Spelling - les 3

(Werkwoord)spelling
Sportmarketing
Jaar 1
2021/2022
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

(Werkwoord)spelling
Sportmarketing
Jaar 1
2021/2022

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Deze week
Spelling - persoonsvorm tegenwoordige tijd
Spelling - persoonsvorm verleden tijd

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm tegenwoordige tijd


Het belangrijkste werkwoord in de zin --> zegt altijd iets over doen of zijn
Bijvoorbeeld: 
Jan voetbalt op het veld.

Slide 4 - Slide

Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!
Wanneer een -t en wanneer niet?
Ik lust geen t en jij erachter ook niet.
Meestal hoor je het. Is dat niet zo?
vervang het woord dan door lopen.
Dus:
Ik word morgen achttien jaar.     Ik loop morgen achttien jaar.
Hij wordt morgen achttien jaar. Hij loopt morgen achttien jaar.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud:

ik-vorm: vind
ik-vorm + t: vindt

Tip: verander het woord in 'lopen': hoor je een 't' dan schrijf je een 't' achter de ik-vorm
Persoonsvorm tegenwoordige tijd meervoud:

hele werkwoord: vinden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Gebiedende wijs
Afwijking van de regel --> gebiedende wijs --> altijd de ik-vorm

Dus:
Koop die nieuwe fiets
Doe de deur dicht
Word onze nieuwste abonnee.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke is juist?
De betogers (protesteren) tegen de aanleg van een nieuwe treinverbinding.
A
Protesteert
B
Protesteerd
C
Protesteren

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke is juist?
Hij (grommen) ook regelmatig naar bezoekers.
A
Grommen
B
Gromd
C
Gromdt
D
Gromt

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke is juist?
Hij (houden) enorm veel van tennis.
A
Houden
B
Houd
C
Houdt

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke is juist?
(Worden) jij ook altijd zo gek van die stem van Marjolein?
A
Worden
B
Word
C
Wordt

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke is juist?
(Worden) de beste sollicitant van Nederland!
A
Worden
B
Wordt
C
Word

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Snap je de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
JA! Wist ik al lang.
Ja, na deze les wel.
Nee, ik snap er nog steeds niets van.

Slide 13 - Poll

This item has no instructions

Aan de slag met de opdrachten
Spelling - persoonsvorm tegenwoordige tijd
Herhalen opdrachten tot nu toe

Alleen aanwezig als je de opdrachten
hebt gemaakt.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions