6.3/6.4 De oren en de ogen (1A: 01-02-2023)

Thema 6: Waarneming en gedrag
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 6: Waarneming en gedrag

Slide 1 - Slide

Thema 6: 
Waarneming en gedrag
Basisstof 3 en 4 (BB)
De oren en de ogen
Basisstof 3 (KB)
Oren en ogen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen


Je kunt de delen van een oor benoemen met hun functie.
Je kunt de bouw en werking van het oog beschrijven.


Slide 3 - Slide

6.1 en 6.2 herhalen
6.3 (en 6.4) uitleg en maken
De grote hersenen kunnen je waarnemingen beïnvloeden.



Je waarnemingen zijn niet goed verwerkt. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Herhaling
Herhaling

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Buitenkant oor
  1. Oorschelp: vang luchttrillingen op
  2. Gehoorgang: geven luchttrilling door aan binnenoor
  3. Oorlelletje: Leuk voor een oorbel

Slide 9 - Slide

Binnenkant oor
Gehoorzenuw: De impulsen gaan via deze zenuw naar de hersenen
Oorsmeerkliertjes: Maken oorsmeer, dit houdt het trommelvlies soepel
Trommelvlies: Gaat trillen als lucht in gehoorgang trilt
Slakkenhuis: hier liggen zintuigcellen die de trillingen opvangen en omzetten in impulsen.
Trommelholte: ligt achter het trommelvlies
Gehoorbeentjes: geven trillingen door aan het slakkenhuis
Buis van Eustachius: verbindt de trommelholte met de keelholte. Als je slikt of gaapt gaat deze buis open en regelt dit de luchtdruk in je oor

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

0

Slide 12 - Video

Buitenkant oog
  1. Wenkbrauw: zorgt dat zweet of ander vocht niet in je oog loopt
  2. Ooglid: verspreidt traanvocht over je oog
  3. Wimpers: beschermen de ogen tegen vuil en fel licht
  4. Pupil: Opening in de iris, hier gaat licht je oog binnen
  5. Iris: Gekleurde gedeelte van het oog
  6. Harde oogvlies: Witte gedeelte van je oog
  7. Hoornvlies: ligt over de iris en pupil, is doorzichtig

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Binnenkant oog
Oogspier: draaien de ogen in de richting waarin je kijkt
Glasachtig lichaam: vulling van het oog, soort gelei
Lens: zorgt ervoor dat je scherp kunt zien
Harde oogvlies: buitenste laat van het oog
Netvlies: binnenste laat van het oog, hier liggen de zintuigcellen waar de impulsen ontstaan
Vaatvlies: middelste laag van het oog, bevat bloedvaten
Oogzenuw: impulsen gaan via deze zenuw naar de hersenen
Blinde vlek: Plaats in het netvlies waar geen zintuigcellen liggen
Gele vlek: hier liggen de meeste zintuigcellen en kun je het scherpst zien

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

Slechtziendheid
  1. Iemand die verziend is kan van dichtbij niet scherp zien
  2. Hij heeft een bolle (+) lens nodig in een bril
  3. Iemand die bijziend is kan ver weg niet scherp zien
  4. Hij heeft een holle (-) lens nodig
 

Slide 17 - Slide

 Proefjes

Slide 18 - Slide

Blinde vlek
  1. Leg je linkerhand als een pistool op het papier
  2. Teken boven je duim een sterretje
  3. Teken boven je wijsvinger een rondje
  4. Leg het papier op tafel met het rondje en sterretje naast elkaar
  5. Doe je linkerhand voor je linkeroog
  6. Hang met je rechter oog een paar centimeter boven het rondje
  7. Kijk met je rechteroog naar het rondje op het papier
  8. Blijf vanuit je ooghoek kijken naar het sterretje
  9. Blijft naar het rondje kijken en ga met je hoofd langzaam omhoog
Nodig
Vel papier, potlood

