Geld lenen kost Geld!

Paragraaf 3.3 
Geld lenen kost Geld!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Paragraaf 3.3 
Geld lenen kost Geld!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Bespreken opgave 7; 9 en 12                8 min
Lesdoelen                                                  2 min
Uitleg 3.3                                                    20 min
Zelfstandig aan het werk                      10 min
Terugblik                                                    5 min

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
1. Leenvormen en leenmotieven kunnen uitleggen en opnoemen.

2.  Een hypothecaire en persoonlijke lening van elkaar kunnen onderscheiden.

3. De aflossing en rente van een (hypothecaire)lening kunnen onderscheiden.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat zijn motieven /
redenen om te lenen

Slide 5 - Open question

De redenen op een rij
  • Tijdelijk tekort geld 
  • Duurzaam consumptie goed
  • Onverwachte uitgave 
  • Kopen van een huis


Slide 6 - Slide

Krediet
  • ju
  • k


Lening / Krediet
  • Bank
  • vergoeding (rente)
  • terugbetalen (aflossing)
  • termijnbedrag 
  • Looptijd

Slide 7 - Slide

Kredietkosten / kosten van de lening

Formule:

Kredietkosten= aantal termijnen x termijnbedrag - lening
  

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen een hypothecaire lening en een krediet

Slide 9 - Open question

Hypothecaire lening
  • Onderpand
  • Lagere rente
  • Zekerheid 

Slide 10 - Slide

Consumptief krediet
  • Hoge kosten
  • duurzame consumptie goederen
kredietvormen:
  • Persoonlijke lening 
  • Doorlopend krediet
  • Salariskrediet
  • Koop op afbetaling

Slide 11 - Slide

Maak de opgaven bij de paragraaf (3.3)

Slide 12 - Slide