Klinisch redeneren

Klinisch redeneren
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Klinisch redeneren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij klinisch redeneren?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Klinisch redeneren:
Observaties en interpretaties structureren 
Medische kennis koppelen aan observaties
Juiste vervolg stappen beredeneren

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Klinisch redeneren:
Nadenken over je professioneel handelen in de praktijk.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Niet-pluisgevoel ?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

6 stappen
1: Orientatie situatie
2: Klinische probleemstelling
3: Aanvullend klinisch onderzoek
4: klinisch beleid
5: Klinisch verloop
6: nabeschouwing

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1. Oriëntatie situatie
- verzamel informatie door vragen te stellen, uit rapportage of overdracht, uit observatie
- neem niet pluis gevoel mee
- interpreteer de uitkomsten
- communiceer bij verhoogd risico

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2. Klinische probleemstelling
- mogelijke problemen in kaart brengen
- orden van gegevens
- leg oorzakelijke verbanden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Letter Betekenis Uitleg: Het slachtoffer:

A    Alert is bewust van omgeving en tijd.
V    Verbal reageert op aanspreken maar niet op de omgeving.
  Pain reageert alleen op pijnprikkels.
U    Unresponsive reageert nergens meer op en is bewusteloos.

SIRS 
Systemic Inflammatory Response Syndrome (SIRS)-criteria worden gebruikt om een ontstekingssyndroom vast te stellen. 
Bij infectie en een positieve score op minimaal twee van de volgende parameters is er sprake van sepsis: 

  1. temperatuur onder 36,0 °C of boven 38,0 °C
  2. hartfrequentie boven 90 slagen per minuut
  3. tachypneu van meer dan 20 ademhalingen per minuut
  4. leukocytenaantal onder 4 × 10^9 of boven 12 × 10^9
  5. Kenmerkend hierbij is dat het om een systemisch probleem gaat.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

3. Aanvullend onderzoek
- wat weet ik nog niet?
- aanvullende onderzoeken
- korte termijn en lange termijn

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

4. Klinisch beleid
- Welke handelingen ga je uitvoeren?
- Welke volgorde van handelen?
- Welke bewaking is er nodig?
- Welke diciplines kunnen/moeten worden ingezet?
- Formulier verpleegdoelen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

5. klinisch veloop
- Voer de zorg uit
- Breng resultaat van de acties in kaart
- Prognose op de korte termijn en lange termijn 
- Complicaties op korte en lange termijn
-Risico van de behandeling

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

6. Nabeschouwing
- Afstand nemen van de casus
- Evalueren
- Reflecteren

(patiënt veiligheid, beroepshouding, ethisch dilemma, etc.) 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

6 stappen
1: Orientatie situatie
2: Klinische probleemstelling
3: Aanvullend klinisch onderzoek
4: klinisch beleid
5: Klinisch verloop
6: nabeschouwing

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Wat: Maak 6 groepjes. Elk groepje werkt een redeneerhulp uit. (SBAR, EWS, SCEGS, ABCDE, SIRS, SOAP)
Hoe: Maak gebruik van de laptop en maak een gezamenlijke presentatie in PowerPoint (deze staat al in de padlet)
Hulp: Vraag hulp bij elkaar, kom je er niet uit vraag dan de docent
Tijd: 30 minuten voor uitwerken
Uitkomst: Een gezamelijke presentatie waarin de verschillende redeneerhulpen bij elkaar staan. Ieder groepje presenteert de eigen redeneerhulp klassikaal

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

1
2
4
5
3
6
Aanvullend klinisch onderzoek
Orientatie situatie
Klinisch probleem-stelling
klinisch beleid
klinisch verloop
Nabeschouwing

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Wat heb je geleerd

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Wat heb ik ?
Lesopdracht voor 3 studenten:
  1. Bedenk een ziektebeeld voor dit spel.
  2. Zoek uit wat de symptomen en parameters kunnen zijn.
  3. Ga in 3 tallen tegenover elkaar zitten en probeer het ziektebeeld te raden   

Slide 26 - Slide

This item has no instructions