Slide 19 - Slide

Oogje toeknijpen
  1. Zoek een duidelijk punt op de muur
  2. Zet een grote stap van de muur af
  3. Maak een rondje van je duim en wijsvinger
  4. Kijk met beide ogen door het rondje naar het punt op de muur
  5. Doe je linkeroog dicht, terwijl je naa rhet plaatje kijkt
  6. Doe je linkeroog weer open
  7. Doe nu je rechteroog dicht, terwijl je naa rhet plaatje kijkt.
Wat gebeurt er?
Hoe denk je dat dit komt?
Nodig
punt op de muur (plaatje, stip, spijker)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Hoe heet onderdeel 11?
A
Buis van Eustachius
B
Gehoorzenuw

Slide 23 - Quiz

Hoe noemen we nummer 2?
A
oorschelp
B
gehoorgang
C
trommelvlies
D
Buis van Eustachius

Slide 24 - Quiz


Welke onderdelen vind je in het binnenoor?
A
trommelholte, slakkenhuis en gehoorzenuw
B
slakkenhuis en gehoorzenuw
C
slakkenhuis, buis van Eustachius en gehoorzenuw
D
slakkenhuis en buis van Eustachius

Slide 25 - Quiz

De buis van Eustachius gaat open als je slikt.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

12. Geluiden gaan via de gehoorgang naar...
A
het trommelvlies
B
de oorsmeerkliertjes
C
het slakkenhuis
D
de buis van Eustachius

Slide 27 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van geluid in je oor?
A
gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies - gehoorzenuw
B
gehoorgang - gehoorbeentjes - gehoorzenuw - trommelvlies
C
gehoorgang - trommelvlies - gehoorzenuw - gehoorbeentjes
D
gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes - gehoorzenuw

Slide 28 - Quiz

Waarmee is de trommelholte verbonden met de keelholte?
A
Trommelvlies
B
Buis van Eustachius
C
Gehoorgang

Slide 29 - Quiz

Welk deel van het oor geeft de impulsen van de zintuigcellen door aan de hersenen?
A
Gehoorzenuw
B
Gehoorbeentjes
C
Buis van Eustachius
D
Slakkenhuis

Slide 30 - Quiz

Waar wordt een geluidsprikkel omgezet in een impuls?
A
Oorschelp
B
Trommelvlies
C
Buis van Eustachius
D
Slakkenhuis

Slide 31 - Quiz

Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang

Slide 32 - Drag question

Welk onderdeel van het oog moet vochtig blijven door middel van traanvocht?
A
Pupil
B
Iris
C
Hoornvlies
D
Vaatvlies

Slide 33 - Quiz

Hoe heet de plek waar de oogzenuw het oog verlaat?
A
Vaatvlies
B
Zintuigcel
C
Gele vlek
D
Blinde vlek

Slide 34 - Quiz

Vincent's vader heeft moeite met het lezen van een boek. Is hij verziend, of bijziend?
A
Verziend
B
Bijziend

Slide 35 - Quiz

Een uil kan niet met zijn ogen bewegen. Welk onderdeel van de oog mist een uil?
A
Glasachtig lichaam
B
Harde oogvlies
C
Oogspieren
D
Oogzenuw

Slide 36 - Quiz

Door de ................. gaan berichten naar je hersenen.
A
oogspieren
B
oogzenuw

Slide 37 - Quiz

Als je bijziend bent dan heb je...
A
Holle en bollen lenzen nodig
B
Niks bijziend zijn is goed
C
Holle lens nodig
D
Bolle lens nodig

Slide 38 - Quiz

Sleep de namen naar het juiste nummer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Vaatvlies
Harde oogvlies
netvlies
lens
hoornvlies
iris
oogzenuw
oogspieren
glasachtig lichaam

Slide 39 - Drag question

BASIS
KADER en TL
Lezen
Basisstof 4, Het zenuwstelsel
Maken
Basisstof 3 en 4
Basisstof 3
Leren
Theorie en afbeeldingen van basisstof 1 t/m 4
Theorie en afbeeldingen van basisstof 1 t/m 3
EXTRA
Foto's maken:
5 verschillende handen, voeten, neuzen, monden, ogen en oren.
Bewaar deze foto's goed!
Foto's maken:
5 verschillende handen, voeten, neuzen, monden, ogen en oren.
Bewaar deze foto's goed!
                             Huiswerk

Slide 40 - Slide