1 Ken je lichaam

H1 Ken je lichaam
Niezen

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 Ken je lichaam
Niezen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de 10 orgaanstelsels, hun functies en de belangrijkste organen die erbij horen benoemen.
  • Je kunt in de juiste volgorde de indeling van biologische eenheden binnen een organisme van klein naar groot noemen.
  • Je kunt zelf een tekening maken van een dwars- en of lengtedoorsnede.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen (deel 2)
  • Je kunt 6 manieren van beelden maken van het inwendige van het lichaam noemen.
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt bij het maken van rontgenfoto's, CT scan, MRI scan of echografie.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Orgaanstelsels

Slide 5 - Slide

Het bloedvatenstelsel
Zuurstofrijk/zuurstofarm?
Aders/slagaders?

Slide 6 - Slide

Ademhalingsstelsel 

Slide 7 - Slide

Verteringsstelsel

Slide 8 - Slide

Uitscheidingsstelsel
Longen, nieren, urinewegen en blaas

Slide 9 - Slide

Spierstelsel
Spieren 

Slide 10 - Slide

Geraamte 

Slide 11 - Slide

Zenuwstelsel

Slide 12 - Slide

zintuigstelsel

Slide 13 - Slide

Hormoonstelsel
Hormoonstelsel bij de mens

Slide 14 - Slide

Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 15 - Slide

Voortplantingsstelsel van de man

Slide 16 - Slide

Hoe noem je een aantal organen die samen een functie hebben?
A
Organisme
B
Organen
C
Organenstelsel

Slide 17 - Quiz

De hersencellen behoren tot het ... stelsel
A
bloedvaten stelsel
B
beenderstelsel
C
zenuwstelsel
D
spierstelsel

Slide 18 - Quiz

Tot welk stelsel behoren de nieren?
A
Circulatiestelsel
B
Ademhalingsstelsel
C
Uitscheidingsstelsel
D
Zenuwstelsel

Slide 19 - Quiz

Waar bevinden zich de meeste organen?
A
Borstholte
B
Middenrif
C
Buikholte

Slide 20 - Quiz

Enkele organen zijn:
maag - slokdarm - lever

Tot welk organenstelsel behoren deze organen?
A
ademhalingsstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 21 - Quiz

Schrijf op van klein naar groot...
A
Cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels
B
orgaanstelsels, organen, weefsels, cellen
C
weefsels, cellen, organen, orgaanstelsels
D
cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels

Slide 22 - Quiz

Enkele organen zijn:
biceps - oogspier - buikspier

Tot welk organenstelsel behoren deze organen?
A
ademhalingsstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
D
bloedvatenstelsel

Slide 23 - Quiz

Waar is een weefsel uit opgebouwd?
A
Uit cellen
B
Uit moleculen
C
Uit organen
D
uit weefsels

Slide 24 - Quiz


Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
bottenstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen

Slide 25 - Quiz