Les 7: Ruimte voor de Rivier

Startklaar
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar

Slide 1 - Slide

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
LEZEN 10 min
Lezen

Slide 2 - Slide

https://nos.nl/artikel/2504016-klimaatdilemma-voor-nederland-hoe-lozen-we-de-rivieren-in-een-steeds-hogere-zee
Vorige les
Terugblik

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Terugblik
A                B                A                B        

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

      Lesdoel
De leerlingen kennen ten minste de volgende maatregelen van het programma Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken: dijkverlegging, kribverlaging, nevengeulen en retentiebekkens.

Ze kunnen uitleggen hoe deze maatregelen bijdragen aan het verminderen van overstromingsrisico's door het vergroten van de ruimte voor waterafvoer.

Slide 5 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen kennen het dwarsprofiel van een rivier.

2. De leerlingen weten wat een uiterwaard is.

3. De leerlingen weten het verschil tussen binnen- en buitendijks.

Slide 6 - Slide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Is dit goed?

Slide 7 - Slide

Beschrijving van de openingsfoto

https://www.nationalgeographic.nl/milieu/2018/09/in-beeld-de-millingerwaard-uniek-natuurgebied-in-nederland

De uiterwaard aan de zijoever van de Waal ten oosten van Nijmegen ligt kort voorbij het punt waar de Rijn zich splitst in het Pannerdensch Kanaal en de Waal. Het prille groen toont zich in tientallen tinten, de meidoorns bloeien prachtig wit, overal hoor je vogels en in de verte staan twee gallowaykalfjes. ‘Altijd opletten,’ zegt Wouter Helmer, mijn gids op deze dag. ‘Bij kleintjes is er steevast een moeder in de buurt.’ De Millingerwaard is onderdeel van de Gelderse Poort, een nieuw natuurgebied van drieduizend hectare van Staatsbosbeheer, gelegen aan het begin van de Nederlandse rivierdelta.

https://www.nationalgeographic.nl/milieu/2020/05/als-het-dak-van-de-wereld-smelt
Korte herhaling

Slide 8 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Ruimte voor de rivier
Er is in Nederland in 1995 een 
breuk opgetreden in het denken 
over overstromingsgevaar van de 
grote rivieren. 

Slide 9 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Maatregelen

Slide 10 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Buitendijkse maatregelen
Uiterwaardvergraving
Het geheel of gedeeltelijk afgraven van de uiterwaard zodat er meer water in het winterbed past.
Nevengeul
Relatief kleine geul die min of meer evenwijdig aan de hoofdgeul loopt en die bij een gemiddelde waterstand en bij laagwater niet of nauwelijks water afvoert, maar die bij hoogwater de afvoercapaciteit van de rivier vergroot.
Verdieping
Het uitbaggeren van het zomerbed is duur en doordat de rivier steeds nieuw slib aanvoert, helpt deze maatregel maar voor korte tijd.
Kribverlaging
Het verlagen van de kribben om bij hoogwater de opstuwing te verminderen.
Rivierbedverruiming
Het landinwaarts verplaatsen van de winterdijk om een grotere waterafvoer mogelijk te maken. Heet ook rivierbedverbreding.
Obstakelverwijdering
Verwijdering van een obstakel of begroeiing uit het rivierbed dat de waterafvoer belemmert.
Buitendijks

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Retentiebekken
Een binnendijks omdijkt gebied waarin bij hoogwater tijdelijk water opgeslagen kan worden
Hoogwatergeul
Zeer ingrijpend is de aanleg van een nieuwe rivierloop buiten het winterbed, dus in het binnendijkse land. Zo’n hoogwatergeul ligt tussen twee speciaal voor dit doel gebouwde hoge dijken of hogere gronden in en maakt alleen bij hoogwater deel uit van de rivier
Binnendijks

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke maatregelen?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Ruimte voor de Rivier

Slide 14 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Controle van begrip:
Wat is het hoofddoel van het programma
Ruimte voor de Rivier?

Slide 15 - Open question

Het hoofddoel van het programma "Ruimte voor de Rivier" is het verminderen van overstromingsrisico's door het vergroten van de ruimte voor waterafvoer.
Controle van begrip:
Leg uit hoe dijkverlegging bijdraagt aan het
verminderen van overstromingsrisico's.

Slide 16 - Open question

Dijkverlegging houdt in dat dijken landinwaarts worden verplaatst om de rivier meer ruimte te geven. Dit vermindert de kans op overstromingen doordat het rivierwater meer ruimte heeft om te stromen en de waterstand lager blijft.
Controle van begrip:
Wat zijn nevengeulen en hoe helpen ze bij het
verbeteren van de waterafvoer?

Slide 17 - Open question

Nevengeulen zijn secundaire kanalen die parallel lopen aan de hoofdrivier. Ze helpen bij het verbeteren van de waterafvoer door een deel van het rivierwater om te leiden, waardoor de waterdruk in de hoofdrivier vermindert en overstromingen worden voorkomen.
Controle van begrip:
Beschrijf de functie van retentiebekkens in het
waterbeheer en geef een voorbeeld van hoe ze werken.

Slide 18 - Open question

Retentiebekkens zijn grote opslagruimtes die overtollig water opvangen tijdens periodes van hoge waterstanden. Ze verminderen overstromingsrisico's door tijdelijk water vast te houden en het gecontroleerd terug te laten stromen naar de rivier. Een voorbeeld is een gebied waar water uit de rivier wordt geleid naar een retentiebekken tijdens zware regenval, waardoor de rivier minder snel overstroomt.
Zelf aan de slag
Dijkverlegging houdt in dat de __________ landinwaarts wordt verplaatst om de rivier meer ruimte te geven.

