Nieuwe tegenstellingen, herhaling en omgeving

Welkom allemaal!
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1,2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom allemaal!

Slide 1 - Slide

Vandaag
Herhaling
Nieuwe tegenstellingen
Werkblad werkwoorden
Omgeving

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Opdrachten
Maak de opdrachten van het werkblad "thema huis".

Bai vertaal naar het Chinees en Engels.

Slide 4 - Slide

Was het moeilijk?

Slide 5 - Mind map

Welke woorden ken je van huis?

Slide 6 - Mind map

Maak een zin met elkaar.

Slide 7 - Slide

Jeugdjournaal
We kijken het Jeugdjournaal. 
Maak1 vraag over het Jeugdjournaal. Stel deze vragen aan een klasgenoot. Weet je klasgenoot het antwoord?

Slide 8 - Slide

Het is half twee.
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Hoe laat is het?
A
Het is half vier
B
Het is half drie
C
Het is twee uur
D
Het is vier uur

Slide 10 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in:
De boeken zitten...........de tas.
A
achter
B
op
C
in
D
uit

Slide 11 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in:
Piet zet de bloemen..........tafel.
A
in
B
onder
C
achter
D
op

Slide 12 - Quiz

Welk voorzetsel?
...... november komt de maand december.
A
voor
B
naar
C
na
D
naast

Slide 13 - Quiz

Welk voorzetsel?
Hij geeft een taart .... zijn moeder.
A
naar
B
aan
C
bij
D
voor

Slide 14 - Quiz

Welke twee personen horen bij elkaar?
A
broer en opa
B
opa en oma
C
zus en oma
D
oom en tante

Slide 15 - Quiz

Tegenstellingen

Slide 16 - Slide

Wat ga ik leren?
Ik leer nieuwe tegenstellingen.

Slide 17 - Slide

Luister goed en zeg de woorden na.

Slide 18 - Slide

recht
krom

Slide 19 - Slide

makkelijk
moeilijk

Slide 20 - Slide

veel
weinig

Slide 21 - Slide

ziek
gezond

Slide 22 - Slide

vrolijk
verdrietig

Slide 23 - Slide

sterk
zwak

Slide 24 - Slide

rond
vierkant

Slide 25 - Slide

dom
slim

Slide 26 - Slide

lui
ijverig

Slide 27 - Slide

modern
ouderwets

Slide 28 - Slide

Pak je schrift en je pen.

Slide 29 - Slide

Schrijf het woord in het Nederlands in jouw schrift. 
Schrijf het woord dan in jouw eigen taal. 

Slide 30 - Slide

recht
krom

Slide 31 - Slide

makkelijk
moeilijk

Slide 32 - Slide

veel
weinig

Slide 33 - Slide

ziek
gezond

Slide 34 - Slide

vrolijk
verdrietig

Slide 35 - Slide

sterk
zwak

Slide 36 - Slide

rond
vierkant

Slide 37 - Slide

dom
slim

Slide 38 - Slide

lui
ijverig

Slide 39 - Slide

modern
ouderwets

Slide 40 - Slide

Pak je laptop of mobiel
 en log in

Slide 41 - Slide


Niet slim maar ...
A
knap
B
dom
C
oud
D
open

Slide 42 - Quiz


lui en...
A
vies
B
ijverig
C
uit
D
lelijk

Slide 43 - Quiz

sterk en...
A
rond
B
oud
C
donker
D
zwak

Slide 44 - Quiz


rond en...
A
vierkant
B
piramide
C
driehoek
D
licht

Slide 45 - Quiz

ziek en...
A
groente
B
patat
C
warm
D
gezond

Slide 46 - Quiz

vrolijk en....
A
blij
B
bedroefd
C
boos
D
snel

Slide 47 - Quiz

Beter lezen

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 50 - Slide

tegenstellingen

Slide 51 - Mind map