Spelling blok 5 - HA1a

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Spelling blok 5

- Weet je het nog? (trema, liggend streepje, verkleinwoorden)

- Bijvoeglijke naamwoorden

Wanneer gebruik je een liggend streepje in een woord zoals bij auto-ongeluk?

1. als het woord verkeerd kan worden gelezen
2. als het woord twee klinkers achterelkaar krijgt
3. ik weet het eigenlijk niet meer

Geef aan goed of fout:
Koffie-automaat

1. Goed
2. Fout

Geef aan goed of fout:
Politieoptreden

1. Goed
2. Fout

Geef aan goed of fout:
Garage-eigenaar

1. Goed
2. Fout

Wanneer krijgen we een trema in een woord?

1. Als één woord twee klinkers achter elkaar krijgt
2. Als één woord (geen samenstelling) verkeerd kan worden gelezen
3. Ik weet het eigenlijk niet meer

Geef aan goed of fout:
Reunie

1. Goed
2. Fout

Geef aan goed of fout:
Ingeademd

1. Goed
2. Fout

Geef aan goed of fout:
Geinformeerd

1. Goed
2. Fout

Geef het verkleinwoord van 'menu'

Geef het verkleinwoord van 'beloning'

Welk verkleinwoord is niet goed geschreven?

1. Kiwietje
2. Cafeetje
3. Babytje
4. Lolly'tje

Geef aan goed of fout:
discjockeytje

1. Goed
2. Fout

Einde

We gaan nu verder met de nieuwe theorie uit het boek

4.2 Het bijvoeglijk naamwoord