Eco vmbo 2bk 5.3 Belasting op winkelen?

Economie
VMBO
Klas 2
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Economie
VMBO
Klas 2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Even herhalen ..
Vorige les hebben we geleerd:

wat de inkoopprijs is
wat de brutowinstopslag is
hoe je een verkoopprijs kunt berekenen
wat afzet en omzet is
hoe je de omzet kunt berekenen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wisten jullie dat je belasting betaald als je gaat winkelen?

En als je het weet, weet je dan ook welke soort belasting je betaald ?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Weten jullie het verschil nog tussen producten en diensten?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Weten jullie het verschil tussen primaire (basis) behoeften en secundaire behoeften?

Slide 11 - Slide

Waarom bestaat er een laag (6%) BTW tarief voor producten en diensten die tot de basisbehoeften behoren?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Een winkelier koopt een fiets in voor 100 euro, hij wil hem met 10% brutowinstopslag verkopen. Wat is de verkoopprijs van de fiets?
A
120 euro
B
100 euro
C
110 euro
D
90 euro

Slide 18 - Quiz

Berekening verkoopprijs

Inkoop                                    Eur. 100,00
Brutowinstopslag 10%= Eur.    10,00      ( Inkoop 100 / 100 x opslag 10)
                                                   ------------ +
Verkoopprijs                        Eur.  110,00

Slide 19 - Slide

Als je de fiets van de vorige vraag (met een verkoopprijs van Eur. 110,00) wil verkopen, wat is dan de consumentenprijs als het BTW tarief 6% is?
A
120,00 euro
B
116,60 euro
C
110,00 euro

Slide 20 - Quiz

Berekening consumentenprijs

Verkoopprijs               Eur. 110,00
BTW 6%=                      Eur.    6,60  ( verkoop 110,00 / 100 x BTW 6 )
                                          ----------- +
Consumentenprijs  Eur.  116,60

Slide 21 - Slide

Een product (inclusief 21% BTW) kost voor de consument 121,00 euro.
Bereken de verkoopprijs
A
121,00 euro
B
100,00 euro
C
110,00 euro

Slide 22 - Quiz

Terugrekenen naar verkoopprijs
De consumentenprijs bestaat uit de verkoopprijs 100% + de BTW 21%, dat is samen 121%. Om terug te rekenen deel je de consumentenprijs door de totale 121% (dan weet je wat 1% is) en die uitkomst doe je x 100 (de inkoopprijs = 100%)

Consumentenprijs (121%)  = Eur. 121,00
1% = Eur. 121,00 / 121 =             Eur.     1,00
Verkoopprijs (100%)  =            Eur. 100,00  ( 100 x 1 )

Slide 23 - Slide

Wat betekend BTW
A
Brutowinstopslag
B
Belasting toegevoegde waarden

Slide 24 - Quiz

Welke prijs betaald de consument?
A
Inkoopprijs
B
Verkoopprijs
C
Consumentenprijs

Slide 25 - Quiz

Oefenen + huiswerk
We gaan alvast met de vragen oefenvragen 41 t/m 57 van paragraaf 5.3 beginnen. Deze vragen zijn tevens het huiswerk voor de volgende les.

Overleggen mag maar doe dat wel op een rustige en zachte toon.

Slide 26 - Slide

Wat heb je geleerd?
wat btw is
het verschil tussen het hoge btw-tarief en het lage btw-tarief ( 21% en 6% )
hoe je btw berekent
wat de consumentenprijs is
hoe je de consumentenprijs kunt berekenen
terugrekenen van consumentenprijs naar verkoopprijs (kader).

Slide 27 - Slide

Vooruitblik

Volgende les gaan we leren ...

wat inkoopwaarde is
hoe je de brutowinst kunt berekenen
wat bedrijfskosten zijn
hoe je de nettowinst kunt berekenen.

Slide 28 - Slide

We zijn aan het einde van de les gekomen.

Bedankt voor jullie aandacht. Jullie kunnen vast opruimen maar blijf wel even op je plaats zitten tot de bel gaat.

Fijne dag verder en tot de volgende keer ..

Slide 29 - Slide

Extra uitleg / informatie
Er is geen extra informatie bij deze les.

Slide 30 - Slide

Extra oefenen
Er zijn geen extra oefeningen bij deze les.

Slide 31 - Slide



Deze les is gemaakt door:


Rob van Krimpen
Email: rkrimpen@gmail.com

Slide 32 - Slide