Kribverlaging betekent dat de __________ van de rivier worden verlaagd om de waterdoorstroming te verbeteren.

Nevengeulen zijn secundaire __________ die parallel lopen aan de hoofdrivier.

Slide 19 - Slide

dijk
kribben
kanalen
Zelf aan de slag
Retentiebekkens vangen __________ water op tijdens periodes van hoge waterstanden.

Doorstroomgebieden zijn gebieden die bewust onder water kunnen worden gezet om het __________ van water te reguleren.

Het programma "Ruimte voor de Rivier" heeft als doel het verminderen van __________ door het vergroten van de ruimte voor waterafvoer.

Slide 20 - Slide

overtollig
afvoeren
overstromingsrisico's
Zelf aan de slag
Dijkverlegging zorgt ervoor dat het rivierwater meer ruimte heeft om te __________ en de waterstand lager blijft.

Nevengeulen helpen bij het verbeteren van de waterafvoer door een deel van het rivierwater om te __________.

Retentiebekkens verminderen overstromingsrisico's door tijdelijk water vast te houden en het __________ terug te laten stromen naar de rivier.

Slide 21 - Slide

stromen
leiden
gecontroleerd
     Kleine afsluiting
Ruimte voor de Rivier
Maaswerken
Dijkverlegging
Kribverlaging
Nevengeulen
Retentiebekkens
Hoogwatergeul
Ontpoldering
Uiterwaard
Afvoeren

Slide 22 - Slide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
(Aan)tekeningen
Tekening 1.
Maatregelen ruimte voor de rivier

Slide 23 - Slide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Oud examenvraag

Slide 25 - Slide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

32 maximumscore 2
• Uit het antwoord moet blijken dat in 1995 sprake was van (bijna-)
overstromingen in het rivierengebied / de dijken in het rivierengebied
op doorbreken stonden / een grootschalige evacuatie in het
rivierengebied noodzakelijk was. 1

• Uit het antwoord moet blijken dat mensen zich bewuster werden van de
overstromingsrisico’s in het rivierengebied (en niet alleen in het
kustgebied) / na 1995 het overheidsprogramma Ruimte voor de Rivier
gestart werd. 1 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

      Grote afsluiting
De leerlingen kennen ten minste de volgende maatregelen van het programma Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken: dijkverlegging, kribverlaging, nevengeulen en retentiebekkens.

Ze kunnen uitleggen hoe deze maatregelen bijdragen aan het verminderen van overstromingsrisico's door het vergroten van de ruimte voor waterafvoer.

Slide 27 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
retrieval practice
https://quizlet.com/join/MpbntExdJ?i=1fo1jg&x=1bqt

Slide 28 - Slide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 29 - Link

This item has no instructions

 Vraag 1
(R) 1 punt

Het programma "Ruimte voor de Rivier" heeft als doel om overstromingsrisico's te verminderen. Geef een korte beschrijving van het doel van het programma "Ruimte voor de Rivier".

Slide 30 - Slide

Het doel van het programma "Ruimte voor de Rivier" is om overstromingsrisico's te verminderen door de rivier meer ruimte te geven voor waterafvoer.
Vraag 2 
(T1) 2 punten

Dijkverlegging is een belangrijke maatregel binnen het programma "Ruimte voor de Rivier". Leg uit hoe dijkverlegging bijdraagt aan het verminderen van overstromingsrisico's.

Slide 31 - Slide

Dijkverlegging houdt in dat dijken landinwaarts worden verplaatst om de rivier meer ruimte te geven. Hierdoor kan de rivier bij hoogwater meer water afvoeren, wat de kans op overstromingen vermindert.
Vraag 3 
(T2) 2 punten

Binnen het programma "Maaswerken" worden verschillende maatregelen genomen om overstromingen te voorkomen. Beschrijf twee specifieke maatregelen die binnen het programma "Maaswerken" zijn genomen en leg uit hoe deze maatregelen werken.

Slide 32 - Slide

1. Verbreding van uiterwaarden: Door de uiterwaarden te verbreden, kan de rivier meer water bergen tijdens hoogwater, wat de waterstand verlaagt. <br> 2. Aanleg van nevengeulen: Nevengeulen zorgen voor extra afvoercapaciteit van de rivier, waardoor de druk op de hoofdrivier vermindert en de waterstanden lager blijven.
Vraag 4 
(T1) 3 punten

Het programma "Ruimte voor de Rivier" omvat verschillende maatregelen. Dijkverlegging houdt in dat __________ landinwaarts wordt verplaatst. Kribverlaging betekent dat de __________ van de rivier worden verlaagd. Nevengeulen zijn __________ die parallel lopen aan de hoofdrivier. Retentiebekkens vangen __________ water op tijdens hoge waterstanden. Doorstroomgebieden zijn gebieden die bewust onder water kunnen worden gezet om het __________ van water te reguleren.

Slide 33 - Slide

Dijkverlegging houdt in dat dijken landinwaarts wordt verplaatst. Kribverlaging betekent dat de kribben van de rivier worden verlaagd. Nevengeulen zijn secundaire kanalen die parallel lopen aan de hoofdrivier. Retentiebekkens vangen overtollig water op tijdens hoge waterstanden. Doorstroomgebieden zijn gebieden die bewust onder water kunnen worden gezet om het afvoeren van water te reguleren.