VWO5 - Migratie, Integratie - doelen - quiz

Vandaag

  1. Kort laatste puntjes lesstof

  2. Belangrijke punten voor de toets

  3. Quizje om te testen 
1 / 34
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vandaag

  1. Kort laatste puntjes lesstof

  2. Belangrijke punten voor de toets

  3. Quizje om te testen 

Slide 1 - Slide

Laatste puntjes lesstof
Migratie
Integratie

rest staat op SOM

Slide 2 - Slide

Waarom/wie
vluchten
naar NL?

Slide 3 - Mind map

Migranten
          'Soorten' migranten:
  1. Uit de voormalige koloniën
  2. Arbeidsmigranten
    - gastarbeiders
    - kennismigranten 
  3. Vluchtelingen
  4. Gezinsvorming/-hereniging
  5. (Illegalen) 

 WIE?

Slide 4 - Slide

WAAROM

Slide 5 - Slide

Arbeidsmigrant
Kennismigrant
Vluchteling
Gezinsvorming
Gezinshereniging

Armoede en gebrek aan werk in eigen land

Tekort aan specialistische kennis in een ander land.


Oorlog

Vervolging vanwege geloof, politieke opvatting of seksuele geaardheid

Hereniging met familie 


Trouwen met een geliefde in een ander land

Slide 6 - Drag question

Wat zie je?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat zie je hier?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Assimilatie
Volledig overgaan in de 'nieuwe' cultuur.

Nieuwkomer neemt alles van de cultuur over. Houdt niets eigen

Slide 11 - Slide

De toets?

Volledige PowerPoint staat ook op SOM

Gebruik de doelen om jezelf te testen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Quiz - test jezelf
13 vragen
Zou je op de toets kunnen verwachten

Juist/onjuist - 30 seconden
Meerkeuze - 45 seconden

Slide 20 - Slide

Zowel de Eerste als de Tweede Kamer heeft het recht van initiatief.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

 De parlementaire volksvertegenwoordiging heeft formeel het laatste woord.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

De overheid dwingt burgers om iets te doen of juist niet te doen. Dit vindt:
A
niet plaats onder autoritaire regimes.
B
niet plaats in democratieën.
C
plaats onder autoritaire regimes én democratieën.
D
vooral plaats in landen waar wordt gemanipuleerd én geïndoctrineerd

Slide 23 - Quiz

Wat staat in een verkiezingsprogramma van een partij?
A
De kandidatenlijst van de partij.
B
De plannen van de partij voor de verkiezingscampagne
C
De belangrijkste plannen en opvattingen van de partij
D
Met welke partijen zij wel of niet willen meedoen aan de verkiezingen

Slide 24 - Quiz

Linkse politieke partijen
A
vinden dat rijke mensen evenveel belasting moeten betalen als arme mensen
B
willen het verschil tussen arm en rijk vergroten
C
vinden dat de overheid moet opkomen voor zwakkeren in de samenleving
D
hechten veel waarde aan het bedrijfsleven

Slide 25 - Quiz

I. De koning moet zich houden aan de grondwet.

II. De koning zit in de regering en is medeverantwoordelijk voor het beleid
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist

Slide 26 - Quiz

In een directe democratie:
A
bestaan geen politieke partijen.
B
stemt de volksvertegenwoordiging over wetsvoorstellen.
C
kiest de bevolking direct een parlement.
D
kiest de bevolking direct de regering.

Slide 27 - Quiz

Het parlement bestaat uit:
A
de koning en de ministers
B
de ministers en de staatssecretarissen
C
alle gekozen volksvertegenwoordigers in Nederland
D
de Eerste en de Tweede Kamer

Slide 28 - Quiz

 Socialisatie is van belang voor zowel het voortbestaan van cultuur als voor verandering van
cultuur.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

1. De Nederlandse samenleving biedt ruimte voor het behoud van eigen tradities en gewoonten.
2. De Nederlandse overheid vraagt nieuwkomers de dominante cultuur in zijn geheel over te nemen.
A
1 is juist 2 is onjuist.
B
1 is onjuist 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 30 - Quiz

Welk gedrag van de mens wordt door de natuur bepaald?
A
In Europa lopen mensen niet naakt over straat
B
Een baby huilt omdat hij honger heeft
C
Een meisje houdt van voetbal
D
Een jongen vloekt de hele dag

Slide 31 - Quiz

Bij internalisatie:
A
is er sprake van onvolledige socialisatie.
B
leren mensen door sociale controle cultuurkenmerken aan.
C
staat de persoonlijke identiteit centraal.
D
gedragen mensen zich zoals de omgeving van hen verwacht.

Slide 32 - Quiz

Welke (twee) Nederlandse politieke partijen laten een duidelijk anti-immigratiegeluid horen?
A
CDA en PvdA
B
VVD en D66
C
PVV en FVD
D
BBB en Bij1

Slide 33 - Quiz

SUCCES!
Met leren
Met alle toetsen

Slide 34 - Slide