H4 - week 21 - les 1, 2, 3, 4

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 3-5

H4 - Woche 21

Auf dem Tisch

Klaarleggen:

• Arbeitsbuch + Fachbuch
  
• Heft 
  
• Stift
  

Planung Stunde 1

Vokabeln abfragen: K4 L5 (D-N) 

Neue Vokabeln: K4 L6 (N-D) + Aufgabe 62 (10 Min.)

Hören: Praktikum unter den Palmen

• K5 L1 Aufgabe 3 (S.207)

Lesen: Cito TL Text: Sollten Schüler ihre Lehrer bewerten?

Ziele

Du lernst neue Vokabeln und erweiterst deine Wortschatz. 

Je kunt hoofdthema's en belangrijkste informatie begrijpen in een reportage en teksten over vertrouwde onderwerpen. 

overhoren: weektaak K5 Lernbox L5 (D-N)

Vokabeln abfragen - K4 L6 (N-D)

Besprechen: K5 Lektion 6 (S.202)

Machen: Aufgabe 62 (S.191)

Zeit: 5 Minuten, danach besprechen

Hören: Praktikum unter den Palmen

--> K6 Lektion 1b Aufgabe 3 (S.207)

1. Lies zuerst zu jedem Fragment die Aussagen und 

    unterstreiche den Kern jeder Aussage. (3 Min.) 

2. Hör/sieh dir die Fragmente an und wähle ob A oder B stimmt. 

Nächste Stunde

Weißt du noch?

Grammatik: Verben mit Präfix

Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

H4 - Woche 19 - Stunde 2

Auf dem Tisch

Klaarleggen:

• Arbeitsbuch + Fachbuch
  
• Heft 
  
• Stift
  

Planung Stunde 2

Weißt du es noch?

Grammatik: K5 Verben mit Präfix + Aufgabe 58, 59

Sehen: Nachrichten kurz

Ziele

Je kunt werkwoorden met een voorvoegsel correct vervoegen. 

Weißt du es noch? -  Verben o.t.t. & o.v.t.

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden in de o.t.t. of o.v.t.

1. Vor einem Jahr ___________ (reisen) ich durch Asien.

2. Wo (treffen) _________________ ihr euch morgen?

3. Sebastian (zeichnen) _______________ jetzt ein Porträt. 

3. Du (verdienen) __________________ letztes Jahr nicht genug.

4. Anna und ich  (spielen) ________________ Früher Klavier.

5. Jens (hören) ________________ nichts, denn er hat sein Kopfhören auf. 

Grammatik: Verben mit Präfix

In het Nederlands en in het Duits gelden dezelfde regels voor de scheidbaarheid en niet scheidbaarheid van samengestelde werkwoorden. Daarbij is de klemtoon beslissend. 

bestellen - bestellen

empfehlen - aanraden

aufmachen - openen

umziehen - verhuizen

Trennbar

Het eerste deel van de samenstelling heeft wel een klemtoon.

anklagen- er klagt an - er klagte an- er hat angeklagt 

aanklagen - hij klaagt aan- hij klaagde aan - hij heeft aangeklaagd

nicht trennbar

Het eerste deel van de samenstelling heeft geen klemtoon.

überzeugen - er überzeugt - er überzeugte - er hat überzeugt 

overtuigen - hij overtuigt - hij overtuigde - hij heeft overtuigd 

Het voorvoegsel van een scheidbaar werkwoord staat in het Duits helemaal aan het eind van de zin. Zum Beispiel:

--> Ich gehe morgen mit meinen Freunden aus.

--> Ik ga morgen uit met mijn vrienden. / Ik ga morgen met mijn 

      vrienden uit.

voltooid deelwoord

trennbare Verben

Bij het voltooid deelwoord van trennbare werkwoorden staat ge- na het voorvoegsel. 

voltooid deelwoord

nicht trennbare Verben

Het voltooid deelwoord van nicht-trennbare Verben wordt gevormd zonder ge-. 

Deze werkwoorden beginnen vaak met emp-, be-, ver-, ent-

Grammatik - K4 Lektion 4

Selbstständig machen: K4 L5 Aufgabe 58, 59

Zeit: 20 Minuten, danach besprechen

Fertig = 

• Lernen weektaak K4 Lernliste L6 N-D
  

H4 - Woche 19 - Stunde 2

Auf dem Tisch

Klaarleggen:

• Arbeitsbuch + Fachbuch
  
• Heft 
  
• Stift
  

Planung Stunde 2 

Besprechen: K5 Verben mit Präfix + Aufgabe 58, 59

Lesen: Vorbereitung T4

• Cito TL Text 
• Cito Havo Text 

Ziele

Je kunt werkwoorden met een voorvoegsel correct vervoegen.

Je kunt wezenlijke informatie begrijpen in verslagen en artikelen.  

Lesen: Cito TL (T4)

Lesen: Text Sollten Schüler Lehrer bewerten? + Frage 7 - 10

Hilfsmittel: Wörterbuch D-N

Zeit: 10 Minuten, danach besprechen

Fertig = leren weektaak Vokabeln K4 L6 (N-D) 

Weißt du es noch? - Verben mit Präfix

Bilde aus den vorgegebenen Wörtern einen vollständigen Satz. (5 Minuten) 

1. Die Schüler / wiederholen / die Übung.

2. Ich / einladen / meine Freunde.

3. Marion / verreisen / in den Ferien.

4. Der Lehrer / aufschließen / die Tür. 

5. Ich / anziehen / meine Jacke.

6. Der Film / anfangen / um 20 Uhr.

kinder.wdr.de

H4 - Woche 21 - Stunde 4

Auf dem Tisch

Klaarleggen:

• Arbeitsbuch + Fachbuch
  
• Heft 
  
• Stift
  

Planung Stunde 2 

Weißt du noch? - Verben mit Präfix 

(5 Min.)

Lesen: Vorbereitung T4

• Cito Havo Text (20 Min.)

Sehen und Hören: Karte statt Kleingeld + Fragen

Ziele

Je kunt werkwoorden met een voorvoegsel correct vervoegen.

Je kunt wezenlijke informatie begrijpen in verslagen en artikelen.  

Je kunt de hoofdpunten van een reportage begrijpen. 

Lesen: Cito Havo (T4)

Lesen: Text Vom Jungen mit Werkzeugkasten zum Möbeldesigner + Frage 8 - 13

Hilfsmittel: Wörterbuch D-N

Zeit: 15 Minuten, danach besprechen

Fertig = leren weektaak Vokabeln K4 L6 (N-D) 

kinder.wdr.de

Nächste Stunde

Overhoren: K4 L5 (D-N)

Lesen: Vorbereitung Prüfungswoche 4

Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.